Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1165
Art. 81 lid 1 RO. Wvggz. Klachtprocedure (art. 10:7 Wvggz). Toepassing verplichte zorg in de vorm van medicatie. Is betrokkene wilsonbekwaam om zijn belangen redelijk te kunnen waarderen?
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1733
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/02999
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1733, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/02999
Datum 25 november 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: J.A.J. Leeman,
tegen
STICHTING [de zorgaanbieder],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de zorgaanbieder,
advocaat: T. van Malssen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
In deze Wvggz-klachtzaak is aan de orde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.