Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)
Artikel 23 Inspecties en controles
Geldend
Geldend vanaf 13-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Inwerkingtreding
13-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten voeren passende inspecties en controles uit om na te gaan of deze richtlijn correct wordt uitgevoerd.
Deze inspecties hebben ten minste betrekking op:
- a)
informatie die is gemeld in het kader van de registratie van producenten;
- b)
de overbrenging, en in het bijzonder de uitvoer van AEEA naar bestemmingen buiten de Unie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1013/2006 en Verordening (EG) nr. 1418/2007, en
- c)
de handelingen die plaatsvinden in verwerkingsinstallaties overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG en bijlage VII bij deze richtlijn.
2.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de overbrenging van gebruikte EEA waarvan vermoed wordt dat het AEEA is, geschiedt overeenkomstig de minimumvoorschriften van bijlage VI en controleren de overbrenging dienovereenkomstig.
3.
De kosten van de passende analyses en inspecties, waaronder de opslagkosten, van gebruikte EEA waarvan vermoed wordt dat het AEEA is, kunnen in rekening worden gebracht aan de producenten, aan derden die in hun naam handelen, of aan andere personen die de overbrenging organiseren van gebruikte EEA waarvan vermoed wordt dat het AEEA is.
4.
Ter waarborging van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel en van bijlage VI, en met name van punt 2 van bijlage VI, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin aanvullende voorschriften inzake inspecties en controles worden bepaald. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 21, lid 2.