Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 69 [Ondertekening. Bekrachtiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
30-10-2007, PbEU 2009, L 147 (uitgifte: 10-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2010, Internet 2010, www.eda.admin.ch (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
Dit verdrag staat open voor ondertekening door de Europese Gemeenschap, Denemarken en staten die op het tijdstip van de openstelling voor ondertekening lid zijn van de Europese Vrijhandelsassociatie.
2.
Dit verdrag is onderworpen aan bekrachtiging door de ondertekenaars. De akten van bekrachtiging worden neergelegd bij de Zwitserse Bondsraad, die als depositaris van dit verdrag zal optreden.
3.
Op het tijdstip van de bekrachtiging kunnen de verdragsluitende partijen verklaringen indienen overeenkomstig de artikelen I, II en III van Protocol 1.
4.
Het verdrag treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na de datum waarop de Europese Gemeenschap en een lid van de Europese Vrijhandelsassociatie hun akten van bekrachtiging hebben neergelegd.
5.
Het verdrag wordt met betrekking tot elke andere partij van kracht op de eerste dag van de derde maand volgende op het neerleggen van de akte van bekrachtiging van die partij.
6.
Onverminderd artikel 3, lid 3, van Protocol 2, vervangt dit verdrag met ingang van de in de leden 4 en 5 omschreven inwerkingtreding ervan het Verdrag van Lugano van 16 september 1988 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Elke verwijzing naar het Verdrag van Lugano van 1988 in andere instrumenten moet worden opgevat als een verwijzing naar dit verdrag.
7.
Wat de betrekkingen tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de in artikel 70, lid 1, onder b), bedoelde niet-Europese grondgebieden betreft, vervangt dit verdrag met ingang van de in artikel 73, lid 2, bedoelde inwerkingtreding ervan met betrekking tot deze grondgebieden het Verdrag van Brussel van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en het Protocol van Luxemburg van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging van genoemd verdrag door het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd bij de verdragen betreffende de toetreding tot genoemd verdrag en tot genoemd protocol door de tot de Europese Gemeenschappen toetredende staten.