Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/778
Art. 81 lid 1 RO. Energierecht. Onrechtmatige daad. Netbeheerder wijst verzoek om verzwaarde aansluiting af wegens ontbreken capaciteit (art. 24 lid 2 Elektriciteitswet 1998). Ex tunc-beoordeling van 'contractuele congestie'. Discriminatieverbod van art. 24 lid 3 Elektriciteitswet 1998.
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1096
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
20/01410
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Energierecht / Algemeen
Energierecht / Distributie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1096, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:134, Conclusie, Hoge Raad, 12‑02‑2021
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
Een regionale netbeheerder heeft een verzoek van een aangesloten bedrijf om meer transportcapaciteit afgewezen op de grond dat de beschikbare capaciteit reeds is gecontracteerd en er geen ruimte voor uitbreiding bestaat. Het hof heeft geoordeeld dat de netbeheerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat in dit geval sprake is van contractuele congestie (waarbij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.