Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/2.5.1:2.5.1 Algemeen
Archief
Smartengeld 1998/2.5.1
2.5.1 Algemeen
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bestudering zowel van de Nederlandse parlementaire geschiedenis als van de situatie in Duitsland en in enkele Angelsaksische rechtsstelsels laat zien dat de functies van het smartengeld (en meer in het algemeen van het aansprakelijkheidsrecht) steeds voorwerp van debat vormen. Overal wordt de compensatiegedachte ook op het terrein van de immateriële schade als min of meer vanzelfsprekende grondslag en leidraad aanvaard, zij het met oog voor de beperkingen ervan. Daarnaast keren - met name in situaties waarin de compensatiegedachte als onbevredigend of ontoereikend wordt ervaren - steeds begrippen als genoegdoening en preventie terug als relevante aspecten. Die drie kernbegrippen verdienen dan ook nadere aandacht en zullen hierna worden geanalyseerd met het oog op hun relevantie voor het bestaan en de vormgeving van het recht op smartengeld. Vervolgens komen enkele meer praktische vragen aan de orde die met de problematiek van de functies van het smartengeld in verband plegen te worden gebracht. Eerst zullen evenwel enkele opmerkingen van meer algemene aard worden gemaakt over de betekenis van de begrippen doelstelling en functie en over hun plaats in het aansprakelijkheidsrecht. Deze opmerkingen dienen als kader en aanzet voor de meer specifiek op het smartengeld gerichte analyse van de drie genoemde begrippen compensatie, genoegdoening en preventie.