Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 649/2012 betreffende in- en uitvoer gevaarlijke chemische stoffen
Artikel 11 Kennisgeving van verboden of aan strenge beperkingen onderworpen chemische stoffen uit hoofde van het verdrag
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 649/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 649/2012)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
De Commissie stelt het secretariaat schriftelijk in kennis van chemische stoffen die opgesomd zijn in deel 2 van bijlage I en die voor PIC-kennisgeving in aanmerking komen.
2.
Wanneer meer chemische stoffen aan deel 2 van bijlage I worden toegevoegd ingevolge de tweede alinea van artikel 23, lid 2, stelt de Commissie het secretariaat van deze chemische stoffen in kennis. Die PIC-kennisgeving wordt zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de desbetreffende definitieve regelgeving op het niveau van de Unie waarbij de chemische stof wordt verboden of aan strenge beperkingen wordt onderworpen, ingediend en wel uiterlijk 90 dagen na de datum waarop de definitieve regelgeving van toepassing moet worden.
3.
De PIC-kennisgeving bevat alle overeenkomstig bijlage IV vereiste relevante informatie.
4.
Bij het vaststellen van de prioriteiten voor kennisgevingen houdt de Commissie rekening met het feit of de chemische stof al dan niet reeds in deel 3 van bijlage I is opgenomen, met de mate waarin aan de in bijlage IV vermelde informatievereisten kan worden voldaan, alsmede met de ernst van de aan de chemische stof verbonden risico's, vooral voor ontwikkelingslanden.
Wanneer een chemische stof voor PIC-kennisgeving in aanmerking komt, maar de informatie niet toereikend is om aan de vereisten van bijlage IV te voldoen, verstrekken geïdentificeerde exporteurs of importeurs op verzoek van de Commissie, binnen 60 dagen na het verzoek, alle relevante informatie waarover zij beschikken, met inbegrip van die van andere nationale of internationale regelingen voor toezicht op chemische stoffen.
5.
De Commissie brengt het secretariaat schriftelijk op de hoogte wanneer krachtens lid 1 of lid 2 aangemelde definitieve regelgeving wordt gewijzigd, en wel zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de nieuwe definitieve regelgeving, doch uiterlijk 60 dagen na de datum waarop deze regelgeving van toepassing moet worden.
De kennisgeving bevat alle relevante informatie die niet beschikbaar was op het moment dat de oorspronkelijke kennisgeving krachtens lid 1 of lid 2 werd gedaan.
6.
Op verzoek van een partij of van het secretariaat verstrekt de Commissie, voor zover dat in haar vermogen ligt, aanvullende informatie over de chemische stof of over de definitieve regelgeving.
Waar nodig assisteren de lidstaten en het Agentschap de Commissie op haar verzoek bij het inwinnen van de informatie.
7.
De Commissie zendt de informatie die zij van het secretariaat ontvangt over chemische stoffen die andere partijen als verboden of aan strenge beperkingen onderworpen hebben aangemeld, onmiddellijk door aan de lidstaten en het Agentschap.
Indien van toepassing beoordeelt de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten en het Agentschap, de noodzaak om maatregelen op het niveau van de Unie voor te stellen om onaanvaardbare risico's voor de gezondheid van de mens en het milieu binnen de Unie te voorkomen.
8.
Wanneer een lidstaat in overeenstemming met de relevante wetgeving van de Unie definitieve nationale regelgeving vaststelt om een chemische stof te verbieden of aan strenge beperkingen te onderwerpen, verstrekt deze de Commissie de relevante informatie ter zake. De Commissie stelt deze informatie beschikbaar aan de lidstaten. Binnen vier weken na het beschikbaar stellen van die informatie kunnen de lidstaten aan de Commissie en de lidstaat die nationale definitieve regelgeving heeft aangemeld opmerkingen over een mogelijke PIC-kennisgeving toezenden, met inbegrip van met name relevante informatie over hun nationale regelgevingssituatie inzake die chemische stof. Na behandeling van de opmerkingen deelt de indienende lidstaat de Commissie mee of laatstgenoemde:
- a)
overeenkomstig dit artikel een PIC-kennisgeving dient te doen aan het secretariaat, of
- b)
overeenkomstig artikel 12 de informatie aan het secretariaat dient te verstrekken.