Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1199
Onvoldoende bewijs voorbedachte raad.
HR 14-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2962
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04714
- Conclusie
A-G mr P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2962, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2014
Essentie
Onvoldoende bewijs voorbedachte raad.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 maart 2013, nummer 20/003208-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. G.G.J. Knoops, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 20 maart 2013 het OM niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder parketnummer 01-821311-11 tenlastegelegde, en de verdachte wegens 1 primair “Poging tot moord, meermalen gepleegd” en 2 “Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.