Einde inhoudsopgave
Regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten
Bijlage XII Bepalingen inzake het commerciële referentierentetarief (CIRR)
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2023
- Bronpublicatie:
28-09-2023, PbEU L 2023, 2023/2738 (uitgifte: 11-12-2023, regelingnummer: 2023/2738)
- Inwerkingtreding
31-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2023, PbEU L 2023, 2023/2738 (uitgifte: 11-12-2023, regelingnummer: 2023/2738)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Mededingingsrecht / Financiële transparantie
Afdeling 1. Vaststelling van get CIRR
1
Voor elke valuta van elke deelnemer wordt een CIRR opgesteld, mits de vereiste gegevens ter beschikking van het secretariaat worden gesteld. Een deelnemer of een niet-deelnemer kan om vaststelling van een CIRR voor de valuta van een niet-deelnemer verzoeken. In overleg met de belanghebbende niet-deelnemer kan een deelnemer of het secretariaat dat namens de niet-deelnemer optreedt, een voorstel doen voor de vaststelling van het CIRR in die valuta.
2
Indien andere deelnemers tot financiering in die valuta besluiten, gebruiken zij het CIRR dat voor een bepaalde valuta werd vastgesteld.
3
Het CIRR bestaat uit een basistarief en een marge.
4
Het minimale CIRR mag voor geen enkele valuta minder bedragen dan 15 basispunten.
Vaststelling van het basistarief
5
De CIRR's worden maandelijks berekend en worden op de 15e dag van elke maand van kracht.
6
De CIRR-basistarieven worden berekend met gebruikmaking van rendementen op overheidsobligaties.
7
De voor elke transactie te gebruiken looptijd van de overheidsobligatie wordt bepaald aan de hand van de volgende formule: opnameperiode + 0,5 aflossingsperiode + 0,5 aflossingsfrequentie in jaren (1) (voor standaardaflossingsprofielen). Voor transacties met een niet-standaardaflossingsprofiel wordt de volgende formule toegepast: DP + [Deze afbeelding is in bewerking.] (2). Het resultaat wordt afgerond op het dichtstbijzijnde jaar, met een bovengrens van tien jaar en een benedengrens van drie jaar.
8
De deelnemers berekenen de obligatierendementen aan de hand van het rekenkundig gemiddelde van alle dagrendementen van de 3-,4-,5-,6-,7-,8-,9- en 10-jaarsoverheidsobligaties van de voorgaande kalendermaand voor hun respectieve valuta's. Deze rendementen worden uiterlijk vijf dagen na het einde van elke maand aan het secretariaat meegedeeld en worden maandelijks openbaar gemaakt.
9
Deelnemers kunnen lineaire interpolatie toepassen om de noodzakelijke rendementen vast te stellen, zolang dit binnen het interpolatiebereik van 2-jaarsoverheidsobligaties tot en met 15-jaarsoverheidsobligaties gebeurt. Extrapolatie naar een lager of hoger obligatierendement is niet toegestaan.
10
Indien de gegevens voor een of meer van de noodzakelijke overheidsobligaties niet konden worden verkregen (overeenkomstig de artikelen 8 en 9), is er in die valuta geen CIRR voor transacties waarvoor dergelijke looptijden vereist zijn (overeenkomstig artikel 7), tenzij de ontbrekende gegevens betrekking hebben op kortere looptijden en gegevens voor langere looptijden (tot 10 jaar). In dat geval worden de rendementen van de dichtstbijzijnde langerlopende overheidsobligaties gebruikt om de basisrentes te berekenen waarvoor dergelijke kortere looptijden nodig zijn.
Vaststelling van de marge (3)
11
De marge wordt elk kwartaal berekend (respectievelijk op 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober van elk jaar) op basis van het rendement van vijfjaarsswapspreads (verschil tussen de vijfjaarsoverheidsobligatierente en de vijfjaarsswaprente).
12
De marge wordt berekend aan de hand van de volgende formule: 0,5 × (driemaands gemiddelde van het dagelijkse rendement op vijfjaarsswapspreads) + 80 basispunten. Het resultaat wordt afgerond op het dichtstbijzijnde basispunt, met een bovengrens van 120 basispunten en een benedengrens van 80 basispunten.
13
Het driemaands gemiddelde van de te gebruiken dagelijkse vijfjaarsswapspreads wordt verkregen door het rekenkundig gemiddelde te berekenen van de dagelijkse vijfjaarsswapspread van de laatste drie kalendermaanden in de betrokken valuta's. Zij worden uiterlijk vijf dagen na het einde van elk kwartaal aan het secretariaat gemeld.
14
Ingeval de vijfjaarsswapspread voor een bepaalde valuta niet op de markt beschikbaar is, wordt de marge vastgesteld op 100 basispunten.
