Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/193
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht; borgtocht. Nadere afspraak met opschortende voorwaarde. Betwisting of bevrijdend verweer? Stelplicht en bewijslastverdeling. Art. 24 Rv; art. 149 Rv; art. 150 Rv.
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:113
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02555
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:113, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:796, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2021
Partij(en)
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 20/02555
Zitting 3 september 2021
CONCLUSIE
E.M. Wesseling-van Gent
In de zaak
1. [eiser 1]
2. Amstelboats B.V.
tegen
1. Gemeente Amsterdam
2. Stichting Waternet
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
Deze zaak betreft de vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis op de gronden dat het scheidsgerecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.