Vgl. HR 1 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:111, rov. 2.3.1.
HR, 07-03-2023, nr. 20/03336
ECLI:NL:PHR:2023:263
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
07-03-2023
- Zaaknummer
20/03336
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2023:263, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑03‑2023
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2023:762
Conclusie 07‑03‑2023
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Veroordeling voor onder meer mensensmokkel en deelneming aan een criminele organisaite, art. 197a en art. 140 Sr. 1. Bewijsklacht t.a.v. de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde periodes; 2. bewijsklacht t.a.v. het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde ‘terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt’ en 3. bewijsklacht deelneming aan criminele organisatie. Conclusie strekt tot vernietiging maar uitsluitend voor wat betreft de hoogte van de opgelegde straf. Samenhang met 20/03335.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer20/03336
Zitting 7 maart 2023
CONCLUSIE
B.F. Keulen
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
hierna: de verdachte
De verdachte is bij arrest van 13 oktober 2020 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wegens in de zaak met parketnummer 08-963573-15 1. ‘mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, meermalen gepleegd’ en ‘een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, meermalen gepleegd’; 2. ‘mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt’ en ‘een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt’; 3. ‘mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt’; 6. ‘deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven’; 7. en 8. telkens: ‘een reisdocument of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is, meermalen gepleegd’ en in de zaak met parketnummer 08-963556-16 ‘in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, en terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, meermalen gepleegd’ veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest als bedoeld in art. 27, eerste lid, Sr. Het hof heeft daarnaast een geldbedrag van € 8000,- verbeurd verklaard en de teruggave van diverse inbeslaggenomen voorwerpen gelast.
Er bestaat samenhang met de zaak 20/03335. In deze zaak zal ik vandaag ook concluderen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. H. Weisfelt, advocaat te 's‑Gravenhage, heeft drie middelen van cassatie voorgesteld.
Het eerste en tweede middel bevatten bewijsklachten inzake het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde. Het derde middel bevat een bewijsklacht inzake het in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 6 bewezenverklaarde. Voordat ik de middelen bespreek, geef ik eerst de bewezenverklaring van deze feiten, de daarop betrekking hebbende bewijsmiddelen en ’s hofs bewijsoverwegingen weer.
Bewezenverklaringen, bewijsmiddelen en ’s hofs bewijsoverwegingen
5. Het hof heeft ten laste van de verdachte in de zaak met parketnummer 08-963573-15 onder 1, 2, 3 en 6 bewezenverklaard dat:
‘1. hij in de periode 1 mei tot en met 22 juni 2015 in Nederland en te Griekenland en te Frankrijk (telkens), terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt personen, in het dossier aangeduid als:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] -1978 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] -1987 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] -2014 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] -2010 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] -2011 te [geboorteplaats]
(allen) met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Frankrijk en België en Nederland en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- via viber contacten te leggen en te onderhouden en te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen, en
- (valse) Griekse verblijfsvergunningen in te vullen op naam van die bovengenoemde personen en/of te regelen voor en op te sturen naar die bovengenoemde personen, en
- die bovengenoemde personen, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Frankrijk naar Nederland te vervoeren en
- die bovengenoemde personen, onderdak te verlenen en
- die bovengenoemde personen te adviseren de paspoorten bij hem, verdachte, achter te laten en
- die bovengenoemde personen bij het AZC in Ter Apel af te zetten en
- zich door die bovengenoemde personen hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en de doorreis door Frankrijk en België en Nederland en verblijf in Nederland van die bovengenoemde personen, heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
2. hij in de periode 1 september 2014 tot en met 5 januari 2015 in Nederland en te Griekenland en te Spanje, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt een persoon, in het dossier aangeduid als:
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] -1983 te [geboorteplaats] met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Spanje en Frankrijk en België en Nederland en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, door
- via viber contacten te leggen en te onderhouden en te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en
- tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en
- een (valse) Griekse verblijfsvergunning op naam van die bovengenoemde persoon te regelen voor die bovengenoemde persoon
- die bovengenoemde persoon, met een door verdachte bestuurde (personen) auto van Spanje naar Nederland te vervoeren en
- die bovengenoemde persoon onderdak te verlenen en
- die bovengenoemde persoon te adviseren zijn paspoort bij hem, verdachte, achter te laten en
- die bovengenoemde persoon bij het AZC in Ter Apel af te zetten en
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en de doorreis door Spanje en Frankrijk en België en Nederland en/of verblijf in Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
3. hij in de periode 1 september 2014 tot en met 1 december 2014 in Nederland en te Griekenland, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakt, in het dossier aangeduid als:
- [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] -1975 te [geboorteplaats] met de Syrische nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
- via viber contacten te leggen en te onderhouden en te adviseren over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en
- tickets voor bovengenoemde persoon te regelen en
- een (valse) Griekse verblijfsvergunning op naam van die bovengenoemde persoon te regelen voor die bovengenoemde persoon en instructies te geven hoe deze (valse) Griekse verblijfsvergunning in het paspoort van bovengenoemde persoon te plakken en
- zich door die bovengenoemde persoon hiervoor te laten betalen,
en (aldus) de toegang tot en de doorreis door Nederland van die bovengenoemde persoon heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
6. hij in de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 in Nederland en Duitsland en te Milaan en te Wenen en te Boedapest, heeft deelgenomen aan een organisatie (onder meer) bestaande uit verdachte en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] en/of één of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensensmokkel (art. 197a Wetboek van Strafrecht)’
6. Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende in de aanvulling opgenomen bewijsmiddelen (met weglating van verwijzingen):
‘08/963573-15
Feiten 1, 2, 3 en 7
1. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] in de wetlelijke vorm opgemaakt en op 17 februari 2016 gesloten proces-verbaal, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Door de Vreemdelingen Politie is contact opgenomen met het onderzoeksteam MUNGO, met de mededeling dat zij diverse paspoorten hadden aangetroffen. Deze paspoorten zijn afkomstig uit een schoolkluisje van [betrokkene 5] . Ten tijde van de doorzoeking was [betrokkene 5] in de woning van de verdachte [verdachte] aanwezig. Deze paspoorten zijn door de Vreemdelingen Politie op maandag 21 september 2015 voor onderzoek bij desbetreffende school opgehaald. Voornoemde paspoorten zijn op 21 september 2015 ter waarheidsvinding inbeslaggenomen en aan het onderzoeksteam "MUNGO" overgedragen. De paspoorten stonden op naam van de volgende personen:
- [slachtoffer 1] , [geboortedatum] -1978 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 2] , [geboortedatum] -1987 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 3] , [geboortedatum] -2014 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 4] , [geboortedatum] -2010 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 5] , [geboortedatum] -2011 te [geboorteplaats]
- [slachtoffer 6] , [geboortedatum] -1983 te [geboorteplaats]
2. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië
Nummer: [001] (...)
Naam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 1]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1978
(…)
- Op bladzijde 13 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [002] aangebracht;
- Bij bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [002] onder het Schengen ID-nummer [003] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat her voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [001] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 13 van dit paspoort de voornoemde Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [002] , is aangebracht welke vervalst is.
3. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië Nummer: [004] (...)
Ten name van Naam: [slachtoffer 2]
Voornamen: [slachtoffer 2]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1987 (...)
Op bladzijde 11 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [005] aangebracht;
Bij bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [005] onder het Schengen ID-nummer [006] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [004] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 11 van dit paspoort de voornoemde Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [005] , is aangebracht welke vervalst is.
4. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 oktober 2015 gesloten proces verbaal (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië
Nummer: [007] (....)
Ten name van Naam: [slachtoffer 5]
Voornamen: [slachtoffer 5]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2011
(…)
- op bladzijde 13 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [008] aangebracht;
- bij bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [008] onder het Schengen ID-nummer [009] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [007] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 13 van dit paspoort de voornoemde Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [008] , is aangebracht welke vervalst is.
5. Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië (...)
Ten name van Naam; [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 4]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2010
(...)
- Op bladzijde 11 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [010] aangebracht;
- Bij bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [010] onder het Schengen ID-nummer [011] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [012] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 11 van dit paspoort de voornoemde verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [010] , is aangebracht welke vervalst is.
6. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…)., zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië (...)
Ten name van Naam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 3]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2014 (...)
- op bladzijde 9 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [013] aangebracht;
- bij bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [013] onder het Schengen ID-nummer [014] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [015] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 9 van dit paspoort de voornoemde Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [013] , is aangebracht welke vervalst is.
7. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ONDERZOCHT DOCUMENT:
Hoedanigheid: fysiek document
Document: paspoort
Land: Syrië
(...)
Ten name van Naam: [slachtoffer 6]
Voornamen: [slachtoffer 6]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1983 (...)
- op bladzijde 10 van voornoemd paspoort is een Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [016] aangebracht;
- bij bevraging van hel geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie systeem bleek dat door de autoriteiten van Griekenland melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een verblijfsvergunning, voorzien van het nummer [016] onder het Schengen ID-nummer [017] .
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde paspoort van Syrië, voorzien van nummer [018] , een vervalst exemplaar betrof daar op bladzijde 10 van dit paspoort de voornoemde Verblijfsvergunning van Griekenland, voorzien van nummer [016] , is aangebracht welke vervalst is.
8. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 december 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende bevindingen aangaande beslag F13 (GSM [verdachte] ), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op 24 november 2015 heb ik onderzoek gepleegd aan een afbeelding, aangetroffen op de telefoon, merk Samsung voorzien van het IMEI nummer [019] . Ik zag op de foto een afbeelding van een Griekse verblijfsvergunning met het nummer [016] .
Deze verblijfsvergunning was geplakt op een pagina, wat gelijkend is aan een paspoortpagina, waarvan bet documentnummer [020] was. Ik zag dat de verblijfsvergunning op naam stond van [slachtoffer 6] en dat hij afgegeven was in Athina (Athene) op 22-09-2014 en geldig tot 09-08-2016 was. Onderaan op de verblijfsvergunning zit een MRZ (Machine Readable Zone). Ik zag dat er in de MRZ de naam [slachtoffer 6] stond weergegeven, het documentnummer [020] en de geboortedatum [geboortedatum] . Verder zag ik in de MRZ de afkorting SYR staan, wat een afkorting is voor het land Syrië. (... ) Naast de foto staat er ook een filmbestand op dezelfde telefoon, merk Samsung voorzien van hef IMEI nummer [019] .
Op 24 november 2015 heb ik onderzoek gepleegd aan een filmbestand. Ik zag op het filmpje dat er een persoon aan het bladeren was door een paspoort. Ik zag op de personaliapagina de naam [slachtoffer 6] geboren op 24-01-1983 in Aleppo. Het paspoort was voorzien van het documentnummer [020] welke overeen komt met de pagina die staat afgebeeld op de foto.
Tevens zag ik een Griekse verblijfsvergunning in het paspoort zitten op naam van [slachtoffer 6] met het nummer: [016] . Deze verblijfsvergunning komt overeen met de foto van de afbeelding van de Griekse verblijfsvergunning [016] . (...)
Op telefoon van de verdachte [verdachte] is zowel het filmbestand als de foto van de afbeelding van de Griekse verblijfsvergunning aangetroffen.
9. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende de verklaring van [betrokkene 5] ,(…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
O: Bij jou in het kluisje, op school zijn onder andere de paspoorten gevonden van de getuige [slachtoffer 1] en zijn gezin. Wij, verbalisanten, laten aan verdachte foto nummer 30 zien.
(...) V: Van wie zijn die paspoorten?
A: (...) lk heb alleen het tasje vastgepakt. (...)
V: Heb jij zo veel vertrouwen in [verdachte] dat jij het tasje gewoon aanpakt en niet opent?
A: Ik heb de tas niet geopend zoals ik zei en vertrouwen moet je sowieso hebben in elkaar, dat spreekt voor zich.
10. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 september 2020 bij het hof afgelegd inhoudende:
De paspoorten van [het gezin] zijn inderdaad bij mij gebleven zodat zij een Nederlands verblijf konden halen. Ik heb mijn vriendin gesproken en zij zei geef maar ik bewaar ze bij mij.
11. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 januari 2016 gesloten proces-verbaal van bevindingen, inhoudende bevindingen ten aanzien van het beslag FI4 (GSM [verdachte] ), (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Door de afdeling Specialistische Opsporing, sectie forensische techniek, digitale recherche Badhoevedorp, is er een in beslag genomen Mobiele telefoon SM-N9005 Galaxy Note 3, voorzien van IMEI nummer [IMEI-nummer] , onderzocht. Het betreft beslagnummer F-14 van onderzoek MUNGO.
Door personeel van deze afdeling, is de inhoud van de Mobiele telefoon veiliggesteld door middel van het maken van een image.
(…)
Bijzonderheden:
Op maandag 23 november 2015 heb ik onderzoek gepleegd aan bovengenoemde image en trof ik de volgende 2 afbeeldingen aan. (...)
