419 Bewijskracht

Een andere manier om het rendement van het voorlopig getuigenverhoor te verhogen is de regel van art. 192 Rv veranderen in die zin dat (a) ook als niet alle partijen vertegenwoordigd of aanwezig zijn geweest de voorlopige getuigenverklaringen dezelfde bewijskracht hebben als verklaringen afgelegd in een aanhangig geding en (b) de rechter de getuigenverklaringen niet buiten beschouwing kan laten in een latere procedure tussen dezelfde partijen. De partijen moeten uiteraard wel zijn opgeroepen om aanwezig te zijn bij de getuigenverhoren, maar hun niet verschijnen heeft geen gevolgen voor de bewijskracht en het gebruik van de getuigenverklaringen in een latere procedure. Zo wordt voorkomen dat de wederpartij verstek laat gaan bij de getuigenverhoren en de rechter in de hoofdzaak alsnog (aanvullend) getuigen moet horen, omdat een in het voorlopig getuigenverhoor niet verschenen wederpartij geen vragen heeft kunnen stellen aan de getuige en geen tegengetuigenverhoor heeft kunnen houden.