Einde inhoudsopgave
Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie
Artikel 36 Bezoldiging bij schorsing
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 11-05-2005
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende lid 4 komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-08-2006, terugwerkend tot: 11-05-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Bij de ambtenaar die ingevolge artikel 109, eerste lid, dan wel ingevolge artikel 109, tweede lid, onderdeel a of b, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie is geschorst, wordt door de commandant voor de duur van die schorsing eenderde gedeelte ingehouden van de bezoldiging, tenzij het hoofd defensieonderdeel bepaalt dat geen inhouding zal plaatsvinden.
2.
In geval een schorsing als bedoeld in het eerste lid, langer duurt dan zes weken, kan het hoofd defensieonderdeel bepalen dat gedurende die verdere duur van die schorsing een verdere inhouding plaatsvindt tot het volle bedrag der bezoldiging. Bij de afweging omtrent de hoogte van de inhouding wordt de financiële positie van de ambtenaar in de beschouwing betrokken.
3.
Bij de ambtenaar die ingevolge artikel 109, tweede lid, onderdeel c, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie is geschorst, vindt geen inhouding van bezoldiging plaats.
4.
De ingehouden bezoldiging kan alsnog geheel of gedeeltelijk aan de ambtenaar worden uitbetaald, indien een schorsing als bedoeld in artikel 109, tweede lid, onderdeel a of b, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie niet wordt gevolgd door een veroordeling tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, een vrijheidsbenemende maatregel, ontslag op grond van artikel 121, eerste lid, onderdeel e, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie of een onvoorwaardelijk ontslag bij wijze van straf. Op de aldus uit te keren bezoldiging worden in mindering gebracht de inkomsten, welke de ambtenaar sedert de schorsing heeft genoten uit arbeid, die hij als gevolg van de schorsing heeft kunnen verrichten, tenzij zulks, naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel, onredelijk of onbillijk is.
5.
In geval van schorsing tijdens ziekte van de ambtenaar is voor de berekening van de bezoldiging artikel 30 van toepassing.