Ik zag 2 screenshots van een online gesprek via viber weergegeven staan.(... ) Ik zag in de vertaalde versie de volgende tekst weergegeven:
Hallo broeder [verdachte] , hoe gaat het met jou. Ik ben [slachtoffer 1] en dit is mijn nummer in Ecuador. Ze hebben de verblijfsvergunningen gecheckt en ze zijn gelukkig goed bevonden.
In de tweede afbeelding zag ik de volgende tekst weergegeven:
Hallo broeder [verdachte] , ik ben inmiddels in Frankrijk aangekomen, alles ging goed. Ze hebben de paspoorten meteen afgestempeld.
(...)
12. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 1] in de wetlelijke vorm opgemaakt en op 20 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het derde verhoor van [verdachte] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
O: [slachtoffer 1] verklaard dat jij hem hebt opgehaald in Frankrijk.
V: Hoe zit dat?
A: Ja natuurlijk dat klopt.
(…)
O: Hij verklaarde ook dat hij twee dagen bij jou thuis in [plaats] is verbleven voordat hij zich heeft aangemeld.
V: Hoe zit dat?
A: Ja inderdaad, hij is twee dagen bij mij verbleven.
(...) Van het hele gedoe met [slachtoffer 1] heb ik ongeveer 1000 euro aan over gehouden.
(…)
V: Wie heb je nog meer geholpen bij de reis naar Nederland?
A: De familie [slachtoffer 1] en zijn kinderen en ene [slachtoffer 6]
13. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het vierde verhoor van [verdachte] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Je vertelde dat je [slachtoffer 1] en zijn familie onder andere had opgehaald in Frankrijk en hen voor 2 dagen onderdak had geboden. En hiervoor 1000 euro aan over had gehouden.
V: Dit klopt zo allemaal toch?
A: Ik heb de brandstof kosten betaald gekregen. Ik heb hem opgehaald van Ik heb hem naar Ter Apel gebracht. En bij de overplaatsing heb ik hem nogmaals geholpen..(... ) Maar in de auto zaten hij, zijn vrouw en zijn drie kinderen.(... ) Wij zijn eerste van de luchthaven in Frankrijk van Charles de Gaulle (fonetisch) naar een tankstation in Frankrijk gereden.(... ) Vanuit daar zijn we naar mijn huis in [plaats] gereden. Hier zijn wij, ik en [het gezin] , 2 dagen verbleven. Vervolgens zijn we naar hel ACZ in Ter Apel gereden en hebben zij zich aangemeld. (…)
14. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 februari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het zevende verhoor van [verdachte] , (…), zakelijk weergegeven., onder meer inhoudende:
A: [slachtoffer 1] belde mij op en vertelde mij dat hij naar Nederland wilde komen. Ik wist dal [betrokkene 6] zich bezig hield met mensensmokkel. Daarom heb ik bet telefoonnummer van [betrokkene 6] aan [slachtoffer 1] gegeven. (...)
A: Dat de advocaat het pakket met de verblijfsvergunningen heeft geregeld en dat [betrokkene 6] deze heeft opgestuurd naar [slachtoffer 1] in Beiroet. Zijn zus heeft dat pakket ontvangen in Beiroet.
Ik heb tegen [betrokkene 6] gezegd dat hij dit moest doen. [slachtoffer 1] vroeg het nummer van [betrokkene 6] aan mij en ik heb dat gegeven. Vervolgens hebben deze met elkaar samengewerkt. (...)
15. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik vertel u dat [verdachte] de persoon is die mij heeft geholpen. [verdachte] is een Syriër. Via de vriend die in het noorden op het AZC woont, ben ik met hem in contact gekomen. De zus van deze vriend was de buurvrouw van [verdachte] in Syrië. [verdachte] heeft ook deze vriend gesmokkeld.
Ik heb [verdachte] gesproken via Viber. Alles ging met hem via Viber. Hij heelt mij de Griekse vergunningen via DHL opgestuurd. Hij heelt zelf volgens mij ook de Griekse nationaliteit. De eerste keer dat hij mij vergunningen stuurde via DHL, is dit in Libanon door de veiligheidsdienst onderschept. Er is toen niets gebeurd. Nadat ik vertrokken ben hoorde ik dat de veiligheidsdienst op zoek was naar mij. De documenten die ik kreeg opgestuurd waren volledig ingevuld. Ikzelf heb de personalia pagina's van de paspoorten opgestuurd naar [verdachte] , die vulde dan de vergunningen in. Dit kostte 4.000 euro per sticker. De betaling heb ik gedaan bij een garage in Beiroet, de wijk […] .
[verdachte] had mij hier naar toe verwezen. (... )
[verdachte] heeft mij vanuit Frankrijk opgehaald in zijn Mercedes. Ik ben toen twee dagen bij hem thuis in [plaats] verbleven voordat ik mij aangemeld heb. Hij leerde mij wat ik moest vertellen. Ook stelde hij voor de paspoorten bij hem te laten. Als wij een woning en verblijfsvergunning hadden gekregen dan zou ik de paspoorten weer terug krijgen. (...) [verdachte] is een slecht mens. Hij heeft mij opgelicht met geld en ook met het boeken van de tickets. Ik heb dit alles in eerste instantie verzwegen omdat ik nu hier ben en mij hier in berust. (...)
Afbeelding 2 ( [verdachte] ): dat is de persoon waar ik over vertelde, [verdachte]
16. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 december 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen, inhoudende bevindingen ten aanzien van het beslag F13 (GSM [verdachte] ), (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Door de afdeling Specialistische Opsporing, sectie forensische techniek, digitale recherche Badhoevedorp, is er een in beslag genomen Mobiele telefoon SM-N9005 Galaxy Note 3, voorzien van IMEI nummer [019] , onderzocht. Het betreft beslagnummer F-13 van onderzoek MUNGO.( ... )
In de bovengenoemde image zijn diverse afbeeldingen van Verblijfsvergunningen Griekenland veiliggesteld:
De Griekse verblijfsvergunningen welke op de afbeeldingen zijn te zien, zijn voorzien van personaliagegevens. Sommige Griekse verblijfsvergunningen zijn reeds geplakt in een paspoort. Deze Griekse verblijfsvergunning zijn voorzien van de volgende unieke nummers:
(...)
• [021] [slachtoffer 7]
(….)
• [016] , [slachtoffer 6]
(...)
Na bevraging van het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem bleek dat de eerste acht (8) van deze Griekse verblijfsdocumenten door de autoriteiten van Griekenland waren gesignaleerd als zijnde gestolen.
17. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…) inhoudende het vierde verhoor van [verdachte] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Waar ken je [slachtoffer 6] van?
A: (...) Ik heb hem opgehaald in Spanje. (...) Ongeveer 1 jaar geleden. Het was net na de kerst ongeveer. (...) Ik ben samen met een vriend naar Barcelona gereden om [slachtoffer 6] op te halen. (...) Ik heb [slachtoffer 6] in mijn Audi naar het AZC in Ter Apel gebracht. (...)
18. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 10] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 februari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 6] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik ben naar de hoofdstad van Ecuador gevlogen. Ik ben hier 2 dagen verbleven. Vanuit daar ben ik naar Madrid gevlogen. Toen ik aankwam in Madrid ben ik daar 4 a 5 uur gebleven en ben ik daarna doorgevlogen naar Barcelona. Vervolgens ben ik vanuit Barcelona naar Nederland gereden met de auto. Ik ben hier in Nederland 2 a 3 dagen bij een man gebleven. Dit was in [plaats] . Daarna ben ik door gegaan naar het AZC.
V: Hoe ben je tot deze reisroute gekomen?
A: Ik ben geholpen door [verdachte] .
V: Ben je door meerdere personen geholpen?
A: Nee alleen door [verdachte] (...)
V: Maar het contact dat jij met [verdachte] had, hoe is dat gegaan?
A: Alleen via Viber.
(...)
V: Welke reisdocumenten heb je nodig om te kunnen reizen?
A: Ik had een foto kopie van mijn eigen paspoort gemaakt en naar [verdachte] gestuurd. Dit heb ik middels Viber gedaan.(...)
V: Welke reisdocumenten heb je nodig om te kunnen reizen?
A: Ik had een foto kopie van mijn eigen paspoort gemaakt en naar [verdachte] gestuurd. Dit heb ik middels Viber gedaan. (...)
Toen ik in. Libanon aankwam heb ik vanuit daar door een man een Griekse verblijfsvergunning gekregen.
V: Hoe is dit gegaan?
A: Ik had steeds contact met [verdachte] . [verdachte] verteld mij waar ik naar toe moest gaan in Beiroet. Hij gaf mij een adres en vertelde dat daar een man een envelop aan mij zou geven. (...)
V: Wat zat er in de envelop die jij kreeg.
A: De verblijfsvergunning.
V: Welke verblijfsvergunning
A: Een Griekse verblijfsvergunning. (...)
V: Wat heeft de reis gekost om naar Nederland te komen?
A: De hele reis heeft mij 7500 euro gekost. Dit bedrag was met [verdachte] afgesproken. Dit was een vast bedrag en ik kon niet met hem onderhandelen. Ik had het wel geprobeerd maar het was niet gelukt. (...)
V: Hoe is de overdracht gegaan?
A: Ik had het geld in mijn zak en toen ik het uit mijn zak haalde telde ik het voor hem. En daarna heb ik het aan hem gegeven. Ten tijde van de overdracht heb ik [verdachte] gebeld om te zeggen dat ik bij deze man stond. Toen heb ik de telefoon aan deze man gegeven en heb ik het geld gepakt. Dit geld heb ik geteld en aan de man gegeven. Toen vertelde de man aan [verdachte] dat hij het geld ontvangen had. (...)
V: Op welke wijze ben je aan de tickets gekomen voor de reis naar Madrid.
A: [verdachte] heeft alle tickets voor mij geboekt. Ik ben alleen op eigen initiatief naar Libanon gegaan met de bus. Ik heb in Libanon niets geboekt. [verdachte] heelt alles telefonisch geregeld. [verdachte] heeft via viber nummers doorgeven. Met deze nummers kon in combinatie met mijn paspoort mijn tickets ophalen op de luchthaven.(... )
V: Hoe is het paspoort daar terecht gekomen?
A: Dat weet ik niet. Het paspoort lag bij [verdachte] . Ik had namelijk mijn paspoort na mijn komst bij [verdachte] achtergelaten.
V: Waarom heb je die daar achter gelaten?
A: Dit was op advies van [verdachte] . Het kwam door de Griekse verblijfsvergunning. [verdachte] vertelde dat dit mogelijk problemen kon opleveren bij mij asiel aanvraag. Daarom heb ik mijn paspoort bij hem thuis gelaten. (...)
(…) V: Heb jij zelf nog wat betaalt?
A: Ja ik heb 1800 euro betaalt aan [verdachte] om mij op te halen vanuit Barcelona naar Nederland.
V: Was dit van te voren bekend?
A: De afspraak was dat ik 7500 euro voor de reis moest betalen. [verdachte] gaf aan dat hij wel een symbolisch bedrag zou vragen voor de rit naar Barcelona naar Nederland. Maar dit was geen 1800 euro.
V: Wanneer heb je dit vernomen?
A: Toen ik in Madrid was vertelde [verdachte] pas dat hij 1800 euro wilde hebben. Ik ging hier eerst niet mee akkoord. Ik was hopeloos en wist niet hoe ik moest reizen. [verdachte] zei ook dat er veel controles waren en dat er misschien wel iets met hem kon gebeuren. Dus daarom heb ik ervoor gekozen om met [verdachte] mee te gaan.
V: Kon je zelf de reis niet verder maken?
A: Ik was bang, het was voor mij onbekend dus ik durfde niet alleen te gaan.
19. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 28 januari 2016 gesloten proces-verbaal van bevindingen, inhoudende bevindingen ten aanzien van opgevraagde informatie t.b.v. [slachtoffer 7] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (…):
Nationaal paspoort Syrië, nummer [022]
In het proces-verbaal van overgave gedocumenteerde vreemdeling de volgende opmerking stond weergegeven. "Betrokkene mist pagina's uit zijn paspoort. Op deze pagina's zaten KLM blokkeer stempels. Betrokkene heeft deze er zelf uitgehaald, op advies van zijn travel agent, naar eigen zeggen.
Ik zag in het proces verbaal van bevindingen dat Bureau Falsificaten Schiphol heelt ondervonden dat er 1 pagina verwijderd was uit het paspoort maar dat het paspoort verder goed is bevonden.
20. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en in de wettelijke vorm opgemaakt en op 27 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het vijfde verhoor van [verdachte] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Wat heeft [slachtoffer 7] via de telefoon gevraagd.
A: Hij vroeg mij om het telefoonnummer van de advocaat [betrokkene 7] in Griekenland.
(...)
21. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 1] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende de verklaring van [slachtoffer 7] . (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik ben vervolgens met de taxi van Damascus naar Beiroet in Libanon gegaan. De gehele reis duurde 6 uur. Ik was tijdens deze taxi rit samen met een onbekende vrouw. Deze vrouw ging ook naar Beiroet. Deze taxi rit heb ik niet zelf geregeld dit heeft een persoon geregeld. Dit was geen officieel bedrijf maar een mensen smokkelaar. (...)
