Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000
Representativiteit
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67396 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-0000019662)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67396 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-0000019662)
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Bijzondere onderwerpen pensioenen
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Wanneer de aanvraag om verplichtstelling volledig is, zal worden beoordeeld of de aanvraag is ingediend door een naar de mening van de Minister van SZW voldoende belangrijke meerderheid van het georganiseerde bedrijfsleven. Het georganiseerde bedrijfsleven in de bedrijfstak, zoals genoemd in artikel 2, eerste lid, Wet Bpf 2000, bestaat uit de partijen die de aanvraag indienen, zijnde één of meer verenigingen van werkgevers samen met één of meer verenigingen van werknemers.
Bij een eerste aanvraag van verplichtstelling wordt de representativiteit berekend over de gehele werkingssfeer van het bpf waarvoor verplichtstelling wordt gevraagd. Het is mogelijk dat partijen aangeven dat een bpf meerdere afgebakende bedrijfstakken omvat. In zo'n situatie zal de beoordeling van de representativiteit plaatsvinden per afzonderlijke bedrijfstak en daarmee ook voor het geheel. Het is immers van belang te waarborgen dat binnen alle bij het bpf aangesloten bedrijfstakken een belangrijke meerderheid de verplichtstelling wenst. Het moet niet zo kunnen zijn dat twee grote bedrijfstakken een verplichtstelling kunnen opleggen aan een derde, kleine bedrijfstak.