Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 111 Gedelegeerde handelingen en technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de artikelen 103 tot en met 109
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 301 bis gedelegeerde handelingen vast waarin het volgende wordt bepaald:
- a)
een standaardformule overeenkomstig de artikelen 101 en 103 tot en met 109;
- b)
ondermodules die nodig zijn of die de risico's die onder de risicomodules van artikel 104 vallen nauwkeuriger dekken, en latere bijstellingen ervan;
- c)
de methoden, aannames en standaardparameters die moeten worden gekalibreerd aan de in artikel 101, lid 3, bedoelde betrouwbaarheidsniveau en moeten worden gebruikt bij de berekening van elk van de risicomodules of ondermodules van het kernsolvabiliteitskapitaalvereiste zoals beschreven in de artikelen 104, 105 en 304, het symmetrisch aanpassingsmechanisme en de passende periode, uitgedrukt in het aantal maanden, als bedoeld in artikel 106, alsmede de passende benadering voor de integratie van de in artikel 304 bedoelde methode in het solvabiliteitskapitaalvereiste als berekend volgens de standaardformule;
- d)
de correlatieparameters, zo nodig met inbegrip van de in bijlage IV bedoelde parameters en de procedures om deze parameters bij te stellen;
- e)
wanneer verzekerings- en herverzekeringsondernemingen risicolimiteringstechnieken hanteren, de methoden en aannames die moeten worden gebruikt voor de beoordeling van de veranderingen in het risicoprofiel van de betrokken onderneming en voor de aanpassing van de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste;
- f)
de kwalitatieve criteria waaraan de onder e) bedoelde risicolimiteringstechnieken moeten voldoen om er zeker van te zijn dat het risico daadwerkelijk aan een derde partij is overgedragen;
- f bis)
de methoden en parameters die moeten worden toegepast bij de beoordeling van het kapitaalvereiste voor het tegenpartijrisico in het geval van vorderingen op gekwalificeerde centrale tegenpartijen, waarbij deze parameters de consistentie met de behandeling van dergelijke vorderingen van kredietinstellingen en financiële instellingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, punten 1 en 26, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zeker stellen;
- g)
de methoden en parameters die moeten worden gebruikt voor de beoordeling van het kapitaalvereiste voor het operationele risico zoals beschreven in artikel 107, met inbegrip van het in artikel 107, lid 3, bedoelde percentage;
- h)
de methoden en aanpassingen die gebruikt moeten worden om aan te geven dat er minder ruimte is voor risicodiversificatie voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in verband met afgezonderde fondsen;
- i)
de methode die gebruikt moeten worden bij de berekening van de aanpassing voor het vermogen van technische voorzieningen of uitgestelde belastingen om verliezen te compenseren, zoals vastgelegd in artikel 108;
- j)
de onderset van standaardparameters in de modules voor levens-, schade- en ziektekostenverzekeringstechnische risico's die door ondernemingsspecifieke parameters zoals beschreven in artikel 104, lid 7, mogen worden vervangen;
- k)
de standaardmethoden die de verzekerings- of herverzekeringsonderneming moet gebruiken voor de berekening van de ondernemingsspecifieke parameters als bedoeld onder j), en de criteria voor de volledigheid, juistheid en adequaatheid van de gebruikte gegevens waaraan moet worden voldaan voordat de toezichthoudende autoriteiten goedkeuring verlenen, alsook de te volgen procedure voor het verlenen van een dergelijke goedkeuring;
- l)
de vereenvoudigde berekeningen voor specifieke ondermodules en risicomodules, alsook de criteria die verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, met inbegrip van verzekerings- en herverzekeringscaptives, in acht moeten nemen om een van de in artikel 109 bedoelde vereenvoudigingen te mogen toepassen;
- m)
de benadering die moet worden gebruikt met betrekking tot verbonden ondernemingen in de zin van artikel 212 bij de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste, met name bij de berekening van de ondermodule aandelenrisico als bedoeld in artikel 105, lid 5, rekening houdend met de waarschijnlijke afname van de volatiliteit van de waarde van die verbonden ondernemingen die voortvloeit uit de strategische aard van die investeringen en de invloed die door de deelnemende onderneming op die verbonden ondernemingen wordt uitgeoefend;
- n)
het gebruik van externe kredietbeoordelingen van instellingen voor externe kredietbeoordeling bij de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste in overeenstemming met de standaardformule en bij het uitzetten van kredietbeoordelingen op een kredietkwaliteitsschaal als bedoeld in artikel 109 bis, lid 1, dat consistent moet zijn met het gebruik van externe kredietbeoordelingen van instellingen voor externe kredietbeoordeling bij de berekening van de kapitaalvereisten voor kredietinstellingen zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en financiële instellingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 26, daarvan;
- o)
de precieze criteria voor de in artikel 109 bis, lid 2, onder c), bedoelde aandelenindex;
- p)
de precieze criteria voor de aanpassingen die moeten worden aangebracht voor aan de euro gekoppelde valuta's ter vergemakkelijking van de berekening van het in artikel 109 bis, lid 2, onder d), bedoelde ondermodule valutarisico;
- q)
de voorwaarden voor de indeling van regionale en lokale overheden als bedoeld in artikel 109 bis, lid 2, onder a).
2.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te waarborgen, werkt de EIOPA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uit voor de procedures voor de goedkeuring door de toezichthoudende autoriteiten van het gebruik van ondernemingsspecifieke parameters als bedoeld in lid 1, onder k).
De EIOPA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 31 oktober 2014 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.
3.
Uiterlijk op 31 december 2020 beoordeelt de Commissie de geschiktheid van de methoden, aannames en standaardparameters die worden gebruikt bij de berekening van de standaardformule van het solvabiliteitskapitaalvereiste. Bij de beoordeling moet met name rekening worden gehouden met de prestaties van elke activacategorie en financiële instrumenten, het gedrag van de beleggers in die effecten en financiële instrumenten, alsmede ontwikkelingen op het vlak van de internationale vaststelling van normen in de financiële dienstverlening. De herziening van bepaalde activacategorieën kan worden geprioritiseerd. De Commissie doet het Europees Parlement en de Raad een verslag en, in voorkomend geval, voorstellen toekomen ter herziening van deze richtlijn of van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen die krachtens deze richtlijn zijn vastgesteld.
4.
Teneinde een consequente harmonisatie met betrekking tot het solvabiliteitskapitaalvereiste te waarborgen, werkt de EIOPA, behoudens artikel 301 ter, ontwerpen van technische reguleringsnormen uit waarin de kwantitatieve grenzen en criteria voor in aanmerking komende activa nader worden omschreven wanneer die risico's niet voldoende worden gedekt door een ondermodule.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.
Deze technische reguleringsnormen zijn van toepassing op tegenover technische voorzieningen staande activa, met uitzondering van activa die worden aangehouden voor levensverzekeringsovereenkomsten waarbij het beleggingsrisico door de verzekeringnemer wordt gedragen. Ze worden door de Commissie herzien in het licht van de ontwikkelingen in de standaardformule en op de financiële markten.