Einde inhoudsopgave
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Artikel 109 Gevallen waarin schorsing plaatsvindt
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stb. 2019, 198 (uitgifte: 05-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stb. 2019, 437 (uitgifte: 29-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar is van rechtswege in zijn ambt geschorst, wanneer hij krachtens wettelijke maatregel van zijn vrijheid is beroofd, tenzij die vrijheidsbeneming het gevolg is van een maatregel, anders dan op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, genomen in het belang van de volksgezondheid.
2.
Onverminderd artikel 99, eerste lid, j°. artikel 100, eerste lid, onderdeel k, kan de ambtenaar voorts in zijn ambt worden geschorst:
- a.
indien een strafrechtelijke vervolging ter zake van misdrijf tegen hem is ingesteld;
- b.
wanneer hem het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag is te kennen gegeven, dan wel hem die straf is opgelegd;
- c.
wanneer het belang van de dienst zulks vordert.