Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1354
Verklaring verdachte ter zitting in eerste aanleg die niet in proces-verbaal terechtzitting staat ten onrechte in appel voor het bewijs gebruikt.
HR 10-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6924
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00377
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BJ6924
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ6924, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ6924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2009
Essentie
Verklaring verdachte ter zitting in eerste aanleg die niet in proces-verbaal terechtzitting staat ten onrechte in appel voor het bewijs gebruikt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 december 2007, nummer 23/002169-07, in de strafzaak tegen:[Verdachte]. Adv. mr. G.P Hamer en mr. B.P. de Boer te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.