Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten
Artikel 28 Vertrouwelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
Tenzij anders bepaald in deze richtlijn of in de nationale wetgeving waaraan de aanbestedende dienst of de aanbestedende instantie is onderworpen, in het bijzonder de wetgeving inzake de toegang tot informatie, en onverminderd de verplichtingen inzake bekendmaking van gegunde concessieovereenkomsten en de informatieverstrekking aan gegadigden en inschrijvers overeenkomstig de artikelen 32 en 40, maakt een aanbestedende dienst of aanbestedende instantie de informatie die hem of haar door een ondernemer als vertrouwelijk is verstrekt, met inbegrip van — zij het niet uitsluitend — de fabrieks- of bedrijfsgeheimen en de vertrouwelijke aspecten van de inschrijving, niet bekend.
Dit artikel staat openbaarmaking van de niet-vertrouwelijke onderdelen van gegunde overeenkomsten, met inbegrip van eventuele latere wijzigingen, niet in de weg.
2.
De aanbestedende dienst of de aanbestedende instantie kan aan ondernemers eisen stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie die hij of zij in de loop van de concessiegunningsprocedure ter beschikking stelt.