WR 2018/56
Woonruimte – renovatie – verhuis- en inrichtingskosten: verhuizing tijdens werkzaamheden noodzakelijk door renovatiewerkzaamheden; forfaitaire verhuiskostenvergoeding (vervolg op WR 2015/111 en WR 2016/76)
Hof Arnhem-Leeuwarden 14-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9825
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
14 november 2017
- Magistraten
Mrs. H.E. de Boer, F.J. de Vries, J.G.J. Rinkes
- Zaaknummer
200.138.577
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2017:9825, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 14‑11‑2017
ECLI:NL:GHARL:2015:8436, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 10‑11‑2015
ECLI:NL:GHARL:2015:3900, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 02‑06‑2015
ECLI:NL:GHARL:2014:964, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 11‑02‑2014
- Wetingang
(art. 7:220 lid 2 en 5-6 BW; art. 11g BBSH (oud) en art. 6:228 lid 2 BW)
Essentie
Woonruimte – renovatie – verhuis- en inrichtingskosten: verhuizing tijdens werkzaamheden noodzakelijk door renovatiewerkzaamheden; forfaitaire verhuiskostenvergoeding (vervolg op WR 2015/111 en WR 2016/76)
Samenvatting
De antwoorden van de Hoge Raad (HR 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:726, WR 2016/76) op de prejudiciële vragen houden in dat de verhuiskostenregeling van toepassing kan zijn als de renovatie (mede) op initiatief van de huurder plaatsvindt en dat art. 11g BBSH dwingend recht is, waarvan niet ten nadele van de huurder kan worden afgeweken en impliceren verder dat moet worden onderzocht welke werkzaamheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.