15
De resulterende marges worden aan het begin van elk kwartaal openbaar gemaakt.
Afdeling 2. Toepassing van get CIRR
16
Wanneer de overheid financieringssteun verleent voor leningen met een zwevende rentevoet, mogen banken en andere financiële instellingen geen keuze aanbieden tussen de CIRR (ten tijde van het oorspronkelijke contract) en, indien deze lager is, de marktrente op korte termijn gedurende de gehele looptijd van de lening.
Geldigheidsduur van de CIRR's
17
Een CIRR kan worden vergrendeld vóór, op of na de datum van het financiële contract (DFC).
18
Wanneer een CIRR vóór de DFC wordt vergrendeld en aangehouden, mag de periode van bezit niet langer zijn dan 12 opeenvolgende maanden (1), wordt de duur van de periode van bezit uiterlijk op de datum van notering (DoQ) vastgesteld en wordt een extra spread toegevoegd aan het toepasselijke CIRR volgens onderstaande tabel.
Periode van bezit (in maanden) | Kosten van de periode van bezit (basispunten) |
---|---|
1–6 | 20 |
7 | 23 |
8 | 26 |
9 | 30 |
10 | 34 |
11 | 39 |
12 | 44 |
19
Indien de periode van bezit vóór de DFC verstrijkt, kan het CIRR onmiddellijk of op een later tijdstip worden herzien en voor een nieuwe periode van bezit worden aangehouden. Indien de ondertekening van het commerciële contract (SCC) vóór de herziening heeft plaatsgevonden, mag de herziene rente niet lager zijn dan de laatst vergrendelde rente. Er is geen beperking van het aantal keren dat een CIRR kan worden herzien.
20
Elke wijziging in de effectieve renteperiode vóór of op de DFC leidt tot een herberekening van de CIRR-basisrente. Een dergelijke herberekening wordt gebaseerd op de nieuwe effectieve renteperiode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de basistarieven die van kracht zijn op de oorspronkelijke datum van notering (DoQ); deze wordt niet aangemerkt als een herziening of annulering van het CIRR.
Beschikbaarstellingsvergoeding
21
Voor directe kredieten wordt een beschikbaarstellingsvergoeding in rekening gebracht. Indien het CIRR vóór of op de DFC werd vergrendeld, wordt de beschikbaarstellingsvergoeding onmiddellijk na die datum in rekening gebracht. Indien het CIRR na de DFC werd vergrendeld, wordt de beschikbaarstellingsvergoeding onmiddellijk na de datum van notering (DoQ) in rekening gebracht.
22
Deelnemers brengen een beschikbaarstellingsvergoeding in rekening die gelijk is aan of hoger is dan commerciële marktpraktijken, mits deze informatie beschikbaar is.
Vrijwillige annulering en vrijwillige vooruitbetaling
23
Indien een CIRR vrijwillig wordt ingetrokken, mag een later voor dezelfde transactie en dezelfde exporteur genoteerd CIRR niet lager zijn dan het laatst genoteerde CIRR.
24
Vóór de DFC zijn er geen kosten verbonden aan het annuleren van een CIRR of het overschakelen op een variabele rente.
25
Na afloop van de DFC, en ongeacht het tijdstip waarop het CIRR werd vastgesteld, vergoedt de kredietnemer in geval van vrijwillige annulering of vrijwillige vooruitbetaling van een lening of een deel daarvan aan de overheidsinstelling die overheidssteun verleent alle kosten en verliezen die als gevolg van een dergelijke vervroegde vooruitbetaling of vrijwillige opzegging zijn ontstaan. Dit omvat de kosten voor de overheidsinstelling van de vervanging van het deel van de verwachte kasinstroom van vaste rente die wordt onderbroken door voortijdige vooruitbetaling of vrijwillige annulering.
Afdeling 3. Overgangsovereenkomsten
26
De bepalingen van deze bijlage treden op 15 juli 2023 in werking voor transacties die vanaf die datum zijn vastgelegd.
Voetnoten
Aflossingsfrequentie voor jaarlijkse aflossing = 1, voor halfjaarlijkse aflossingen = 0,5 en voor aflossingen per kwartaal = 0,25.
tli = datum van de ie aflossing; tsp = datum van het startpunt; Dli = bedrag betaald bij de ie aflossing.
Na de stopzetting van de LIBOR kwamen de deelnemers op 30 december 2022 overeen voor alle valuta's een tijdelijke marge van 100 basispunten in te voeren gedurende één jaar vanaf de toepassing van de nieuwe CIRR-regels (d.w.z. tot en met 14 juli 2024) of totdat de deelnemers overeenstemming bereiken over een alternatief.
Als het CIRR opnieuw wordt ingesteld, wordt het aantal maanden weer op nul gezet.