Dezelfde dag dat ik in Beiroet aankwam ben ik met het vliegtuig vertrokken naar Turkije. Ik ben toen geland op het vliegveld van Istanbul. Ik had destijds een ticket van Beiroet naar Ecuador met verschillende tussen landingen. Deze ticket was geregeld door dezelfde persoon die de taxi rit had geregeld. Ik heb voor de ticket 10.000 dollar betaald (... )
A: Toen ik aankwam in Istanbul ben ik uitgestapt en mocht ik voor 2 uur op de luchthaven verblijven. Daarna ben ik doorgereisd naar Brazilië hier ben ik in het vliegtuig blijven zitten. Vanuit hier ben ik doorgereisd naar Argentinië, Lima en vervolgens naar Ecuador. In Ecuador ben ik 15 dagen gebleven. Hier heb ik in een hotel overnacht. De persoon die deze reis voor mij had geregeld heeft verteld dat ik hier in Ecuador moest verblijven. Hij zou in die tijd voor mij een ticket naar Nederland regelen. Hij zou een ticket bij de vliegmaatschappij KLM reserveren. (…)
Bij de tweede keer dat ik het had geprobeerd kreeg ik een stempel van KLM in mijn paspoort. Ik ben toen vervolgens weer terug gegaan naar het hotel en ben hier voor nog een keer ongeveer 20 dagen verbleven. Dit was wederom op advies van de persoon die de reis had geregeld. Hij zou naar een oplossing zoeken. Hij heeft toen weer een E-ticket geboekt via Curaçao, Amsterdam en als eind bestemming Istanbul. Dit was met een andere vliegmaatschappij dan KLM. Dit was AVIANCA. Maar mijn doel was om in Amsterdam te komen dus dat vond ik het belangrijkste. Ik wilde namelijk in Amsterdam asiel aanvragen. Deze gehele reis met extra tickets heeft niet meer dan 10.000 dollar gekost zoals in het begin betaald is. Ik heb alleen de extra kosten voor de overnachting in Ecuador moeten betalen.
(…)
V: Hoe ben je tot deze reisroute gekomen?
A: Deze reisroute is mijn geadviseerd door een persoon welke ik op Facebook heb leren kennen. Ik heb op Facebook meerdere mensen aangesproken welke vaker mensen zouden smokkelen naar andere landen. Ik ben toen in contact gekomen met een persoon van mogelijk Irakese afkomst met Turks nummer. De naam van deze persoon is [betrokkene 8] . (...) Ik had contact met hem via Viber en Skype. (...) Ik heb daarom gebruik gemaakt van een vals visum. (…) Vervolgens heeft de persoon die de reis voor mij had geregeld een vals visum opgestuurd middels DHL. Hij had dit visum vanuit Griekenland naar Ecuador naar mijn hotel gestuurd. Ik heb toen zelf dit visum in mijn Syrische paspoort geplakt. Vervolgens is de E-ticket via Curaçao naar Amsterdam met als eindbestemming Istanbul geboekt en ben ik naar Amsterdam gevlogen zoals ik dit eerder heb verteld. Deze E-ticket is ook samen met mijn visum opgestuurd. (...)
V: Waaruit blijkt het dat het visum was opgestuurd vanuit Griekenland naar het hotel in Ecuador? A: Het was een Grieks visum en op het pakketje wat ik opgestuurd kreeg stond als afzender een Grieks adres. Het was een adres uit Athene. Van de persoon die dit pakketje had opgestuurd heeft via Viber verteld dat ik alles moest vernietigen zodat er geen bewijsmateriaal over bleef.
V: Wat heb je vervolgens met het visum gedaan?
A: Ik kreeg van de persoon die de reis had geregeld. Het advies om het visum hij aankomst in Amsterdam te verwijderen. Toen ik in het vliegtuig vanuit Curaçao naar Amsterdam zat kreeg ik te horen dat er een gate controle bij het vliegtuig zou zijn. Ik ben toen snel naar de wc in het vliegtuig gegaan en heb geprobeerd om het visum uit mijn paspoort te halen.
Echter dit lukte niet en toen heb ik de hele pagina uit mijn paspoort gescheurd. Ik heb deze pagina in kleine stukjes gescheurd en in de afval container gegooid.(... )
V: Waar is deze foto van het visum gemaakt?
A: De foto is gemaakt door de persoon die de reis voor mij heeft geregeld. Dit is een andere persoon dan degene die de visum vanuit Griekenland naar mij heelt opgestuurd. Ik heb toen contact opgenomen met de persoon die dit visum naar mij had opgestuurd. Ik heb toen gevraagd waarom hij deze foto met mijn gegevens erop op Facebook had gezet. Ik was hier namelijk boos over. Ik heb ook verschillende berichten naar de persoon gestuurd welke de reis voor mij had geregeld.(... )
A: (... ) Ik herinner me opeens dat de persoon die ik [betrokkene 8] noem in het echt [verdachte] heet.
V: Dus overal waar je hebt gezegd dat het [betrokkene 8] is bedoel je eigenlijk [verdachte] ?
A: Ja dat klopt. Ik ken enkel zijn voornaam [verdachte] en niet zijn achternaam.( ... )
A: Er was met [verdachte] afgesproken dat ik 10.000 dollar zou betalen voor de hele reis naar Nederland.
V: Hoe verliep het contact met [verdachte] nadat hij een verblijfsvergunning voor je had geregeld?
A: Het contact verliep altijd via Viber. (…)
0: Aan getuige wordt foto 5 getoond.
A: (... ) Nu ik viber open zie ik aan de afbeelding dat het inderdaad [verdachte] is.(...)
0: (...) Hij heeft [verdachte] opgeslagen als: [verdachte] trvk grs + [telefoonnummer 1] bij het openen van whatsapp zien wij een foto van [verdachte] . De persoon op de foto lijkt op de persoon welke wij kennen als [verdachte] .
Het nummer van viber is hetzelfde als het Griekse nummer + [telefoonnummer 1] . Hierbij is een afbeelding te zien van [verdachte] die in een rode Ferrari zit.
V: Wat betekend [verdachte] trvk Grs?
A: Dit heb ik zo opgeslagen in mijn telefoon. Ik bedoel met trvk, travel agency en met Grs bedoel ik Griekenland. En nu ik de foto zie herken ik hem als [verdachte] . (... ) [verdachte] Travl NT [telefoonnummer 2]
Het nummer van viber is hetzelfde als het Nederlandse nummer [telefoonnummer 2] . Hierbij is een afbeelding te zien van [verdachte] die op een Mercedes zit met kenteken [kenteken] .
V: Wat betekent [verdachte] Travl NT?
A: Met Travl bedoel ik travel agency en met NT bedoel ik Nederland.
Feit 6
22. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 11] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…) inhoudende het derde verhoor van [betrokkene 9] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Met deze smokkel activiteiten is geld verdiend kunt u een inschatting maken hoeveel dit geweest is en waar dat geld op dit moment is.
A: Een groot deel van het geld is nog bij [betrokkene 1] . Ik denk dat ik over de gehele periode in Hongarije ongeveer € 15.000.- verdiend heb. Er ging een groot deel op aan de huur van auto's, betaling van de chauffeurs, hotelkosten, aanschaf van auto’s en het verblijf in Hongarije.
U kunt zich voorstellen dat ik ongeveer 250 illegale mensen vervoerd heb. Gemiddeld hield ik per auto van 4 personen € 300,- over. Dat wil zeggen 250 gedeeld door 4 is ongeveer 63 dit is ongeveer € 18.000 tot € 19.000 euro wat ik gekregen heb. Met aftrek van de kosten bleef ongeveer € 15.000.- over. Hiervan moet ik nog € 10.000 krijgen van [betrokkene 1] .
V: Wat kun je zeggen over de inkomsten, door de smokkel van [betrokkene 1] in periode dat hij in Hongarije was.
A: Bij de onderhandelingen tussen de illegale vluchtelingen en [betrokkene 1] was ik nooit aanwezig. Ik kan dus moeilijk zeggen wat hij heeft verdiend aan deze smokkelzaken. Hij heeft natuurlijk ook zijn onkosten gehad maar ik denk dat hij meer verdiend heeft dan ik maar ik zou geen inschatting kunnen maken. Ik weet dat [betrokkene 1] zijn geld bewaarde bij zijn schoonmoeder en dat [betrokkene 4] zijn neef het geld kwam halen in Hongarije. Over hoeveel geld het ging is nooit gesproken. [betrokkene 4] heeft ook een tijdje voor het Hotel [A] zelf het geld geïnd van de illegale vluchtelingen. Vervolgens heeft hij gezorgd dat deze mensen vervoerd werden naar landen in West Europa.
23. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 11] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het vierde verhoor van [betrokkene 9] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
ik ( ... ) ben afhankelijk van een persoon als [betrokkene 1] om deze werkzaamheden te doen. Ik garandeer u dat als deze persoon er niet geweest was ik nooit in de verleiding was gekomen om dit werk te doen. (... )
V: U heeft een samenwerking gehad met [betrokkene 1] . Zijn er nog andere mensen met wie [betrokkene 1] samenwerkte?
A: Een persoon die [betrokkene 1] hielp bij zijn werkzaamheden was [betrokkene 4] zijn neef. Deze regelde klanten en transporteerde het geld vanuit Hongarije naar Nederland. Hij was ervoor om de mensen voor het Hotel in auto's te zetten. Een andere persoon was [betrokkene 10] deze deed dezelfde werkzaamheden bij het Hotel. De persoon [betrokkene 2] heb ik slechts één keer ontmoet. Precies wat hij deed weet ik niet maar hij hield zich bezig met mensensmokkel. (… )
V: Hoe lang is [betrokkene 1] al bezig met deze smokkel activiteiten?
A: Ik denk zeker een jaar. Ik weet dat hij in hef verleden zelf ook gereden heeft en dat hij wel eens gepakt is in Denemarken met illegale in de auto. Ik weet dat hij voor de periode in Hongarije ook gewerkt heeft vanuit Italië. (... )
24. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 12] en [verbalisant 11] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het verhoor van [betrokkene 11] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Nadat ik mij in Ter Apel had aangemeld ben ik een tijdje bij [betrokkene 4] en [betrokkene 1] verbleven. Toen gingen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] met elkaar praten over het werk. Als [betrokkene 1] een telefoontje kreeg dat er mensen in Oostenrijk en Hongarije, stuurde [betrokkene 1] [betrokkene 4] daar naar toe. [betrokkene 4] ging dan naar Boedapest. Dit is 2 a 3 keer voorgekomen. Dit zal in augustus-september geweest. Hij bleef dan 2 a 3 dagen weg. Een keer is hij 4 dagen weggeweest.
V: Wal moest [betrokkene 4] doen in Boedapest?
A. Er komen dan vluchtelingen naar het hotel. Hij zorgde dan voor de voertuigen en dat de mensen daar ingeladen werden. Het geld wat betaald werd was voor [betrokkene 1] .
V: Hoeveel geld kreeg [betrokkene 4] ervan?
A: Ik weet het niet precies. [betrokkene 4] en [betrokkene 1] hebben een keer ruzie gehad waar ik bij was. [betrokkene 4] wilde meer verdienen. Hij wilde toen stoppen en naar school gaan. Toen is hij ook gestopt.
V: Wat is de rol van [betrokkene 1] ?
A: Iedereen praat met hem, hij is degene die mensen brengt en regelt. [betrokkene 1] telefoon stopt nooit. V: Hoe lang is [betrokkene 1] bezig met het smokkelen van personen?
A: Ongeveer anderhalf jaar.
V: Hoelang is [betrokkene 4] bezig met het smokkelen van personen?
A: Ik denk 2 a 3 maanden. (…)
O: Wij laten [betrokkene 11] een foto laten zien van [betrokkene 9] .
V: Is dit de chauffeur?
A: Dit is de baas van de chauffeur die ons naar Nederland bracht. Ik heb hem een keer gezien in een hotel met [betrokkene 1] . [betrokkene 1] heeft toen gezegd dat hij met [betrokkene 1] samenwerkte. [betrokkene 1] vertelde dat het een Duitser was. Op die dag gaf [betrokkene 1] 500 euro aan deze man. Deze meneer regelt chauffeurs voor [betrokkene 1] . De chauffeur die ons uit Wenen haalde was ook werkzaam voor deze Duitser.
25. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 11] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 januari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende een proces-verbaal van bevindingen vertaling beslag A-025-G, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op vrijdag 11 september 2015 heeft er een huiszoeking plaatsgevonden op het adres [a-straat 1] , [postcode] te [plaats] . Bij de huiszoeking is onder andere een in de Arabische taal handgeschreven papier van het A4 formaat aangetroffen. Deze is inbeslaggenomen voor waarheidsvinding met beslagnummer A025-G. (... )
Op 19 oktober 2015 is het bovengenoemde papier aan verdachte [betrokkene 4] getoond. [betrokkene 4] heeft verklaard dat het zijn handschrift betreft.(... )
Door een beëdigde vertaler Arabisch is bovengenoemde goed vertaald. (... ) Uit de vertaling blijkt dat op het papier hel volgende is genoteerd:
• 7 auto's.
