Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 297 [Confrontatie van getuigen. Verhoor buiten tegenwoordigheid van verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1998
- Redactionele toelichting
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de strafzaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging een dagvaarding in eerste aanleg is uitgebracht.
- Bronpublicatie:
15-01-1998, Stb. 1998, 33 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24692)
- Inwerkingtreding
01-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-1998, Stb. 1998, 34 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De rechtbank kan ambtshalve of op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de verdachte getuigen tegenover elkaar stellen.
2.
De voorzitter kan, in afwijking van artikel 296, eerste lid, bevelen dat na een afgelegde getuigenis een of meer getuigen de zittingzaal zullen verlaten en dat een of meer van hen opnieuw zullen worden binnengelaten teneinde hetzij afzonderlijk, hetzij in elkaars bijzijn, nogmaals te worden gehoord.
3.
De voorzitter kan bevelen dat op gelijke wijze als bedoeld in het tweede lid een of meer verdachten de zittingzaal zullen verlaten, opdat een getuige buiten hun tegenwoordigheid zal worden ondervraagd.
4.
In dat geval wordt aan de verdachte onmiddellijk meegedeeld wat buiten zijn aanwezigheid is voorgevallen, waarna het onderzoek kan worden voortgezet.