RvdW 2016/921:EEX-Verordening. Gebondenheid HR aan prejudiciële beslissing HvJEU. Erkenning vonnis uit andere lidstaat; openbare orde-exceptie in zin art. 34 onder 1 EEX-Vo (oud); geen weigering erkenning op grond van strijd met openbare orde bij onjuiste toepassing van Unierecht; uitputting nationale rechtsmiddelen in lidstaat van herkomst. Proceskosten op voet art. 1019h Rv. Vervolg van HR 20 december 2013, NJ 2014/37 en HvJEU 16 juli 2015, zaak C-681/13.

RvdW 2016/921

EEX-Verordening. Gebondenheid HR aan prejudiciële beslissing HvJEU. Erkenning vonnis uit andere lidstaat; openbare orde-exceptie in zin art. 34 onder 1 EEX-Vo (oud); geen weigering erkenning op grond van strijd met openbare orde bij onjuiste toepassing van Unierecht; uitputting nationale rechtsmiddelen in lidstaat van herkomst. Proceskosten op voet art. 1019h Rv. Vervolg van HR 20 december 2013, NJ 2014/37 en HvJEU 16 juli 2015, zaak C-681/13.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

EEX-Verordening. Gebondenheid HR aan prejudiciële beslissing HvJEU. Erkenning vonnis uit andere lidstaat; openbare orde-exceptie in zin art. 34 onder 1 EEX-Vo (oud); geen weigering erkenning op grond van strijd met openbare orde bij onjuiste toepassing van Unierecht; uitputting nationale rechtsmiddelen in lidstaat van herkomst. Proceskosten op voet art. 1019h Rv. Vervolg van HR 20 december 2013, NJ 2014/37 en HvJEU 16 juli 2015, zaak C-681/13.

Op grond van het Unierecht is uitgangspunt dat de nationale rechter die in een bij hem aanhangig geding een prejudiciële vraag aan het HvJEU heeft gesteld, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.