Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/5.4.3.1:5.4.3.1 Spontaan genoemde redenen Rechtszekerheid & afspraak is afspraak (9x)
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/5.4.3.1
5.4.3.1 Spontaan genoemde redenen Rechtszekerheid & afspraak is afspraak (9x)
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS594393:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Ktr Provincie, man.
Hof Randstad, vrouw.
Rb Provincie, man.
Ktr Provincie, man.
Hof Provincie, man.
Hof Provincie, man.
Ktr Provincie, man.
Ktr Provincie, man.
Ktr Provincie, man.
De uitzending is terug te bekijken op http://www.trosradar.nl en het thema komt aan bod vanaf de 9e minuut.
Ktr Provincie, man.
Rb Randstad, man.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De helft van de rechters noemt rechtszekerheid als argument om terughoudend te zijn met kostenconsequenties. Dit argument wordt wel op twee wezenlijk verschillende wijzen gebruikt.
De eerste en meest genoemde wijze ziet vooral op het feit dat het liquidatietarief nu eenmaal zo afgesproken is. Het is dan onwenselijk als individuele rechters plotseling consequenties aan gedrag gaan verbinden, terwijl collega sdat bij soortgelijk gedrag niet doen. Het gevolg is rechtsonzekerheid, maar dit nadeel zou gerepareerd kunnen worden als de rechters landelijk afspraken maken en aankondigen om vaker kostenconsequenties te gaan hanteren.
‘ We hebben het met zijn allen afgesproken en dat is ook iets waar partijen op kunnen rekenen, dat je het op die manier doet. Dus je schept ook een bepaalde verwachting. Ik denk dat als je van plan bent daarbij af te wijken, ook bij evident gedrag, en je ziet het van tevoren aankomen. Dan is het misschien wel goed als je partijen van tevoren maar even vertelt van: ' Jongens. Dit staat te gebeuren als jullie zo doorgaan . 1
Enkele rechters zijn echter van mening dat het verbinden van kostenconsequenties aan procesgedrag an sich leidt tot willekeur en daardoor tot minder rechtszekerheid. Dus ook als het in landelijke regelingen wordt vastgelegd.
‘ Rechtszekerheid. Men weet dat als je gaat procederen, dan loop je bepaalde risico s. En als je in het gelijk wordt gesteld, dan wordt de wederpartij in de kosten veroordeeld, en andersom. Het wordt erg willekeurig als een rechter denkt te zien wat er precies aan de hand is. En misschien er dan nog naast zitten ook. 2
Voor veel rechters is de rechtszekerheid dus een argument om gezien de huidige rechtersregelingen niet te snel kostenconsequenties aan gedrag te verbinden. Volgens een deel van hen is dit overkomelijk, wanneer de regelingen zouden worden aangepast, voor anderen is rechtsonzekerheid inherent aan kostenconsequenties op procesgedrag.
Geschil binnen het geschil (satellite litigation) (7x)
Ook een veel genoemd argument is dat het verbinden van kostenconsequenties aan gedrag ook weer tijd en geld kost, doordat de rechter er over moet oordelen en vaak partijen zich er ook over zullen uitlaten.
‘ En wat we per se niet willen, is dat we een nieuw geschil, maar dan over de proceskosten en de vraag of de bepaalde proceshandelingen nodeloos zijn verricht, bij krijgen. Want dat gevaar dreigt hè. Als je denkt: ik kan het zo niet beoordelen, maar ik zal er achter moeten zien te komen, dan heb je er in wezen een nieuw geschil bij. Alleen maar over de vraag of een deel van de proceskosten misschien voor rekening van de ander gebracht moet worden. En dan moet je bedenken dat in de meeste gevallen het helemaal niet om zo n hoge bedragen gaat aan proceskosten. Maar je krijgt wel een beetje een droste-effect op die manier. Alleen over dat kleine stukje nasleep van de procedure ga je een nieuw geschil beginnen. Dat willen we echt voorkomen. 3
Opvallend is dat dit argument vaak wordt genoemd, maar door geen van de kantonrechters. Dit valt gezien de andere opmerkingen van kantonrechters tijdens de interviews wellicht te verklaren door het feit dat die zaken procedureel het minst complex zijn en men daarom niet bang is dat deze satellite litigation de stroomlijning van het proces verstoort.
