Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)
Artikel 5 Gescheiden inzameling
Geldend
Geldend vanaf 13-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Inwerkingtreding
13-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten nemen passende maatregelen om de verwijdering van AEEA in de vorm van ongesorteerd stedelijk afval tot een minimum te beperken, een correcte verwerking van alle ingezamelde AEEA te waarborgen en een hoog niveau van gescheiden inzameling van AEEA te bereiken, met name, en bij voorrang, voor warmte- of koude-uitwisselende apparatuur die ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen bevatten, kwikhoudende fluorescentielampen, fotovoltaïsche panelen en kleine apparatuur als omschreven in categorie 5 en 6 van bijlage III.
2.
Wat AEEA van particuliere huishoudens betreft, dragen de lidstaten er zorg voor dat:
- a)
systemen worden ingevoerd waardoor de laatste houders en de distributeurs dergelijke afvalstoffen ten minste zonder kosten kunnen inleveren. De lidstaten dragen zorg voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de noodzakelijke inzamelingsinrichtingen, met name rekening houdend met de bevolkingsdichtheid;
- b)
de distributeurs er de verantwoordelijkheid voor dragen dat bij de levering van een nieuw product een gelijke hoeveelheid van zulk afval, ten minste zonder kosten, bij de distributeur kan worden ingeleverd, met dien verstande dat de apparatuur van een gelijkwaardig type is en dezelfde functies had als de geleverde apparatuur. De lidstaten kunnen van deze bepaling afwijken, mits zij ervoor zorgen dat zulks de inlevering van AEEA niet bemoeilijkt voor de laatste houder en dat het kosteloos blijft voor de laatste houder. De lidstaten die van deze afwijking gebruikmaken, stellen de Commissie daarvan in kennis;
- c)
in detailhandelszaken met een verkoopoppervlak voor EEA van ten minste 400 m2, of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, de distributeurs zorgen voor de inzameling, die gratis is voor eindgebruikers, van heel kleine AEEA (zonder buitenafmetingen van meer dan 25 cm), zonder de verplichting EEA van een vergelijkbaar type te kopen, tenzij een onderzoek uitwijst dat alternatieve bestaande inzamelingsregelingen waarschijnlijk minstens even doeltreffend zijn. Dergelijke onderzoeken zijn voor het publiek beschikbaar. Ingezamelde AEEA wordt op gepast verwerkt in overeenstemming met artikel 8;
- d)
het de producenten toegestaan is, onverminderd a), b) en c), individuele en/of collectieve terugnamesystemen voor AEEA uit particuliere huishoudens in te voeren en te exploiteren, mits de systemen overeenkomen met de doelstellingen van deze richtlijn;
- e)
gelet op de nationale veiligheids- en gezondheidsvoorschriften en deze van de Unie kan AEEA die is verontreinigd en daardoor een risico oplevert voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel, bij inlevering als bedoeld onder a), b) en c) worden geweigerd. De lidstaten stellen voor deze AEEA specifieke regelingen vast.
De lidstaten kunnen specifieke regelingen vaststellen voor de inlevering uit hoofde van a), b) en c) van AEEA, in gevallen waarin essentiële onderdelen ontbreken of indien de apparatuur afvalstoffen bevat, die niet als AEEA kunnen worden aangemerkt.
3.
De lidstaten kunnen de marktdeelnemers aanwijzen aan wie het toegestaan is AEEA van particuliere huishoudens in te zamelen als bedoeld in lid 2.
4.
De lidstaten kunnen vereisen dat de AEEA die wordt ingeleverd bij de in de leden 2 en 3 bedoelde inzamelingsinrichtingen, wordt afgegeven bij de producenten of derden die in hun naam handelen dan wel, met het oog op de voorbereiding voor hergebruik, bij aangewezen inrichtingen of bedrijven.
5.
Wat AEEA van andere dan particuliere huishoudens betreft en onverminderd artikel 13 dragen de lidstaten er zorg voor dat de producenten of derden die in hun naam handelen dergelijk afval inzamelen.