Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
3.7 Verlenging van de vertrektermijn
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Een vreemdeling aan wie een vertrektermijn is verleend kan vragen om verlenging van deze termijn, zoals beschreven in artikel 6.3 VV. De vreemdeling krijgt door het indienen of het inwilligen van een verzoek om een verlenging van de vrijwillige vertrektermijn geen rechtmatig verblijf in Nederland. De DT&V mag bij de inwilliging van het verzoek om verlenging van de vrijwillige vertrektermijn niet tot uitzetting overgaan totdat de verlengde vertrektermijn is verstreken. De vreemdeling heeft de plicht gedurende de verlengde vertrektermijn zelfstandig aan zijn vertrek te werken.
Een vreemdeling kan een verzoek voor verlenging van de vrijwillige vertrektermijn uitsluitend op een van de volgende manieren indienen:
- ā¢
persoonlijk bij Ć©Ć©n van de loketten van de IND;
- ā¢
schriftelijk tijdens vertrekgesprekken met de ambtenaar van de DT&V. De ambtenaar van de DT&V moet het verzoek voor verlenging van de vrijwillige vertrektermijn doorsturen naar de IND.
Om het besluit over de verlenging te nemen, stelt de IND de vreemdeling in de gelegenheid om feiten en omstandigheden naar voren te brengen die aan het verzoek ten grondslag liggen. De IND biedt geen afzonderlijk herstel verzuim en geeft onmiddellijk een beschikking.