Weinig verstorend gedrag/hoge drempel (12x)
Het meest genoemde argument is gezien de uitkomsten van het eerste deel van het interview niet verbazingwekkend: er komt weinig gedrag voor dat als evident onnodig vertragend en/of kostenverhogend wordt ervaren, waarbij met name de ' voorzienbaarheid een hoge drempel vormt. Dus voor zover er al verstorend gedrag voorkomt, zijn de rechters ook nog terughoudend met de vaststelling daarvan.
‘ Ik vind dat wel lastig, omdat het natuurlijk altijd wat subjectief is hè. Het is natuurlijk altijd makkelijk om achteraf te zeggen of iets nodeloos was of niet. Afgezien van de zaken die natuurlijk evident zijn. Maar er zijn er een heleboel die een beetje op die rand lopen. En om dat nu al te hard te gaan afstraffen. Je moet het mensen altijd mogelijk maken om hun geschil in volledigheid voor te leggen aan de rechter. 4
Meerdere rechters koppelen dit argument ook aan het voorgaande argument van satellite litigation. Doordat de grens tussen nodig en onnodig gedrag vaag is, kost het extra tijd om vast te stellen of de drempel van verstorend procesgedrag gehaald is.
‘ Dus het kost je ook nog extra tijd. Je moet er dan ook echt een punt van maken. Dan zit je meteen ook, als je dat moet motiveren, een beetje bij de grens van: wat is nou nog gewoon een beetje onwenselijk maar misschien wel gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt, en wanneer ga je nou over de schreef? Ik heb het gevoel toch al een beetje dat je in de sfeer van iets onrechtmatigs moet komen en dat zie je gewoon niet vaak in procedures. Dat je zover zit dat aan die maatstaf wordt voldaan. (.. ) Als je het echt als een sturend instrument zou willen gebruiken, dan denk ik dat ten eerste de
prikkel niet groot genoeg is door de omvang en ten tweede de behoefte om daar nog een aparte motivering aan te moeten wijden, dan krijg je een geschil over de kosten, terwijl je net klaar was met het geschil te beslissen. 5
Het liquidatietarief is laag/kosten spelen een te kleine rol (3x)
Een argument dat vooral opgaat voor terughoudendheid met de nodelozekosten-regeling, is dat het daarbij slechts om kleine bedragen gaat die de werkelijke kosten toch niet dekken.
‘(..) omdat het vaak op het geheel van de procedure kruimels zijn. Zeker als je een half puntje meer of minder gaat doen. 6
Volgens deze redenering zijn de kostenprikkels dus te klein om gedrag te sturen.
De zaak niet op scherp willen zetten (familiezaken) (1x)
Eén kantonrechter is van mening dat in familiezaken een kostenveroordeling wegens procesgedrag de zaak nog meer op scherp zet, terwijl een vergoelijkende opstelling beter kan werken.7
Kostensancties zijn achteraf, dus ineffectief (4x)
Een viertal respondenten is van mening dat een kostensanctie niet goed prikkelt, omdat die pas aan het eind van het vonnis wordt gegeven, wanneer het verstorende gedrag al voorbij is.
‘ Als er nodeloze rondjes zijn gemaakt, dan vind je dat terug in het vonnis. Maar het proces is voorbij. Dus alleen maar bij spelers die terugkomen, kun je gedrag beïnvloeden, maar bij incidentele spelers zal dat niet gebeuren. 8
Eén van deze rechters denkt dat dit probleem door goede informatieverstrekking wel kan worden verminderd.
‘ Ik kan me wel voorstellen dat daar per zaak niet zoveel mee gedaan wordt, omdat je denkt: het is nou toch al gebeurd. Dus wil je het daarnaast gaan gebruiken als middel om partijen te sturen op de manier van procederen, dan moet je wel landelijk heel erg duidelijk gaan maken: wij gaan landelijk met zijn allen streng kijken naar de wijze van procederen. En ook daar veel meer consequenties aan verbinden in de zin van proceskosten.