• Chauffeurs.
• Hotelkosten.
• De naam [betrokkene 10] .
• De naam [betrokkene 12] .
• Reiskosten [betrokkene 4] .
• Uitgaven ten laste van [betrokkene 1] .
• Netto sommen.
Bovenstaande is mogelijk een weergave van de verdiensten en onkosten van mensensmokkel, gemaakt door [betrokkene 4] in opdracht van [betrokkene 1] .
26. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 november 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende een proces-verbaal van bevindingen betreffende een aantekenboekje beslag A-022-8 in combinatie met gevoerd telefoongesprek, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Uit diverse opgenomen en uitgeluisterde gesprekken in het onderzoek Mungo is het ernstige vermoeden ontstaan dat verdachte [betrokkene 1] gebruik maakt van een aantekenboekje waarin hij zowel de onkosten als de winst noteert van de smokkels die hij verricht. (...)
Bij de zoeking op het verblijfadres van verdachte [betrokkene 1] werd onder code A-022 een aantekenboekje in beslag genomen. In dit boekje waren op 173 pagina's handgeschreven aantekeningen gemaakt in Arabisch schrift. In concept vertaling bleek op iedere pagina namen te slaan in combinatie met bedragen, plaatsnamen en ook kosten of telefoonnummers.
Om inzicht te krijgen van de inhoud van dit aantekenboekje werd aan de hand van de vertaalde bedragen in combinatie met namen en plaatsnamen een zoekslag gemaakt in de opgenomen en uitgeluisterde telefoongesprekken. Deze zoekslag leverde onder andere de navolgende informatie op.
Op pagina 166 stonden onder andere, na vertaling, de navolgende aantekeningen:
[betrokkene 13] [telefoonnummer 3]
[betrokkene 14] [telefoonnummer 4]
MAROKKAAN [telefoonnummer 5]
[betrokkene 2] [telefoonnummer 6]
[betrokkene 15] [telefoonnummer 7]
[betrokkene 16] [telefoonnummer 8]
[betrokkene 17] [telefoonnummer 9]
Idem [telefoonnummer 10]
Idem [telefoonnummer 11]
Idem [telefoonnummer 12]
[telefoonnummer 13]
(...)
Bij een zoekslag in de opgenomen en vastgelegde telefoongesprekken kwam vast te staan dat bovengenoemde namen en telefoonnummers vermoedelijk van personen zijn waarmee verdachte [betrokkene 1] heeft samengewerkt tijdens zijn smokkel activiteiten. Een deel van deze nummers betreft de telefoonnummers van de chauffeurs die voor [betrokkene 1] vanuit Italië en Oostenrijk diverse smokkel transporten hebben gereden.
27. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 03-12-14 18:25:29
In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 14]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[verdachte] : Aan de hand van een SYRISCH paspoort, kan ik voor hem GRIEKSE verblijfsvergunning regelen, een officiële en hij ermee vertrekken .. over de zee varen/verlaten .
[betrokkene 1] : Je gaat voor hem verblijfsvergunning maken/regelen jij (....)
[betrokkene 1] : Je regelt voor hem de verblijfsvergunning, wat je wilt doen, doe het maar, maar het geld wordt niet gegeven/uitbetaald, pas op het moment van aankomst, weet je wel.
[verdachte] : Ja.
[betrokkene 1] : Is dat goed.
[verdachte] : Dat is geen probleem.
[betrokkene 1] : Wat kost dat?
[verdachte] : [betrokkene 1] , zal ik je zo terug bellen en erover praten als ik klaar ben.
[betrokkene 1] : Maak je zaken af, en bel terug.
28. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 03-12-14 19:47:46
In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 14]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [verdachte]
(... )
[verdachte] : Wat ik je wou zeggen, wat je familie betreft in GRIEKENLAND. ( ... ) De verblijfsvergunning die ik voor hem maak/regel, hij betaalt het geld niet pas op het moment van aankomst, maar op het moment, dat hij dat krijgt, maar jij wilt dat hij aankomt, (…)
[betrokkene 1] : Wat kost de verblijfsvergunning
[verdachte] : MOALEM (Chef/Baas/Meester), deze verblijfsvergunning kost 2700
[betrokkene 1] : Goed, stel dat het niet uitgegeven wordt/ niet geregeld wordt
[verdachte] : Dat wordt wel uitgegeven/geregeld, dat het niet uitgegeven wordt/geregeld bestaat niet
(...)
29. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 01-06-15 20:41:36
In/uit.: I
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 15]
Beller: [betrokkene 2]
Gebelde: [betrokkene 1] (...)
[betrokkene 1] zegt dat als de 9-persoonshuurauto die hij zou huren op naam van een chauffeur die hem 1000 zou kosten, gepakt wordt zou dit toch veel winst kunnen opleveren op voorwaarde dat [betrokkene 2] de helft van de prijs vooraf betaald krijgt per persoon hetgeen zou betekenen dat [betrokkene 2] vooraf een bedrag zou hebben geïnd van 7000/8000 euro en dat het dan niet meer belangrijk is of de auto wel of niet gepakt wordt en als het niet gepakt wordt dan is het alleen maar beter. Dit alles wordt door [betrokkene 2] beaamt. [betrokkene 1] vraagt [betrokkene 2] naar de reden waarom er momenteel zo streng gecontroleerd wordt.
[betrokkene 2] zegt dat dit te maken heeft met de bijeenkomst van de Europese leiders die in MÜNCHEN wordt gehouden en dat degenen van wie men de naam liever niet zou willen uitspreken gedreigd hebben de bijeenkomst op te blazen. [betrokkene 2] zegt: je weet wel wie ik bedoel, de groep die wordt als "onrechtvaardig en zal verdwijnen" genoemd, (opmerking tolk. Deze benaming wordt gebruikt om IS aan te duiden door de tegenstanders van IS en is het tegenovergestelde van de die IS gebruikt namelijk: "Zal blijven en zal zich uitbreiden".
[betrokkene 1] scheldt deze groep uit terwijl [betrokkene 2] zegt: ze zullen zich naar hier uitbreiden. [betrokkene 1] vraagt wanneer de bijeenkomst is afgelopen. [betrokkene 2] zegt; 16/6 en dat men niet heeft durven aangeven op welke dag de bijeenkomst precies zou beginnen en dat deze tussen 1 en 16 juni zou worden gehouden. [betrokkene 1] zegt dat hij overweegt om toch twee auto's te sturen ondanks de strenge controle om het een en ander af te tasten en geelt aan dat hij het niet wil hebben dat alle chauffeurs gepakt worden of niet meer durven te rijden voor [betrokkene 1] . [betrokkene 1] zegt dat het ook belangrijk is dat [betrokkene 2] de route probeert in de gaten te houden door bij de mensen te informeren naar de controle en dergelijke op deze route. [betrokkene 1] zegt dat hij vandaag sowieso er vier zal sturen en zal proberen morgen twee grote auto's te sturen. (... )
[betrokkene 1] vraagt [betrokkene 2] niets meer over te maken naar zijn naam en ook niet naar de naam van [betrokkene 18] . [betrokkene 1] zegt dat de politie hier wil weten waar het geld vandaan komt. [betrokkene 2] zegt dat dit hem ook is overkomen. [betrokkene 2] maakt een grap en zegt tegen [betrokkene 1] : Je dagen zijn geteld.
30. een geschrift te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 10-06-15 00:49:18
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 16]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 2] (...)
[betrokkene 2] zegt dat ze nu 20 minuten in OOSTENRIJK rijden. [betrokkene 1] zegt dat hij 2850 euro mist van de bedragen die zijn verdiend aan de auto's die [betrokkene 2] heeft gestuurd vanaf de CHRYSLER, tot nu toe. [betrokkene 2] zou volgens [betrokkene 1] 3400 zou hebben overgehouden als opbrengst voor twee auto's namelijk de CHRYSLER en die andere die hij daarmee tegelijkertijd weg heeft gestuurd en dat [betrokkene 2] de volgende dag 2000 euro van dit bedrag aan [betrokkene 1] heeft overgemaakt. [betrokkene 1] zegt dat [betrokkene 2] voor al deze auto's een bedrag van 10350 euro heeft gekregen na aftrek van alles terwijl hij maar 7500 aan [betrokkene 1] heelt overgemaakt inclusief het geld dat aan de chauffeurs werd gegeven zoals de FORD die 1600 heeft opgebracht waarvan 300 naar de chauffeur ging en er bleef bij [betrokkene 2] 1300 van over. [betrokkene 1] zegt ook dat [betrokkene 2] voor het busje 1600 had gerekend waarvan 400 naar de chauffeur ging en er bleef 1200 van over bij hem. Voor de SEAT zou [betrokkene 2] 1600 hebben gekregen waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven. [betrokkene 2] zegt dat hij zich niets kan herinneren en vraagt [betrokkene 1] totdat hij morgen pen en papier heeft gehaald. [betrokkene 1] zegt [betrokkene 2] ook aan [betrokkene 19] 1450 heeft gegeven en 250 voor hel ticket. [betrokkene 1] zegt dat hij bij deze berekening geen rekening heeft gehouden met degenen die hen hebben opgelicht. [betrokkene 1] zegt dat [betrokkene 2] een bedrag van 7500 aan [betrokkene 1] heeft overgemaakt inclusief het geld dat [betrokkene 2] aan [betrokkene 19] meegaf en de prijs voor hef ticket van [betrokkene 19] en dat dit alles is van wat hij zelf kreeg van een totaalbedrag van 10350. [betrokkene 2] zegt desgevraagd dat hij 600 euro terug heeft gegeven aan degenen van OOSTENRIJK waarvan hij van [betrokkene 1] de helft zelf moet betalen. [betrokkene 2] zegt dat hij toch geen compagnon is om de helft te betalen. [betrokkene 1] zegt dat zijn AUDI afgelopen zaterdag pas was teruggebracht. [betrokkene 2] zegt dat hij een koper heeft voor deze AUDI en vraagt [betrokkene 1] hem te repareren om hem te kunnen verkopen. [betrokkene 1] vraagt of [betrokkene 2] geld overmaakt naar SYRIË. [betrokkene 2] zegt cynisch:
vertrouw op God. [betrokkene 1] zegt dat hij tegen (naam niet verstaanbaar, klinkt als [naam 1] of [naam 2] ) dat hij 140 kilometer voor aankomst het geld moet innen. [betrokkene 2] zegt dat de afstand tussen INNSBRUCK tot ULM bedraagt 150 kilometer. [betrokkene 1] zegt dat hij bedoelt dat het geld geïnd moet worden voordat ze het risico lopen gepakt te worden. [betrokkene 1] vraagt [betrokkene 2] met de man van DUITSLAND te bellen. [betrokkene 2] zegt: als God het wil.
31. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 12-06-15 23:29:47
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 16]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 2] (... )
[betrokkene 2] zegt dat hij niet kan snappen hoe het gekomen is dat hij 13000 heeft ontvangen terwijl [betrokkene 1] daar maar 9700 van heeft ontvangen. [betrokkene 1] zegt dat hij nu niet zoals vroeger veel winst maakt.(... )
[betrokkene 1] zegt dat toen hij op 30 mei de Chrysler en de Ford naar [betrokkene 2] stuurde hij ( [betrokkene 2] ) toen 3500 ontvangen heeft waarvan [betrokkene 2] 2000 via Western Union naar [betrokkene 1] heelt overgemaakt en dat hij dit alles precies heeft genoteerd en dat er hierna de Golf was vertrokken samen met het busje waarvan de mensen hen belazerd hebben met het betalen van het geld en dat [betrokkene 2] voor de Golf 1600 heelt geïnd waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij van het busje 1600 heeft geïnd waarvan hij 400 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij do volgende dag 1200 aan [betrokkene 1] heeft overgemaakt. [betrokkene 1] corrigeert zich hierin en zegt dat het geld toen niet overgemaakt werd maar met [betrokkene 19] werd meegegeven en dat het om een bedrag van 1450 plus het van 250 euro ging dat [betrokkene 2] toen aan [betrokkene 19] heeft meegegeven. [betrokkene 1] zegt dat [betrokkene 2] , na het vertrek van [betrokkene 19] , nog een Seat heeft weggestuurd waarvoor hij 1600 heeft geïnd waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij van de overgebleven 1300 de volgende dag 1200 naar [betrokkene 1] heeft overgemaakt via die ene genaamd [betrokkene 20] [betrokkene 1] zegt dat [betrokkene 2] wat serieuzer moet omgaan met dit soort dingen en dat hij alles moet noteren. [betrokkene 2] klaagt over het feit dat [betrokkene 1] zich niet aan de afspraak houdt die afgelopen jaar tussen hen werd gemaakt waarbij werd afgesproken dat [betrokkene 2] naar ITALIË gaat om daar te gaan werken en dat hij ( [betrokkene 2] ) elke keer zijn eigen aandeel direct zou mogen houden terwijl dit alles tot nu toe niet is gebeurd en dat hij sinds hij in ITALIË is veel meer heeft uitgegeven dan hij verdiend heeft en dat hij inmiddels spijt heeft dat hij dit keer naar ITALIË was gegaan. [betrokkene 1] zegt dat toen [betrokkene 2] destijds vanuit NEDERLAND naar ITALIË ging [betrokkene 1] 3650 aan hem verschuldigd was. [betrokkene 2] zegt dat het bedrag 3800 was en niet 3650 en zegt nogmaals dat het geen zin heeft om dit via de telefoon te bespreken en vraagt [betrokkene 1] met zijn boekje naar hem toe te gaan om dit daar af te handelen en om te kijken of [betrokkene 2] nog wat tegoed heeft bij [betrokkene 1] (... ) [betrokkene 1] vraagt [betrokkene 2] nogmaals alles te noteren zodat hij later makkelijk met [betrokkene 1] kan afrekenen.
32. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 14-06-15 19:53:45
ln/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 17]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 2]
(...)
[betrokkene 1] zegt zorg ervoor dat zij om negen uur pas gaan vertrekken en probeer maar elf van maken. [betrokkene 2] zegt het is te klein. [betrokkene 1] zegt nee, de blauwe kan elf personen nemen zoals vorige keer. [betrokkene 2] zegt klopt, maar vorige keer zat één erin niet twee, maar weet je de chauffeurs doen als zij de controle zien blijft alleen zeven personen zichtbaar de rest zakken ze naar benden/op de vloer. Want het alleen maar voor zeven personen.
33. een geschrift, te welen de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 05-07-15 11:35:28 In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 16] Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 2]
(…)
[betrokkene 1] zegt dat hij wel weet hoe het in zijn werk gaat in OOSTENRIJK omdat hij al een paar keer [betrokkene 4] erheen heeft gestuurd die aan hem verteld heeft dat er auto’s naar het hotel komen waar mensen worden ingeladen nadat er direct ter plekke over de prijs is afgesproken en dat dit bij hotel [B] gebeurt. [betrokkene 2] vraagt of [betrokkene 1] belang heeft bij HONGARIJE. [betrokkene 1] zegt dat hij daar wel belang bij heeft en dat hij morgen een busje zal worden gehuurd waar [betrokkene 1] een week lang gebruik van zou kunnen maken en dat dit busje van bouwjaar 2014 is en DUITSE kentekens heeft en dat er nog andere DUITSE auto’s zijn.
34. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 05-08-15 16:31:13
In/uit : U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 18]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 4]
(...)
[betrokkene 1] zegt: Ik heb een schrift op het bankstel laten liggen waar ik de notities heb gemaakt van vertrek van de auto's uit HONGARIJE, wil je dan allen een foto maken van HONGARIJE en naar mij sturen, alleen van HONGARIJE, niet van het OOSTENRIJK.
[betrokkene 4] zegt één momentje, ik ga kijken. Ja, het staat [betrokkene 2] HONGARIJE.
[betrokkene 1] zegt: ja, [betrokkene 2] HONGARIJ, niet [betrokkene 2] OOSTENRIJK.
[betrokkene 4] zegt is goed
35. een geschrift: te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 07-08-15 17:29:40
In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 19]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: [betrokkene 21]
(…)
[betrokkene 1] zegt: zijn de identiteitsbewijzen waarover je mij ooit had gesproken er nog?
[betrokkene 21] zegt: ehhhhh. nee, er zijn er maar drie stuks.
[betrokkene 1] zegt: de identiteitsbewijzen, de grote hoeveelheid, de stapel? [betrokkene 21] zegt: nee, nee, die zijn er niet meer.(... )
[betrokkene 21] zegt: Er zijn er wel van die andere, broeken, van dit land. [betrokkene 1] zegt: Ik wil geen paspoort maar identiteitsbewijzen.
[betrokkene 21] zegt: Nee, nee. is er niet.
36. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 20-08-15 09:04:03
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 20]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: NN- [betrokkene 21] (…)
[betrokkene 21] zegt dat hij 10 personen heeft kunnen regelen naar PASSAU.
[betrokkene 1] zegt: is goed.
37. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…) inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 20-08-15 12:05:45
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 20]
Gebelde: NN- [betrokkene 21] (…)
[betrokkene 1] zegt dat hij met [betrokkene 9] heeft gebeld over de 5000 die [betrokkene 21] aan [betrokkene 9] zou geven. [betrokkene 21] zegt desgevraagd dat hij inmiddels 5 auto's heeft ingeladen.
(... ) [betrokkene 1] zegt vervolgens: de 3200 die je ontvangen hebt was al eerder ingeladen, toch?
[betrokkene 21] zegt dat dit al eerder berekend is. [betrokkene 1] vraagt [betrokkene 21] 5000 aan [betrokkene 9] te geven en dat hij zal kijken of [betrokkene 21] 10000 via iemand kan overmaken. [betrokkene 21] zegt desgevraagd dat hij op zondag wil vertrekken. [betrokkene 1] zegt dal hij iemand zal regelen die op vrijdag naar [betrokkene 21] zal gaan om hem af te lossen. [betrokkene 1] zegt dat degene die hij zal sturen inmiddels weet over dit werk omdat hij hem eerder vaak heeft gestuurd en weet hoe het moet. [betrokkene 1] vraagt [betrokkene 21] te inventariseren wat hij nu bij zich heeft en zegt dat hij dit zelf heeft berekend en dat hij op een bedrag kwam van ongeveer 13850 verspreid over drie bedragen van 2600, 3050 en 8200. [betrokkene 21] zegt dat dit kan kloppen en zegt dat hij gisteren iets uit heeft gegeven van dit geld. [betrokkene 21] zegt dat hij het resterend bedrag aan die ene kan geven als [betrokkene 1] dit wil. [betrokkene 1] zegt dat dit niet nodig is omdat hij ruzie heeft gehad met die ene met wie eerder had afgesproken dat hij hem vijf en een half procent zou betalen die later en opeens zeven procent begon te vragen. [betrokkene 21] zegt dat hij het geld van [betrokkene 1] naar NEDERLAND kan sturen voor 400 euro aan kosten waarbij [betrokkene 1] het geld in NEDERLAND overhandigd krijgt, dit als [betrokkene 1] dit zou willen. [betrokkene 1] zegt dat hij dit goed vindt als het op vijf procent neer zou komen. [betrokkene 21] gaat dit regelen.
38. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 22-08-15 15:9:37
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 20]
Beller: [betrokkene 1]
Gebeld: [betrokkene 21]
(…)
[betrokkene 1] vraagt of [betrokkene 21] nu zijn boekje bij zich heeft en of hij nu er klaar voor is. [betrokkene 21] zegt: ja, ga je gang. [betrokkene 1] zegt: je had 11400 bij je. [betrokkene 21] zegt: ik had geen 11400 maar 2600, je kan beginnen met rekenen vanaf 2600. [betrokkene 21] zegt: ik heb vandaag 10000 naar je overgemaakt en er bleef nog 2600 daarvan bij mij over. [betrokkene 1] zegt dat dit 10000 oud is. [betrokkene 8] AHAMD zegt: nee, dit is niet oud maar van nu want ik ben hier maar vijf dagen. [betrokkene 1] zegt: je hebt dus 10000 overgemaakt en je houdt nu 2600 over. [betrokkene 21] zegt: ja, ik heb nu 2600 bij mij. (…) [betrokkene 1] zegt je had 3050 netto ontvangen. (... ) [betrokkene 1] zegt: en hierna 8200 netto. [betrokkene 21] zegt: hierna 8200 netto, het klopt. [betrokkene 1] zegt: in totaal is het dan 13850 geworden. [betrokkene 21] zegt: ga door. [betrokkene 1] zegt: je hebt vijf aan [betrokkene 9] gegeven. (... ) hierna heb je 2900 netto ontvangen voor de auto van BELGIÉ. [betrokkene 21] zegt: 2900 netto ehh en hierna?. [betrokkene 1] zegt: auto naar DUISBURG 3000 netto, dit heb je gisteren ontvangen. [betrokkene 21] zegt: ja. [betrokkene 1] zegt: vandaag 5700. [betrokkene 21] zegt: klopt.(... ) [betrokkene 21] zegt: (...) het gaat slechts om deze auto's en de volgende betalingen: 3050, 8200, 2900, 3000 en 5700, is er nog meer? ( ... ) het is duidelijk wat een auto opbrengt en het is ook duidelijk wat een chauffeur krijgt en de benzinekosten ook, er is niks meer. [betrokkene 1] zegt: voordat we deze drie auto's hebben ingeladen had jij 11400 bij je.(...) op de achtergrond bij [betrokkene 21] is de stem van [betrokkene 9] (SH) te horen.
39. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 28-08-15 07:20:00
In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 21]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: NN-vrouw
(…)
[betrokkene 1] zegt dat hij boos is geworden toen hij ( [betrokkene 4] ) tegen hem zei dat hij per sé 300 euro wil hebben voor elke auto en dat hij arrogant begon te doen tegenover hem.(... ) [betrokkene 1] zegt dat hij boos is op hetgeen hij ( [betrokkene 4] ) tegen hem zei en zegt ook dat zijn ( [betrokkene 4] ) reis naar beneden hem ( [betrokkene 1] ) 6500 heeft gekost, een bedrag waarvoor hij ( [betrokkene 1] ) andere mensen een hele maand aan het werk kan zetten. [betrokkene 1] zegt dat toen hij beneden was hij zelf twee auto's heeft ingeladen en dat [betrokkene 4] toen van mening was dat [betrokkene 1] hem voor die twee auto's ook zou moeten betalen en dat hij hem uiteindelijk toch heeft betaald. [betrokkene 1] zegt dat hij hem ( [betrokkene 4] ) voor het inladen van 10 auto's heeft betaald terwijl hij er feitelijk maar 8 voor hem had ingeladen en dat hij ( [betrokkene 4] ) in één week 6100 euro heeft verdiend.(... ) [betrokkene 1] zegt dat het hem ( [betrokkene 4] ) toch niet zal lukken om met hem ( [betrokkene 9] ) samen te werken omdat hij hen beiden dan zal neuken als dit zou gebeuren.
(...)
40. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 02-09-15 10:30:15 In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 22]
Beller: [betrokkene 4]
Gebelde: [betrokkene 1]
(…)
[betrokkene 4] zegt is goed, luister, ik heb twee auto's voor NEDERLAND, heb je er belang bij. [betrokkene 1] zegt ik heb een miljoen voor NEDERLAND. Ik heb heel veel, ik heb het te druk. Ik heb met 24 mensen afgesproken voor NEDERLAND en allemaal voor 1200 euro. [betrokkene 4] vraagt zal ik het aan [betrokkene 2] vragen. [betrokkene 1] zegt ik kan echt niet doen, want ik heb te veel mensen. Maar voor hoeveel heb je gevraagd. [betrokkene 4] zegt ik heb tot nu toe niets gezegd. [betrokkene 1] zegt de prijs is al hoger geworden, minstens 1200 per persoon. [betrokkene 4] zegt ik heb gedacht om wat te verdienen. [betrokkene 1] zegt ik heb echt te druk. Ik heb 24 mensen voor NEDERLAND, 8 voor BELGIE en 8 voor FRANKFURT. [betrokkene 4] vraagt weet je of [betrokkene 2] voor NEDERLAND heeft. [betrokkene 1] zegt dat weet ik niet.
41. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 02-09-15 10:43:48
In/uit: U
Met nummer: [telefoonnummer 23]
Beller: [betrokkene 4]
Gebelde: [betrokkene 2]
(… )
[betrokkene 4] belt uit naar [betrokkene 2] (… )
[betrokkene 4] vraagt stuur je mensen naar NEDERLAND. [betrokkene 2] zegt maar hoeveel heb je? [betrokkene 4] zegt acht. [betrokkene 2] vraagt hoeveel betalen ze. [betrokkene 4] vraagt hoeveel wil je dan. [betrokkene 2] zegt ik wil duizend hebben. [betrokkene 4] vraagt hoeveel krijg ik van die duizend. [betrokkene 2] zegt jij moet twaalf honderd vragen, want hier betalen ze twaalf honderd. [betrokkene 4] zegt ik zal elf honderd vragen, omdat zij mijn vrienden zijn. Ik geef je duizend en honderd blijft voor mij. Maar kun je vandaag hen eruit halen. [betrokkene 2] zegt ik zal in deze twee dagen proberen. [betrokkene 4] vraagt is de situatie ok/veilig.
[betrokkene 2] zegt ja. [betrokkene 4] vraagt hoe gaan ze betalen, de helft betalen en andere helft als zij aankomen. [betrokkene 2] zegt nee, alles cash in HONGARIJE. [betrokkene 4] zegt ik ga met hen praten, maar ze zijn met twee gezinnen van acht personen, maar kun je hen in één auto eruit halen. [betrokkene 2] zegt ja.
42. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 november 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Bij de zoeking op het verblijfadres van verdachte [betrokkene 1] werd onder code A-022 een aantekenboekje in beslag genomen. In dit boekje waren op 173 pagina's handgeschreven aantekeningen gemaakt in Arabisch schrift. In concept vertaling bleek op iedere pagina namen te staan in combinatie met bedragen, plaatsnamen en ook kosten of telefoonnummers.
Bij onderzoek van deze aantekeningen kwam vast te staan dat hierin regelmatig aantekeningen waren opgenomen van bedragen in combinatie met de naam [betrokkene 9] . Het betreffen de navolgende aantekeningen:
Bladzijde 44
7500 ten bate van [betrokkene 9] , overgebleven van de afrekeningen van auto’s. Netto tot 24/08/2015
Bij [betrokkene 4] , auto HAMBURG 3050. Ik heb dit met [betrokkene 9] reeds afgerekend
24/08/15 Bladzijde 51
Betaling aan [betrokkene 9] 5000
Bladzijde 54
Resteert ten bate van [betrokkene 9] 7000 Bladzijde 119
1800 (idem)-500 [betrokkene 9]
Bladzijde 143
[betrokkene 9] 1000
Bladzijde 145
5000 aan [betrokkene 9] betaald Bladzijde 146
[betrokkene 9] Eerder 500
1000
2700
1800
3800
300
1500
9300
11600 betaling 5000
1400 auto België, betaling aan [betrokkene 9] 5000+ reeds aan chauffeur gegeven 200 (niet leesbaar) Voor [betrokkene 9]
Bladzijde 15
- 5000 [betrokkene 9]
43. een geschrift, inhoudende het verhoor van [betrokkene 2] door de Directie van de Federale Politie München Inspectie van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Hoeveel auto's hebt u voor [betrokkene 1] in Milaan geladen? Heel globaal:
A: Nou, dit jaar 6-7 voor zover ik me kan herinneren. (... )
V: En afgelopen jaar?
A: Hij heeft dat alleen gedaan. Hij is vaak naar het zuiden naar Italië gereden. Wij hebben elkaar in augustus 2014 leren kennen. Hij zei tegen mij dat hij met drie auto's naar Milaan was gereden en dat hij daar toen mensen had opgehaald.
(...)
A: (... ) Ik heb hem in augustus van het afgelopen jaar Ieren kennen en heb maar een tot anderhalve maand in 2014 met hem samengewerkt.
V: En in 2015?
A: Dat was april tot einde mei. Ongeveer 6-7 auto's.(... )
V: U hebt nu net gezegd dat u 25-30 auto's voor [betrokkene 1] hebt geladen. Hoeveel hebt u daaraan zelf verdiend?
A: Per auto 150 euro. (… )
44. een geschrift, inhoudende het verhoor van [betrokkene 2] door de Directie van de Federale Politie. München Inspectie van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Herkent u deze persoon (foto 24)?
A: Dat is [betrokkene 4] . Hij heeft met [betrokkene 1] gewerkt en heeft mensen in Oostenrijk ingeladen. Soms reed hij naar Boedapest om geld te halen en mensen in te laden. Hij kreeg 4000 euro per week van [betrokkene 1] .
V: Heeft [betrokkene 4] altijd voor [betrokkene 1] gewerkt?
A: De mensen waren van [betrokkene 1] , de auto's werden ook door [betrokkene 1] gestuurd. Hij laadde de mensen in en nam het geld.
V: In Oostenrijk en in Hongarije?
A: Ja precies, hij is ook een keer in Milaan geweest. Hij reed met twee auto's naar het zuiden, laadde de mensen in en vloog terug. Hij wilde terug naar Nederland.
V: Hoeveel ritten heeft [betrokkene 4] in totaal uitgevoerd?
A: In Milaan twee auto's, in Oostenrijk weet ik niet. Hij is daar lang gebleven, iets meer dan een maand. Toen zat hij in Hotel Carina. Hij was in Hongarije maar ik heb hem niet zo vaak gezien. Wij hadden geen nauw contact.
V: Hoe vaak heb je [betrokkene 4] gezien?
A: In Boedapest heb ik hem 1, 2 of 3 keer gezien. Dat was naast het hotel waar hij verbleef. Dat was in de wijk “Blalluesa”. [betrokkene 1] zei altijd dat [betrokkene 4] in Oostenrijk was. Degene die vanaf juni met [betrokkene 1] in Boedapest werkte, was iemand anders, die heette “ [betrokkene 21] ”. Die zat altijd in een hotel. Hoe dat hotel heette, weet ik niet.
45. het door rechter-commissaris mr. H.T. Pos in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2017, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
U houdt mij voor dat het er op lijkt, blijkens de pv's van de politie, dat ik samenwerkte met [betrokkene 1] . (... ) Dat klopt.(... ) [betrokkene 1] had de leiding. Ik voerde de opdrachten uit.(... ) Ik hoorde van [betrokkene 1] dat er mensen in Italië waren die naar Denemarken wilden. Ik zou die mensen naar de auto brengen. [betrokkene 1] had die mensen geregeld. [betrokkene 1] heeft mijn telefoonnummer gegeven aan de mensen die gesmokkeld moesten worden. Hij heeft auto's van Nederland naar Italië gebracht. Hij belde mij waar die auto's zich bevonden en beschreef die auto's.(... ) Het waren mensen uit Arabië en Syrië. (... ) Ik heb per auto 100 euro gehouden en de rest heb ik aan de chauffeur gegeven.(... ) U vraagt mij hoelang ik met [betrokkene 1] heb samengewerkt op deze manier. Dat was van augustus tot november 2014. In 2015 van half mei tot juli.
46. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 13] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 september 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het eerste verhoor van [betrokkene 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Ik ben ongeveer 1,5 jaar geleden in Denemarken aangehouden.( ... ) Ik heb hierna alleen maar bemiddeld (…).
O: Voor hoeveel mensen denk je dat je hebt bemiddeld?
A: Het zou er meer dan 100 kunnen zijn geweest maar (... ) het kunnen er ook meer zijn geweest. (....)
O: Maar nogmaals hoeveel zaken denk jij dat jij betrokken bij bent geweest?
A: Ik denk ongeveer 150-200. (... )
O: We hadden het net over bemiddelen van Syrische mensen die naar Nederland, Duitsland en onder ander Denemarken wilde.
V: Waaruit bestond die bemiddeling?
A: Bijvoorbeeld benaderde [betrokkene 2] mij of ik een chauffeur heb om de mensen te smokkelen. (...)
47. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 13] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 september 2015 gesloten proces-verbaal (…) inhoudende het tweede verhoor van [betrokkene 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Financieel gezien, het geld wat ermee verdiend is. Wat bijvoorbeeld verdiende jij voor een auto van MILAAN naar Nederland.
A: 600 euro en sommige 500 euro per persoon.(... )
V: Wat hield jij hier dan uiteindelijk aan over?
A: Aan een 4 persoonsauto verdiende ik ongeveer 300 tot 400 euro.
V: Waren de tarieven vanuit Hongarije anders?
A: Die waren duurder. Onder normale omstandigheden ongeveer 700 persoon, toen de controles strenger werden werd dit ongeveer 1000 euro per persoon. Dit hing ook af van de chauffeur.
V: Wat hield jij hier aan over?
A: Ongeveer het zelfde.(... )
A: Ik ben 2 keer in Milaan geweest en een paar keer in Hongarije. De laatste keer ben ik voor ongeveer 2 weken in Hongarije geweest. Ik hield er ongeveer 400-500 euro per auto aan over. (...) A: lk gaf ook maar ongeveer 50 euro per week uit aan vrouwen. Ik van het geld wat ik verdiend heb de auto gekocht en ongeveer 6.000 euro aan schulden terug betaald. Ik zweer bij Allah dat van het geld dat bij mijn ex-schoonmoeder is aangetroffen nog een gedeelte naar [betrokkene 9] moest.(…) Ik moet nog 1.000 euro aan de auto af betalen.(... ) Aan mijn ex vrouw heb ik geen geld geleend maar ongeveer 3x500 euro gegeven voor de kinderen. Dat staat in het boekje.(... ) Ik heb wel wat in het boekje staan van wat ik aan mensen heb geleend maar sommige bedragen zijn terug betaald.(.... )
V: Wat ook veel geld heeft gekost is de reis van je moeder en je zus die naar Nederland zijn gekomen.
A: Dal klopt dat is 2000 euro geweest. (... )
O: Nu zitten je moeder en je zus in Griekenland, Athene. Nu wilde je moeder niet met de auto naar Nederland komen. Jij hebt toen nog actie ondernomen, kan jij je dat nog herinneren?
A: Ik belde toen met iemand die [betrokkene 21] heet om mij te helpen om ze te smokkelen.( ... )
V: Maar we zijn nu afgeweken van de vraag wat jij in totaal hebt verdiend?
A: Ik moet dat ook nog allemaal berekenen, in ieder geval de auto en de schulden en bij mijn aanhouding had ik ongeveer 2.500 bij mij. Ik zou het verder niet weten.(... )
A: Als er een rit is geweest dan houd ik daar 500-600 euro aan over en dan geef ik dit meteen uit. ik zal ongeveer tussen de 20.000.en 25.000 euro verdiend hebben (...)
O: Waar wij het morgen nog over gaan hebben is dat [betrokkene 2] niet zelf het geld over maakte via Western Union en dat jij dit geld ook niet zelf in ontvangst nam maar dal jullie altijd iemand mee namen die het geld aannamen voor jullie.
V: Waarom deden jullie dit?
A: Dit deed ik bewust niet op mijn eigen naam zodat het niet zou opvallen bij Western Union. Door de hoeveelheid van de transacties werd ik volgens mij ook geblokkeerd door Western Union omdat ik vroeger geld, dat vanuit Syrië en Dubai, werd overgemaakt, hier voor andere mensen in ontvangst nam die bijvoorbeeld een uitkering hadden.
48. een geschrift, inhoudende het verhoor van [betrokkene 2] door de Directie van de Federale Politie München Inspectie, van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(…)
O: [betrokkene 1] zei dat er in 2015 ongeveer 250 mensen in bussen en auto's zijn geladen en vanuit Milaan naar Oostenrijk, Duitsland. Nederland. Denemarken enz. zijn gebracht.
(... )
V: We kunnen wel zeggen dat jij met [betrokkene 1] hebt samengewerkt. Hoeveel geld heeft hij met alle mensensmokkeloperaties verdiend, vanuit Italië, Oostenrijk en Hongarije?
A: Wat het afgelopen jaar 2014 betreft, weet [betrokkene 22] wat [betrokkene 1] kreeg. Sinds ik hem ken was het 65.000 euro, schat ik. En dit jaar ben ik 3 dagen voor mijn aanhouding met hem in een park geweest. Toen heeft hij mij verteld dat hij 140.000 euro had verdiend. Daarvan heeft hij ook het binnensmokkelen van zijn moeder en zijn zus betaald.
V: Is die 140.000 euro al na aftrek van kosten?
A: Dat is wat er voor hem is overgebleven. Hij en [betrokkene 9] hadden in Boedapest ook een fantastisch huis gehuurd waarvoor ze 1200 euro per week betaalden. Met jacuzzi zelfs. Ze hadden ook vrouwen, alcohol en hasjiesj.
49. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 14] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 februari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het derde verhoor van [betrokkene 12] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Hoe lang is [betrokkene 1] al bezig met het smokkelen van mensen vanuit het buitenland naar West Europese landen:
A: Ik denk twee jaar hij was hier dagelijks mee bezig. Ik denk dat hij ongeveer een 2000 mensen heeft gesmokkeld. Ik weet alleen al dat de man van de Golf, [betrokkene 23] 50 keer gereden heeft voor [betrokkene 1] . De mensen vroegen speciaal naar hem omdat hij in één keer doorreed. (... ) .
50. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 13] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 september 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende de verklaring van [betrokkene 1] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
O: Het is zo dat je neef [betrokkene 4] is aangehouden.( ... )
O: lk kan je 1 zaak vertellen dat hij ook heeft bemiddeld in een smokkel. Hij is naar Oostenrijk gegaan om familie te helpen om uit te reizen. Hij was niet in het bezit van een rijbewijs.
A: Dat klopt inderdaad dat [betrokkene 4] is mee gereden in een auto met andere mensen en in Oostenrijk heeft hij [betrokkene 6] ontmoeten. Hij heeft er voor gezorgd dal [betrokkene 11] in een auto is gekomen. [betrokkene 4] is met de trein naar Nederland gekomen. Hij heeft nog geen rijbewijs maar hij is daar nu mee bezig om zijn rijbewijs in Nederland te halen. [betrokkene 6] is de broer van de vrouw die vast zit. De vrouw die vast zit is [betrokkene 24]
51. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 11] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 september 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het tweede verhoor van [betrokkene 4] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Ik ben kort geleden naar Wenen gegaan en twee weken voor mijn aanhouding ben ik naar Boedapest gegaan. Ik heb daar vier dagen in hotel [C] geslapen (... ) Mijn broer was onderweg. [betrokkene 1] heeft mij vanuit Nederland mee genomen naar Hongarije met de auto. Ik zou daar wachten tot mijn broertje aan zou komen. De tweede dag dat wij daar waren heeft [betrokkene 1] mij daar achter gelaten. Ik wist niet waar hij naar toe ging en ik wist ook niet wanneer hij terug zou komen. [betrokkene 1] had mij gezegd dat ik alleen geld in ontvangst zou nemen totdat mijn broertje zou arriveren.
