25.3.2 Omzetting van het EESV

Op grond van art. 8 van de Uitvoeringswet kan een EESV worden omgezet in een coöperatie, zonder dat daardoor het bestaan van de rechtspersoon wordt beëindigd. Een coöperatie kan op dezelfde wijze weer worden omgezet in een EESV. In het geval van dergelijke omzettingen wijzigt dus slechts de “juridische huls”. Vreemd genoeg is een omzetting van een personenvennootschap naar een EESV en andersom niet mogelijk, terwijl deze rechtsvormen toch nauw aan elkaar verwant zijn. Titel 7.13 BW brengt daarin geen verandering.

Voor de heffing van btw brengt een omzetting de vraag met zich mee of na de omzetting sprake is van dezelfde belastingplichtige als van voor de omzetting. Als omzetting tot het ontstaan van een nieuwe belastingplichtige leidt (quod non), dan leidt dit tot de vraag of er belastbare handelingen plaatsvinden tussen het EESV en de coöperatie of tussen de leden van het EESV en de coöperatie die na omzetting ontstaat. Deze problematiek is in essentie dezelfde als die bij de verkrijging van rechtspersoonlijkheid door een OV of CV (zie hoofdstuk 24). Kortheidshalve zij voor deze problematiek dan ook verwezen naar hoofdstuk 24, paragraaf 24.3.3. Ik meen dan ook dat een omzetting niet moet leiden tot een wijziging van de entiteit (“eenieder”) en dat de coöperatie, die na omzetting van het EESV ontstaat, voor de btw dezelfde belastingplichtige is als het EESV daarvoor. In het besluit van 1 maart 1990 heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën aangegeven, dat omzettingen van een EESV in een coöperatie en omzettingen van een coöperatie in een EESV, geen consequenties hebben voor de heffing van andere belastingen dan de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting.1 Anders dan op Europees niveau, wordt op nationaal niveau expliciet recht gedaan aan de rechtsvormneutraliteit van het begrip “belastingplichtige” in de btw.