Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten
Artikel 29 Regels betreffende de communicatiemiddelen
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
Uitgezonderd wanneer het gebruik van elektronische middelen overeenkomstig artikel 33, lid 2, en artikel 34 verplicht is, kunnen lidstaten of aanbestedende diensten en aanbestedende instanties voor elke mededeling en uitwisseling van informatie kiezen tussen één of meer van de volgende communicatiemiddelen:
- a)
elektronische middelen;
- b)
post of fax;
- c)
mondelinge communicatie, ook via de telefoon, met betrekking tot andere communicatie dan de essentiële elementen van de gunning van een concessie en op voorwaarde dat de inhoud van de mondelinge communicatie in voldoende mate op een duurzame gegevensdrager kan worden gestaafd;
- d)
persoonlijke afgifte tegen ontvangstbewijs.
Lidstaten kunnen voor concessies het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht stellen en verder gaan dan de in artikel 33, lid 2, en artikel 34 gestelde verplichtingen.
2.
De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar en niet-discriminerend zijn en mogen de toegang van de ondernemers tot de concessiegunningsprocedure niet beperken. De voor mededelingen langs elektronische weg te gebruiken middelen, en de technische kenmerken daarvan, moeten in combinatie met algemeen gebruikte informatie- en communicatietechnologieproducten kunnen functioneren.
Bij alle mededelingen, uitwisseling en opslag van informatie zorgen de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties ervoor dat de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de aanvragen en de inschrijvingen gewaarborgd zijn. Zij nemen pas na het verstrijken van de termijn voor de indiening kennis van de inhoud van aanvragen en inschrijvingen.