Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied
Artikel 11 Strafrechtelijke sancties
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2008
- Bronpublicatie:
21-12-2005, Trb. 2005, 312 (uitgifte: 23-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 184 (uitgifte: 22-09-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampvoorbereiding
Vervoersrecht / Zeevervoer
Openbare orde en veiligheid (V)
1.
Ten aanzien van de strafbaarstelling van de overtreding van de bij of krachtens dit Verdrag vastgestelde regels en besluiten, dragen de Verdragsluitende Partijen zorg voor de vaststelling van de nodige regels terzake. De Verdragsluitende Partijen streven daarbij naar een harmonisatie van de strafmaat. De strafbaarstellingen en de strafmaten zullen niet betekenisvol afwijken van de strafbaarstellingen en de strafmaten voor de scheepvaartwegen van de Verdragsluitende Partijen die buiten het Scheldegebied zijn gelegen. De Permanente Commissie zal zich inspannen om de bevoegde overheden te brengen tot een onderlinge afstemming van het vervolgingsbeleid in de beide landen.
2.
Uitsluitend de Belgische overheid is bevoegd tot vervolging en berechting van een gezagvoerder van een schip, inzake de overtreding van de regels en besluiten, bedoeld in het eerste lid, indien de overtreding uitsluitend is gepleegd op Belgisch grondgebied.
3.
Uitsluitend de Nederlandse overheid is bevoegd tot vervolging en berechting van een gezagvoerder van een schip, inzake de overtreding van de regels en besluiten, bedoeld in het eerste lid, indien de overtreding uitsluitend is gepleegd op Nederlands grondgebied.
4.
Indien de gezagvoerder van een schip de overtreding van een regel of besluit, bedoeld in het eerste lid, op zowel Belgisch als Nederlands grondgebied heeft gepleegd, is:
- a.
uitsluitend de Belgische overheid bevoegd tot vervolging en berechting van de gezagvoerder, indien het een schip betreft onder Belgische vlag;
- b.
uitsluitend de Nederlandse overheid bevoegd tot vervolging en berechting van de gezagvoerder, indien het een schip betreft onder Nederlandse vlag;
- c.
de Belgische overheid bij voorrang bevoegd tot vervolging en berechting van de gezagvoerder, indien het een schip betreft onder een andere vlag dan genoemd onder a en b. Indien binnen een termijn van zes maanden in België de procedure tot vervolging niet werd ingezet, zal vervolging en berechting door de Nederlandse overheid kunnen plaatsvinden.
5.
Een overtreding als bedoeld in het eerste lid, wordt beoordeeld volgens de regels terzake van het land waarvan de overheid ingevolge het tweede tot en met het vierde lid, bevoegd is tot vervolging en berechting.
6.
De Verdragsluitende Partijen zijn wederzijds verplicht tot het ter beschikking stellen van opsporingsgegevens en informatie over niet-vervolging en vonnissen.
7.
Opsporings- en vervolgingshandelingen dienen tot zo weinig mogelijk vertraging voor het betrokken schip te leiden.