Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2022–2027
5.6.2.2 Cohesieverstorende effecten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
116
Zoals wordt opgemerkt in de punten 109 en 110 moet de Commissie rekening houden met de gevolgen voor de locatie van de economische activiteit om de negatieve effecten van de steun te beoordelen.
117
In scenario 2-situaties (vestigingsbesluiten), waar de investering, zonder de steun, was gevestigd in een gebied met een hogere of dezelfde regionalesteunintensiteit (1) als het doelgebied, vormt dit een negatief effect dat waarschijnlijk niet kan worden gecompenseerd door positieve effecten omdat dit ingaat tegen de redenen waarom precies regionale steun wordt verleend.
Voetnoten
Om dit na te gaan moet gebruik worden gemaakt van het standaardsteunplafond dat geldt voor steungebieden onder c) die grenzen aan steungebieden onder a), ongeacht de verhoogde steunintensiteiten overeenkomstig punt 184 van deze richtsnoeren.