Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Curaçao]
Artikel 3 [Heffingstijdvak]
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Het belastingjaar is het boekjaar. Onder boekjaar wordt verstaan het kalenderjaar, tenzij het tweede lid van toepassing is.
2.
Het is lichamen niet toegestaan om een boekjaar te voeren dat niet gelijk is aan het kalenderjaar, met uitzondering van:
- a.
niet binnen de Nederlandse Antillen gevestigde lichamen;
- b.
lichamen waarop artikel VI van de Landsverordening van de 29ste december 1999 tot wijziging van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58) (P.B. 1999, no. 244) toepassing vindt of heeft gevonden;
- c.
lichamen die reeds vóór 1 januari 1997 een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar hebben gevoerd;
- d.
andere lichamen aan wie onder door de Inspecteur te stellen voorwaarden toestemming is verleend een boekjaar te voeren dat afwijkt van het kalenderjaar.
3.
Indien op enig moment een vennootschap aan de voorwaarden, genoemd, in artikel 1A, eerste lid, onderdeel f, voldoet, worden per ultimo van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waar voor een vennootschap voor het eerst kenbaar heeft gemaakt als een Curaçaose Beleggingsvennootschap te willen worden aangemerkt, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economisch verkeer. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op een lichaam dat op grond van artikel 3b, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen als transparante vennootschap wordt aangemerkt.
4.
Indien op enig moment een vennootschap niet meer aan de voorwaarden, genoemd, in artikel 1A, eerste lid, onderdeel f, voldoet en aldus de status van Curaçaose Beleggingsvennootschap verliest dan wel de vennootschap in enig boekjaar niet langer kenbaar maakt aangemerkt te willen worden als een Curaçaose Beleggingsvennootschap als bedoeld in artikel 1A, vijfde lid, worden per ultimo van het laatste boekjaar waarin de vennootschap die status geniet, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economisch verkeer. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op een lichaam dat haar transparante status verliest, zoals bedoeld in artikel 3b, achtste dan wel negende lid van de Algemene landsverordening Landsbelastingen.