Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied
Artikel 3 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2008
- Bronpublicatie:
21-12-2005, Trb. 2005, 312 (uitgifte: 23-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 184 (uitgifte: 22-09-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampvoorbereiding
Vervoersrecht / Zeevervoer
Openbare orde en veiligheid (V)
1.
Het gemeenschappelijk nautisch beheer is van toepassing op de volgende scheepvaartwegen:
- a.
de Westerschelde en haar aanlooproutes gelegen in het door de Permanente Commissie nader afgebakende werkingsgebied van Vessel Traffic Services Schelde en haar Mondingen, voor zover ze gelegen zijn:
- 1°
in de Belgische en Nederlandse territoriale zee;
- 2°
daarbuiten in zones die door België, onderscheidenlijk Nederland, overeenkomstig de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde regels met betrekking tot verkeersbegeleidingssystemen buiten de Belgische en Nederlandse territoriale zee zijn aangewezen, voor zover het aangelegenheden betreft waarvoor de Verdragsluitende Partijen internationaalrechtelijk bevoegd zijn;
- b.
het Nederlands gedeelte van het Kanaal van Gent naar Terneuzen vanaf de grens met België tot aan de sluizen van Terneuzen, alsmede het gebied van de Westsluis, de Middensluis en de Oostsluis te Terneuzen, de Westbuitenhaven en de Oostbuitenhaven te Terneuzen, tot aan de denkbeeldige lijn getrokken over de koppen van de havenhoofden;
- c.
het Belgisch gedeelte van het Kanaal van Gent naar Terneuzen vanaf de Meulestedebrug tot de grens met Nederland;
- d.
de Beneden-Zeeschelde, met inbegrip van de toegangsgeulen van de sluizen tot aan de meest stroomafwaarts gelegen sluisdeuren, die voor de toepassing van dit Verdrag is begrensd:
- 1°
stroomopwaarts door het verlengde van de lijn getrokken door de twee richtingspalen gelegen op ongeveer één kilometer stroomopwaarts van het zuidelijk uiteinde der kaden van Antwerpen;
- 2°
stroomafwaarts door de Belgisch-Nederlandse grens.
2.
De Permanente Commissie kan, overeenkomstig Artikel 5, regels stellen met het oog op de precisering van de omschrijving en afbakening van de in het eerste lid genoemde scheepvaartwegen of, indien de gevolgen van infrastructurele veranderingen daartoe noodzaken, met het oog op de aanpassing ervan.
3.
Het gemeenschappelijk nautisch beheer is, onverminderd de bepalingen van dit Verdrag betreffende de ketenbenadering, niet van toepassing op de havendokken en aanlegplaatsen die met de in het eerste lid bedoelde scheepvaartwegen in verbinding staan.
4.
Het gemeenschappelijk nautisch beheer is van toepassing op alle schepen die het Scheldegebied bevaren.