Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/193
Motivering strafoplegging. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:83
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/00062
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:83, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Essentie
Motivering strafoplegging. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
22 januari 2019
Strafkamer
nr. S 18/00062
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 september 2017, nummer 20/003127-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij verstek bij arrest van 1 september 2017 het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-170620-15 tenlastegelegde en de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.