Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/453
Huwelijksvermogensrecht. Inhoud petitum, onbegrijpelijke uitleg gedingstukken. Miskenning door rechtbank gestelde voorwaarde voor toedeling. Verschuldigdheid wettelijke rente, ingangsdatum, art. 6:119 BW (HR 15 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0387, NJ 2008/108).
HR 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:181
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/06400
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:181, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2014
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Inhoud petitum, onbegrijpelijke uitleg gedingstukken. Miskenning door rechtbank gestelde voorwaarde voor toedeling. Verschuldigdheid wettelijke rente, ingangsdatum, art. 6:119 BW (HR 15 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0387, NJ 2008/108).
Partij(en)
[de vrouw], verzoekster tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
[de man], verweerder in cassatie, verzoeker in het incidenteel cassatieberoep, adv.: mr. S. Kousedghi.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten1.:
- a)
De man en de vrouw zijn op 5 augustus 1986 gehuwd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.