(... ) Ik zou bij een persoon geld in ontvangst nemen en [betrokkene 1] zou vertellen welke bedrag dat zou zijn. Het geld zou bij mij blijven totdat [betrokkene 1] terug was. De persoon waar ik het geld in ontvangst neem is [betrokkene 10] . Hij is een Syriër en verblijft in hotel [A] . Ik heb een keer 2000 (tweeduizend) euro in ontvangst genomen van [betrokkene 10] .
O: Even logisch nadenken. [betrokkene 1] stuurt chauffeurs vanuit Nederland naar Boedapest. In Boedapest moeten de chauffeurs opgevangen worden. In Boedapest moeten ook de chauffeurs en de gesmokkelde samen worden gebracht. De chauffeur wordt vervolgens betaald en de gesmokkelde betaalt de helft van de reissom ter plaatse. Als de gesmokkelde vervolgens op plaats van bestemming komt betaalt hij de andere helft.
V.: Dan weet jij toch wat jou rol is?
A: Ik heb van tevoren geen afspraak gemaakt met [betrokkene 1] om daar te gaan werken. Ik zou naar Boedapest gaan voor mijn broertje. Hij heeft tegen mij gezegd dat ik daar moest blijven totdat hij terug kwam. Ik heb daar verschillende keren geld in ontvangst genomen van [betrokkene 10] . Dat was in hotel [A] . Ik ben niet degene geweest die de chauffeurs en de gesmokkelde met elkaar in contact bracht. Het klopt wel dat de chauffeurs eerst naar mijn hotel kwamen. Ik denk dat dit was om uit te rusten. Vervolgens kregen zij van [betrokkene 1] te horen dat ze naar hotel [A] moesten gaan. Ik heb in het [C] hotel één keer een chauffeur op mijn kamer laten slapen. Ik kreeg van [betrokkene 1] de opdracht om deze een bedrag van 200 (tweehonderd) euro te geven. Ik denk dat dit was omdat deze chauffeur zijn Mercedes kapot had. Na vier dagen ben ik weg gegaan vanuit Boedapest. Ik wilde daar niet langer blijven.
V: Hoeveel geld had jij toen bij je?
A: Dat zal ongeveer tussen de zeven- en achtduizend euro zijn geweest. (... )
V: Waar kwam dat geld vandaan?
A: Ik weet dat het geld van de smokkel afkomstig is.(...)
A: (... ) [betrokkene 1] heeft wel mijn verblijf in het hotel betaald. Daarnaast heb ik bij terugkomst een bedrag van 500 (vijfhonderd) euro gekregen.(... ) [betrokkene 1] maakt afspraken met de gesmokkelde en met [betrokkene 10] . Ik hoefde alleen maar het geld in ontvangst te nemen.
V: Wat heb jij met het geld gedaan dat jij in ontvangst had genomen, die 7 a 8 duizend euro?
A: Die heb ik aan [betrokkene 1] gegeven. (... )
V: Hoe wordt de betaling van de gesmokkelde geregeld?
A: (... ) [betrokkene 1] maakt afspraken met [betrokkene 10] . (... )
V: Waarom is er geld betaald aan [betrokkene 25] ?
A: [betrokkene 25] is een vriend van mij. De broer van [betrokkene 25] zou naar Nederland willen komen. Die was toen nog in Hongarije, in Boedapest. [betrokkene 25] vroeg mij of ik dit kon regelen. Ik heb toen [betrokkene 1] opgebeld en gezegd dat het over de broer van [betrokkene 25] ging. Deze zou met drie anderen willen reizen. Deze zouden een bedrag van 700 euro per persoon betalen vanuit Boedapest naar Nederland. Ik zou garant staan voor de broer van [betrokkene 25] . Daar ging [betrokkene 1] mee akkoord. De broer van [betrokkene 25] is aangekomen in Nederland maar van die andere drie weet ik niets.
V: Op welke manier bent u door [betrokkene 25] bent opgelicht?
A: ik heb nog steeds geen cent van hem gekregen. Ik heb [betrokkene 1] 150 euro moeten betalen. [betrokkene 1] zei dat het jammer voor mij was want ik had zelf aangegeven dat ik garant wilde staan. Ik bedoel nu dat ik 550 heb gekregen. Dat is 150 minder dan de afspraak. Die 550 euro heb ik van [betrokkene 25] gekregen.
V: Voor het smokkelen van zijn broer?
A: (lacht) ik heb hem slechts geholpen.(... )
V: Waar is die 550 dan nu?
A: Die heb ik aan [betrokkene 1] gegeven
52. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 15] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 oktober 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het vierde verhoor van [betrokkene 4] , (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(...)
A: Ik ben gevraagd door [betrokkene 1] om naar BUDAPEST te gaan. Ik wilde daar mijn broer opwachten. We kwamen aan in hotel [C] . [betrokkene 1] heeft me daar achtergelaten. Dezelfde dag vertrok [betrokkene 1] weer uit Budapest. Daarna belde hij me op om te vragen om naar iemand te gaan die [betrokkene 10] heet om het geld daar op te halen, het hotel heet Hotel [A] . Ik ben daar vier dagen gebleven. [betrokkene 1] vroeg mij om geld daar te halen.
V: Hoe ging je naar het hotel?
A: Dat deed ik samen met de chauffeurs die naar het hotel gingen om daar te rusten, en soms met een taxi. (... )
V: Wat is de rol van de chauffeurs?
A: De chauffeurs gingen naar het hotel omdat [betrokkene 1] dit met [betrokkene 10] had afgesproken om daar mensen op te halen. Toen ik met de chauffeur in het hotel kwam ging ik bij de receptie zitten en wachten op [betrokkene 10] die mij dan het geld kwam brengen.(... ) Ik deed wat [betrokkene 1] mij vroeg om te doen het geld op te halen bij [betrokkene 10] .
V: Wie is [betrokkene 9] en wat doet hij?
A: [betrokkene 9] had auto's en chauffeurs.
V: Wat deed [betrokkene 9] ?
A: Hij werkte samen met [betrokkene 1] .
V: Net zeg je dat [betrokkene 9] auto’s en chauffeurs had.
A: Ze werkten samen in de smokkel van mensen. (... )
V: Heeft [betrokkene 9] chauffeurs in dienst?
A: Ja er werken chauffeurs voor [betrokkene 9] .
V: Wat doet die met die chauffeurs?
A: Hij smokkelt mensen .
V: Hoe weet je dit?
A: Van [betrokkene 1] maar ook van de chauffeurs die ik naar hotel [A] bracht om daar mensen in te laden voor de smokkel van mensen. (... )
V: We zitten in Budapest en je hebt verklaard dat je vier dagen daar bent verbleven en dat je per dag 2000 euro hebt gehaald bij [betrokkene 10] .
A: Ja dat klopt ongeveer 1500 per dag. (... )
V: Je bent 28 augustus terug gekeerd naar Nederland met de trein.
A: ja dat kan kloppen.
V: Wat had je bij je.
A: Geld ongeveer 7000 a 8000 euro.(... )
V: Waarom zegt [betrokkene 1] dan dat je 60.000 Euro bij je had?
A: Ik heb het geld een keer geteld, op dag drie dat ik daar was was het 9400 Euro, daarna heb ik nog 7000 euro ontvangen en daarna nog van iemand 3000 Euro in totaal 16.000 Euro was ik bij had. (...)
V: Waarom moest je geld gaan halen?
A: Dat moest ik van [betrokkene 1] halen bij [betrokkene 2] , hij werkt ook in de smokkel samen met [betrokkene 1] . Die werken 7 a 8 maanden samen.
V: Hoeveel geld had je bij je in de trein van BUDAPEST naar NEDERLAND.
A: 10.000.
V: Net was het 16.000 euro.
A: Ik moest geld betalen aan de chauffeurs.
V: Wat is er met het geld gebeurd?
A: Aan [betrokkene 1] thuis gegeven. (...)
53. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 8] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 november 2015 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het zesde verhoor van [betrokkene 4] , (…) zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik heb alleen allemaal kleine dingetjes gedaan die [betrokkene 1] mij op heeft gedragen. Ik zocht geen mensen of iets dergelijks. [betrokkene 1] zei mij bijvoorbeeld "kijk naar de families, praat maar met de chauffeur". In het begin was het alleen mijn taak om geld in ontvangst te nemen. Ik dacht ik neem alleen geld in ontvangst dus ik heb er niets mee Ie maken.
V: In het begin. Maar daarna dan?
A: ik bedoel dat ik de eerste keer naar Hongarije ging.
V: Wat is dan daarna gebeurd?
A: Met de eerste keer Hongarije bedoel ik de eerste dag. Die dag heeft [betrokkene 1] mij gezegd dat ik alleen maar geld in ontvangst hoefde te nemen. Later toen begon hij mij extra klusjes te vragen. Bijvoorbeeld wat ik de chauffeur moest vertellen. Ik heb toen een beetje woordenwisseling met hem gehad. Ik wist niet wat ik daar mee moest want dit was niet wat wij met hem afgesproken hadden. |k heb over de telefoon vaker met hem ruzie hier over gehad. Ik vroeg waarom ik dit werk moest doen want het was niet de afspraak.
V: Waarom heb jij het dan wel gedaan?
A: Ik was toch daar, hij zei dat ik dit en dat met de chauffeur moest doen, en dan deed ik dat. (...) V: Bij het inladen of betalen van hoeveel auto's ben jij betrokken geweest?
A: ongeveer 5 auto's. Het waren er 6 maar 1 was kapot gegaan. Nee....wacht even (denkt na). Het waren er 6. De planning was meer dan 6. [betrokkene 1] stelde mij van te voren steeds in kennis.
V: Hoeveel personen zijn dat geweest?
A: 2 x 7 en 4 x 4, dan is het dus 30 personen. Ik weet niet waar deze naar toe gingen.
V: Welke periode is dat geweest?
A: Over de 4 dagen dat ik daar zat
V: Hoeveel geld heb jij toen mee terug naar Nederland genomen voor [betrokkene 1] ?
A: Ik denk 16.000 of 17.000
V: waar had jij dat bij je toen je terug naar Nederland kwam?
A: Ik heb ongeveer 8.000 of 9.000 mee terug genomen. Het kan ook meer zijn geweest. Dat zat in verschillende broekzakken. De rest van het geld, ongeveer 6.000 euro, moest ik aan 1 chauffeur geven. (... )
De chauffeur heeft toen 6.000 of 7.000 euro meegenomen voor [betrokkene 9] . Die had ik hem gegeven. Ook nog 200 euro voor de chauffeur zelf. Ik wist dat het voor [betrokkene 9] was omdat de chauffeurs bij [betrokkene 9] horen.
V: Wat heb jij hier uiteindelijk voor gekregen?
A: lk kreeg 500 euro voor de onkosten, ook betaalde hij het hotel.(... )
A: [betrokkene 1] vertelde mij dat hij ongeveer 300 euro per auto verdiende.(... )
Toen ik terug naar Nederland kwam heb ik dus geld mee genomen, ik weet niet meer hoeveel dit is geweest. Als u vraagt of ik een schatting kan maken, dan zou ik het schatten op iets minder dan 20.000 plus de 3.000 van [betrokkene 2] . Ik herinner mij nu een gesprek met [betrokkene 1] waarin hij vraagt hoeveel ik bij mij had. Ik zei hem dat het iets van 20.000 euro was, dan nog het geld van [betrokkene 2] , dus het zal rond de 23.000 zijn geweest.(... )
Ik heb die chauffeur dat geld uiteindelijk niet gegeven. Dat kon niet via western Union dus dat heb ik weer terug gekregen van de chauffeur.( ... )
Ik had ongeveer 19.000 euro bij mij toen ik uit Boedapest vertrok. lk ben teruggekomen met de trein. Ik had enkel een tas bij me. Het geld had ik in mijn zakken en in mijn tas. Het bedrag van 19.000 euro waren in biljetten van 500 euro. Dat wilde [betrokkene 1] zo. [betrokkene 1] vertelde dat het normaal was om met zoveel geld op zak te reizen, lk wist niet dat dit niet mocht, later begreep ik dat wel.
V: Wat heb jij met het geld gedaan?
A: Dat heb ik aan [betrokkene 1] gegeven (... ) Ik kreeg van [betrokkene 1] (... ) 500 euro.(... )
V: Wat waren jou taken toen jij in Boedapest was die 4 dagen?
