De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/:Verhandeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/
Verhandeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS381543:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op grond van art. 611g lid 1 Rv geldt voor de verjaring van de dwangsomvordering een termijn van een half jaar. De ratio die in de Gemeenschappelijk Memorie van Toelichting voor die korte verjaringstermijn wordt gegeven, is alleen toepasselijk in gevallen waarin de dwangsom kan oplopen, zoals in geval van een dwangsom per tijdseenheid of per overtreding. In het geval waarin de dwangsom op een bedrag ineens is vastgesteld bestaat voor de korte verjaringstermijn geen rechtvaardiging; het zou de voorkeur verdienen om hier niet af te wijken van de algemene (vijfjaars )termijn.