Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/216
Ten onrechte verstek nu namens de voorzitter van het hof aan de raadsman van verdachte is toegezegd dat, naar aanleiding van zijn aanhoudingsverzoek, op 23 november 2015 geen inhoudelijke behandeling van de zaak zou plaatsvinden.
HR 23-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:82
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/03941
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:82, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2017
Essentie
Ten onrechte verstek nu namens de voorzitter van het hof aan de raadsman van verdachte is toegezegd dat, naar aanleiding van zijn aanhoudingsverzoek, op 23 november 2015 geen inhoudelijke behandeling van de zaak zou plaatsvinden.
Partij(en)
23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/03941
EGI/MM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 november 2015, nummer 22/000826-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Bij arrest van 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.