Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)
Artikel 20 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 13-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Inwerkingtreding
13-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 197 (uitgifte: 24-07-2012, regelingnummer: 2012/19/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De in artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 19 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 13 augustus 2012. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 19 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een later daarin genoemde datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.
Een overeenkomstig artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 4, artikel 10, lid 3, en artikel 19 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of wanneer zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.