Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/202
Feitelijke leiding geven aan door rechtspersoon meermalen begaan van oplichting (art. 326 Sr), onjuiste belastingaangifte (art. 69 AWR), bedrieglijke bankbreuk (art. 341 (oud) Sr) en valsheid in geschrift (art. 225 lid 2 Sr) en als leider deelnemen aan criminele organisatie (art. 140 lid 4 Sr). 1. Bewijsklachten. 2. Bewijs- en kwalificatieklachten m.b.t. plegen van bedrieglijke bankbreuk. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 01-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:85
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/00424
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:85, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2021
Essentie
Feitelijke leiding geven aan door rechtspersoon meermalen begaan van oplichting (art. 326 Sr), onjuiste belastingaangifte (art. 69 AWR), bedrieglijke bankbreuk (art. 341 (oud) Sr) en valsheid in geschrift (art. 225 lid 2 Sr) en als leider deelnemen aan criminele organisatie (art. 140 lid 4 Sr). 1. Bewijsklachten. 2. Bewijs- en kwalificatieklachten m.b.t. plegen van bedrieglijke bankbreuk. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00424
Datum 1 februari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.