Partijen niet willen straffen voor advocatengedrag (1x)
Eén rechter is van mening dat een kostenveroordeling als processuele sanctie te veel de partij zelf straft, in plaats van diens advocaat.
‘ Het is ook dat je vaak een partij ook straft, niet advocaten. Dat is het vaak. Als het een groot bedrijf is, dan zou ik er minder problemen mee hebben. Maar je straft de partij ook. Daar loop je natuurlijk wel vaak tegen aan, dat je vindt dat een advocaat ten nadele van zijn partij of niet ten voordele van zijn partij allerlei dingen doet. 9
Wederpartij verdient extraatje niet (1x)
Ook één keer genoemd is de stelling dat de wederpartij het voordeel van een kostenconsequentie soms niet verdient.
‘ Partijen doen het allebei dus vaak, als het gaat om kansloze stellingen en verweren, dat hoort in onze cultuur erbij. De advocaat denkt: ' Dit argument is niet zo sterk, maar dan hoor ik het wel, het doet verder geen kwaad. Dat werkt vertragend en ook wel kostenverhogend, maar het wordt niet afgestraft. Dit gebeurt aan beide kanten. (.. ) Tweede is wat ik ook genoemd heb. Dat de andere partij ook vaak in een andere zin boter op het hoofd heeft. Als het gaat om een stuk dat laat wordt overgelegd, wat die vaak zelf ook kent, maar dat hem helemaal niet uitkwam. Moet ik dan die partij een voordeel gunnen ten laste van de andere partij? Nu komt de waarheid naar boven, althans een stukje van de waarheid. Er komt in ieder geval iets meer duidelijkheid.
Eigen vertraging rechterlijke organisatie (niet als expliciet/spontaan antwoord gegeven)
Dit argument is een wat vreemde eend in de bijt en behoeft nadere toelichting. Nadat 6 van de 18 interviews waren afgenomen, stond op maandagavond 21 september 2009 de uitzending van het consumentenprogramma Radar in het teken van de lange doorlooptijden bij de rechter.10 Daarin kwam ook één van de promotoren, prof. Maurits Barendrecht, kritisch aan het woord over de rechterlijke organisatie. De 12 rechters die ik in de weken daarna interviewde, maakten daar soms nog voorafgaand aan het interview of juist naderhand een opmerking over (overigens niet altijd even serieus). Soms was men kritisch over de Radaruitzending zelf, maar bij enkele rechters had het ook de strekking van: 'Jouw onderzoek gaat over vertragend partijgedrag, maar de boel vertragen doen we zelf nog erger.
Uiteindelijk wordt de uitzending slechts vier keer on the record door de respondenten of mijzelf aangehaald in de interviews, waarbij één rechter zegt terughoudender te zijn met streng zijn ten opzichte van partijgedrag, wanneer de eigen werkvoorraad al voor vertraging zorgt. Echter, ook uit bovengenoemde zijdelings gemaakte opmerkingen komt dit beeld van ' we willen niet de pot zijn die de ketel iets verwijt of ' partijvertraging laat onze eigen vertraging minder opvallen soms naar boven.
‘Ik weet niet of jij ook meegenomen hebt, dat staat er een beetje los van hè, maar ik kan me voorstellen dat als verklaring voor het wel toestaan van vertraging en het niet zo erg vinden van vertraging, dat een oorzaak daarvan is dat het hier gewoon hartstikke druk is. Niet zo erg, want we hebben toch werk genoeg. (.. ) Dan weet je dus: ik heb genoeg werk en ik moet hard werken om dat voor elkaar te krijgen, en als er dan eens een zaak wat vertraging oploopt in de loop van de procedure, dan denk je: nou, dat is niet zo n punt. 11
‘Vertragend vind ik al helemaal moeilijk. De meeste vertraging komt van de rechtbank zelf, niet van partijen zou ik zeggen. Die procederen in het algemeen, voor zover ik dat kan overzien, wel redelijk snel. Voor zover er vertraging optreedt, komt dat door ons omdat we geen capaciteit hebben om de zaak weg te werken.'12
Al met al is dit argument nauwelijks expliciet genoemd, maar lijkt het op de achtergrond soms wel mee te spelen, hoewel daarover verder geen harde conclusies getrokken kunnen worden.