Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.2:3.4.2 ACM als telecomtoezichthouder
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.2
3.4.2 ACM als telecomtoezichthouder
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS442079:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De taak van de ACM bestaat uit het concurrerend maken van de markt door middel van het creëren van een level playing field met de mogelijkheid voor ondernemingen tot toetreding tot de markt.1 Het gaat om een dynamische markt waarin de ACM snel en onafhankelijk dient te kunnen opereren, handelen en beslissen.2Artikel 15.1 lid 2 Tw omschrijft de taken van de ACM, zijnde het houden van toezicht op de naleving van de bepalingen in de Tw. De ACM heeft daarom niet de bevoegdheid om de Mededingingswet rechtstreeks toe te passen.
De ACM vervult eveneens belangrijke taken met betrekking tot het frequentiebeleid en -beheer en inzake het nummerbeleid en –beheer (hoofdstuk 3 Tw). Met betrekking tot geschillen over het delen van antenne-opstelpunten heeft de ACM een geschilbeslechtende functie. Zie hierover nader paragraaf 3.4.3.
In hoofdstuk 6 en 6a van de Tw zijn de zogenaamde interoperabiliteit van (communicatie)diensten op wholesale niveau omschreven, alsmede de maatregelen die kunnen worden opgelegd aan aanbieders met een aanmerkelijke marktmacht. Met wholesale worden overeenkomsten tussen aanbieders van openbare elektronisch communicatienetwerken en -diensten onderling bedoeld. In artikel 6.1 Tw is een onderhandelingsplicht neergelegd in het kader van de interoperabiliteit. Op grond van artikel 6.1 lid 3 kan de ACM regels voorschrijven omtrent de wijze waarop de onderhandelingen gevoerd dienen te worden. Voorts kan, als de onderhandelingen niet resulteren in een overeenkomst, de ACM op basis van artikel 6.2 Tw op verzoek van één van de partijen of amBTshalve de andere aanbieder verplichten de gewenste eind- tot eindverbinding tot stand te brengen onder door de ACM te bepalen voorwaarden. In het kader van aanmerkelijke marktmacht bepaalt de ACM het marktaandeel van een aanbieder en de ACM bepaalt de eventueel op te leggen maatregelen. Deze bevoegdheid wordt het aanwijzingsinstrument genoemd.3
Hoofdstuk 15 van de Tw is getiteld ‘handhaving’. Op grond van artikel 15.2 lid 2 Tw juncto artikel 15.1 lid 3 Tw kan de ACM bestuursdwang toepassen. In artikel 15.4 lid 2 Tw zijn de gronden opgenomen waarop de ACM een boete aan een aanbieder van een communicatiedienst of -netwerk kan opleggen. Overtredingen van de in hoofdstuk 6a Tw gestelde voorschriften worden beboet (sub a) net als overtredingen van een op grond van artikel 12.2 Tw genomen besluit.
In hoofdstuk 17 is bepaald dat rechtstreeks beroep bij het CBB kan worden ingesteld op grond van besluiten van onder meer hoofdstuk 6 (interconnectie) en hoofdstuk 12 (geschilbeslechting). In de casestudy zal in voorkomende gevallen daarom de beroepsinstantie het CBB zijn en niet de rechtbank Rotterdam.