Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten
Bijlage II Activiteiten uitgeoefend door de in artikel 7 bedoelde aanbestedende instanties
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2015, L 114).
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
De bepalingen van deze richtlijn betreffende door aanbestedende instanties gegunde concessies zijn van toepassing op de volgende activiteiten:
- 1.
Wat gas en warmte betreft:
- a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbaredienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van gas of warmte;
- b)
de gas- of warmtetoevoer aan deze netten.
De toevoer van gas of warmte aan vaste netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:
- i)
de productie van gas of warmte door de aanbestedende instantie is het onvermijdelijke resultaat van de uitoefening van een andere activiteit dan de in dit punt of in de punten 2 en 3 van deze bijlage bedoelde activiteiten;
- ii)
de toevoer aan het openbare net heeft uitsluitend tot doel deze productie op economisch verantwoorde wijze te exploiteren en stemt overeen met ten hoogste 20 % van de omzet van de aanbestedende instantie berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.
Voor de toepassing van deze richtlijn omvat toevoer de (productie van en) de groothandel en kleinhandel in gas. De productie van gas in de vorm van winning valt echter onder punt 4 van deze bijlage.
- 2.
Wat elektriciteit betreft:
- a)
de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbaredienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van elektriciteit;
- b)
de elektriciteitstoevoer aan deze vaste netten.
Voor de toepassing van deze richtlijn omvat elektriciteitstoevoer de productie van en de groothandel en kleinhandel in elektriciteit.
De toevoer van elektriciteit aan netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea van dit lid bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:
- a)
de elektriciteitsproductie door de aanbestedende instantie vindt plaats omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere activiteit dan de in de punten 1 en 3 van deze bijlage bedoelde activiteiten;
- b)
de toevoer aan het openbare net hangt slechts van het eigen verbruik van de aanbestedende instantie af en heeft niet meer bedragen dan 30 % van de totale energieproductie van de aanbestedende instantie berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaar, met inbegrip van het lopende jaar.
- 3.
Activiteiten die het ter beschikking stellen of exploiteren van netten bestemd voor openbaredienstverlening op het gebied van vervoer per trein, automatische systemen, tram, trolleybus of autobus of kabel beogen.
Ten aanzien van vervoerdiensten wordt een net geacht te bestaan indien de dienst wordt verricht onder door een bevoegde instantie van een lidstaat gestelde operationele voorwaarden, zoals de te volgen routes, de beschikbaar te stellen capaciteit of de frequentie van de dienst.
- 4.
Activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen met het oog op de terbeschikkingstelling aan lucht-, zee- of riviervervoerders van luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten.
- 5.
Activiteiten betreffende de verrichting van:
- a)
postdiensten;
- b)
andere diensten dan postdiensten, op voorwaarde dat dergelijke diensten worden aangeboden door een instantie die ook postdiensten in de zin van dit punt, onder ii), aanbiedt, en dat met betrekking tot de onder de tweede alinea, onder ii), vallende diensten niet is voldaan aan de in artikel 34, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU genoemde voorwaarden.
Voor de toepassing van deze richtlijn en onverminderd Richtlijn 97/67/EG wordt verstaan onder:
- i)
‘postzending’: geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht;
- ii)
‘postdiensten’: diensten welke bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen. Deze diensten omvatten zowel diensten die binnen als diensten die buiten het toepassingsgebied van de overeenkomstig Richtlijn 97/67/EG ingestelde universele dienst vallen;
- iii)
‘andere diensten dan postdiensten’: diensten die op de volgende gebieden worden geleverd:
- —
beheer van postdiensten (diensten die zowel voor als na de zending worden geleverd, inclusief ‘mailroom management services’);
- —
diensten die geen betrekking hebben op onder a) vallende postdiensten, zoals niet-geadresseerde direct mail.
- 6.
Activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen met het oog op:
- a)
de winning van olie of gas;
- b)
de prospectie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen.