Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/457
Ambtsmisdrijven; art. 119 Gw, art. 76 RO, art. 483 leden 1 en 2 Sv. Kennelijk niet-ontvankelijk beklag over niet vervolgen minister. Hoge Raad niet bevoegd om vervolging te bevelen.
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:764
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
15/00147
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:764, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:30, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
Essentie
Ambtsmisdrijven; art. 119 Gw, art. 76 RO, art. 483 leden 1 en 2 Sv. Kennelijk niet-ontvankelijk beklag over niet vervolgen minister. Hoge Raad niet bevoegd om vervolging te bevelen.
Partij(en)
[klager], klager.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
Op 4 juni 2014 heeft klager bij de politie Haaglanden aangifte gedaan van strafbare feiten die naar zijn mening zijn gepleegd door mr. H. Moraal in zijn hoedanigheid van landelijk hoofdadvocaat-generaal bij de ressortsparketten, door het Openbaar Ministerie, door het Ministerie van Veiligheid en Justitie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.