A: 1 x heb ik een chauffeur verteld waar hij naar toe moest, dat was Venlo, ik moest geld aan de chauffeurs geven, geld in ontvangst nemen van [betrokkene 10] , [betrokkene 1] vroeg duizenden dingen aan mij, het geld mee nemen naar Nederland. Eén keer is iemand bij mij geweest in hotel [C] , een chauffeur, om zich op te frissen. Ik bracht geen chauffeurs naar hotel [A] . Ik ben ook met een chauffeur naar de garage geweest om de auto te laten maken in Boedapest, ik ben ook met een chauffeur naar western Union geweest om geld over te maken naar [betrokkene 9] maar dat is niet gelukt. (... )
54. een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek, (…), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 10-08-15 12:55:24
In/uit: U
Met nummer: 31-06- [telefoonnummer 14]
Beller: [betrokkene 1]
Gebelde: NN [betrokkene 26]
(…)
[betrokkene 1] zegt: over half uurtje ga ik het overhandigen en hij wil de code, dus waar moet ik komen om in het ontvangst te nemen.(... ) [betrokkene 1] vraagt waar zal ik het ontvangen, bij jou of in VENRAY. NN [betrokkene 26] zegt zodra je overhandigd, vertel ik je waar we gaan om te ontvangen. Jij krijgt het van mij te horen waar we gaan en we gaan samen heen en ik geef het aan jou. [betrokkene 1] zegt: is goed, binnen half uurtje ga ik het overhandigen en ik heb 43 overhandigt. Maar heb je ook iemand in OOSTENRIJK. NN [betrokkene 26] zegt: ja, er is wel, maar laat mij eerst deze hawala/overmaking afhandelen en dan beginnen we met de tweede.
[betrokkene 1] vraagt: waarom werk je niet met beiden. NN [betrokkene 26] zegt: nee, laat mij eerst bij het eerste afhandelen. [betrokkene 1] zegt is goed. Maak maar deze af en dan gaan we over OOSTENRIJK praten. Is goed zegt NN [betrokkene 26] .
55. het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 16] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 februari 2016 gesloten proces-verbaal (…), inhoudende het achtste verhoor van verdachte, (…), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
O: Jij zegt tegen [betrokkene 1] dat jij de mensen van Budapest zal vragen of zij het geld daar kunnen ontvangen en vraagt of [betrokkene 1] het geld dan wel aan ze kan geven.
V: Waarom ga jij aan de mensen van Budapest vragen of ze het geld daar kunnen ontvangen?
A: Hij vroeg mij of ik iemand kende die geld uit Boedapest naar Nederland kon brengen. Ik heb hem toen een telefoonnummer gegeven van iemand in Boedapest. Later zei hij als ik dat kon regelen ik 50 euro zou ontvangen. (... )
Ik 3x via Western Union geld overgemaakt.(... )
Ik moet u wel vertellen dat ik soms 100, 150, 200 kreeg van [betrokkene 1] als ik hem een telefoonnummer doorgaf van iemand die voor hem kon overboeken via het HAWALA systeem.
V: U ontving geld en u overhandigde [betrokkene 1] telefoonnummers van HAWALA mensen. Hoe noemt u dit?
A: lk hielp [betrokkene 1] met deze geldoverboekingen. (...)’
7. Het hof heeft in het bestreden arrest de volgende overwegingen met betrekking tot het bewijs opgenomen:
‘Feiten 1 t/m 3 en 7
Standpunt advocaat-generaal
(…)
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de aan hem ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe - kort en zakelijk weergegeven - aangevoerd dat het oogmerk van verdachte nooit geweest is om ervoor te zorgen dat mensen wederrechtelijk de toegang tot onder andere Nederland zouden krijgen. Hij is die mensen slechts behulpzaam geweest bij het verkrijgen van een verblijf in de Europese Unie. Hij regelde via een advocaat in Griekenland verblijfsvergunningen maar heeft daarmee geen opzet gehad op de valsheid.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Voor mensensmokkel is vereist dat de verdachte, al dan niet uit winstbejag, behulpzaam is geweest een persoon toegang tot of doorreis door of verblijf te verschaffen in Nederland of een andere lidstaat van de EU, of betrokkene daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat de toegang of doorreis wederrechtelijk is. Voor hulp bij illegaal verblijf (art. 197a lid 2) is het winstbejag een vereiste.
Een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht duidt erop dat verdachte zich vaker en met enige regelmaat schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel.
Naar het oordeel van het hof kunnen de afzonderlijke mensensmokkelfeiten bewezen worden en kan op basis van de bewijsmiddelen bovendien bewezen worden - gelet op de duur, het aantal personen, de steeds dezelfde gebruikte modus operandi en de professionele aanpak - dat verdachte hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft. Het hof neemt hierin mee de verklaring van medeverdachte [betrokkene 1] waaruit blijkt dat verdachte aan hem heeft verteld dat hij zich bezighield met Griekse verblijfsvergunningen die in Syrische paspoorten werden geplakt en dat mensen dan via Ecuador moesten reizen.
Feit 1
Verdachte heeft bekend dat hij [het gezin] afkomstig uit Syrië, bestaande uit [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , in juni 2015 met de auto heeft opgehaald uit Frankrijk. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij de gegevens van zichzelf en van zijn familie op voorhand aan verdachte heeft gegeven en dat verdachte de valse ingevulde Griekse verblijfsvergunningen vervolgens via DHL naar hem toestuurde. [slachtoffer 1] moest per verblijfsvergunning € 4000,- aan verdachte betalen. Na ontvangst moest [slachtoffer 1] aan verdachte een foto sturen om te laten zien dat de sticker met de verblijfsvergunning goed zat. [het gezin] is op aanwijzing van verdachte vanuit Libanon naar Ecuador gevlogen. Met de paspoorten met daarin de door verdachte verstrekte verblijfsvergunningen is [het gezin] vanuit Ecuador (uiteindelijk) naar Frankrijk gevlogen. In de mobiele telefoon van verdachte zijn twee screenshots aangetroffen met berichten van [slachtoffer 1] aan verdachte. In het ene bericht staat dat de verblijfsvergunningen zijn gecheckt en goed zijn bevonden en in het andere bericht staat dat [slachtoffer 1] in Frankrijk is aangekomen, dat alles goed ging en dat de paspoorten zijn afgestempeld. Het contact tussen verdachte en [slachtoffer 1] verliep via Viber. Nadat verdachte [het gezin] had opgehaald in Frankrijk hebben deze gesmokkelden twee dagen bij verdachte thuis verbleven alvorens hij hen bij het AZC in Ter Apel heeft afgezet. Verdachte heeft de familie geadviseerd om de paspoorten bij hem achter te laten. Deze paspoorten heeft hij vervolgens aan zijn vriendin, [betrokkene 5] , in bewaring gegeven.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en hen uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
Feit 2
Verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer 6] met de auto heeft opgehaald uit Spanje en hem uiteindelijk naar het AZC in Ter Apel heeft gebracht. De Syriër [slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij in maart of april 2014 zijn gegevens naar verdachte heeft gestuurd. Het contact verliep via Viber. Op aanwijzing van verdachte kon [slachtoffer 6] een Griekse verblijfsvergunning ophalen in Beiroet (Libanon). Op de telefoon van verdachte werd een afbeelding aangetroffen van een Griekse verblijfsvergunning op naam van [slachtoffer 6] . Behalve voor de reis naar Libanon heeft verdachte alle tickets voor [slachtoffer 6] geregeld. [slachtoffer 6] is eerst naar Ecuador gevlogen en is vervolgens na 2 dagen doorgevlogen naar Madrid. Vanaf hier is hij naar Barcelona gereisd, waar hij vervolgens is opgehaald door verdachte. Voor de gehele reis werd een bedrag afgesproken van € 7500,-. Toen [slachtoffer 6] in Barcelona aankwam moest hij plots nog eens € 1800,- aan verdachte betalen. [slachtoffer 6] heeft voordat hij naar het AZC in Ter Apel werd gebracht 2 dagen bij verdachte thuis verbleven. Verdachte heeft [slachtoffer 6] geadviseerd om zijn paspoort bij hem achter te laten. Dit paspoort heeft verdachte vervolgens aan zijn vriendin, [betrokkene 5] , in bewaring gegeven.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en hem uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
Feit 3
De Syriër [slachtoffer 7] heeft verklaard dat hij via via in contact is gekomen met verdachte. Het contact verliep onder andere via Viber. Verdachte regelde de hele reis van [slachtoffer 7] , waaronder ook de tickets. Hij ging met een taxi van Damascus naar Beiroet. Vanaf daar is hij met verschillende tussenlandingen gevlogen naar Ecuador. Verdachte heeft aan [slachtoffer 7] , naar het hotel waar hij verbleef in Ecuador, een vals visum opgestuurd via DHL. [slachtoffer 7] heeft dit visum zelf in zijn paspoort geplakt en kreeg de instructie om het visum bij aankomst in Amsterdam te verwijderen. [slachtoffer 7] heeft dit uiteindelijk in het vliegtuig verwijderd. Er is ook geconstateerd door het Bureau Falsificaten Schiphol dat er een hele pagina uit het paspoort verwijderd was. [slachtoffer 7] heeft voor de gehele reis € 10.000,- aan verdachte betaald. Op de telefoon van verdachte werd een afbeelding aangetroffen van een Griekse verblijfsvergunning op naam van [slachtoffer 7] .
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Frankrijk, België en Nederland en dat hij hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft.
(…)
Feit 6
Het hof stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Aan verdachte is ten laste gelegd - zakelijk weergegeven - dat hij in de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en/of één of meer anderen.
De criminele organisatie had volgens de tenlastelegging het oogmerk tot het plegen van de volgende misdrijven:
- Mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- Witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Medeverdachte [betrokkene 1] is betrokken geweest bij een groot aantal mensenhandeltransporten, waarbij naar zijn zeggen in totaal zo'n 200 mensen zijn vervoerd. Hij heeft hierbij een organiserende/leidinggevende rol gespeeld. [betrokkene 2] heeft in augustus/september 2014 en in de periode van april tot eind mei 2015 samengewerkt met medeverdachte [betrokkene 1] . Deze samenwerking bestond hieruit dat [betrokkene 2] auto’s inlaadde in Milaan in opdracht van medeverdachte [betrokkene 1] . [betrokkene 4] heeft in opdracht van medeverdachte [betrokkene 1] te Wenen en Boedapest handelingen verricht, te weten het begeleiden van te smokkelen personen naar de juiste auto’s en het betalen van chauffeurs. Tevens heeft hij geld voor medeverdachte [betrokkene 1] meegenomen naar Nederland. [betrokkene 9] huurde auto’s en regelde chauffeurs in opdracht van medeverdachte [betrokkene 1] . [betrokkene 3] verrichtte allerlei aan mensensmokkel gerelateerde werkzaamheden voor medeverdachte [betrokkene 1] .
Voor wat betreft de rol van verdachte stelt het hof vast dat hij medeverdachte [betrokkene 1] hielp met geldoverboekingen. Verdachte heeft ook bekend dat hij hierbij geholpen heeft. Op basis van onder meer de tapgesprekken stelt het hof vast dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij door deze hulp bij geldoverboekingen de mensensmokkel ondersteunde en dat hij ook het oogmerk had om deel uit te maken van deze organisatie die als oogmerk had het plegen van mensensmokkel.
Op grond hiervan is het hof van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot een op mensensmokkel gericht samenwerkingsverband en dat hij daarnaast ook gedragingen heeft ondersteund die verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk.
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte verblijfsvergunningen ten behoeve van te smokkelen personen regelde voor medeverdachte [betrokkene 1] . Verdachte regelde deze verblijfsvergunningen voor mensen die hij zelf smokkelde. De wijze waarop de personen door verdachte gesmokkeld werden - per vliegtuig, via verschillende landen waarbij er sprake was van afwezigheid van een visumplicht, om vervolgens per auto vanaf een vliegveld in Europa naar Nederland vervoerd te worden - wijkt in grote mate af van de wijze waarop door [betrokkene 1] mensen gesmokkeld werden. Uit de verklaringen van de door [betrokkene 1] gesmokkelden blijkt ook niet dat zij gebruikgemaakt hebben van (ver)vals(t)e Griekse verblijfsvergunningen.
Naar het oordeel van het hof kan niet bewezen worden dat de criminele organisatie waar verdachte deel van uitmaakte tot oogmerk had het plegen van het misdrijf witwassen.
Daarmee komt het hof tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.’
Bespreking van het eerste middel
8. Het eerste middel bevat de klacht dat het hof bewezen heeft verklaard dat de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten in de in de bewezenverklaring vermelde periodes zijn gepleegd, terwijl deze periodes niet, althans niet zonder meer uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid, terwijl deze periodes evenmin uit de inhoud van enige aanvullende bewijsmotivering kunnen blijken. Het middel valt uiteen in drie deelklachten. De eerste deelklacht ziet op het onder 1 bewezenverklaarde feit. De steller van het middel voert aan dat de bewijsmiddelen niets inhouden over de bewezenverklaarde periode 1 mei tot en met 22 juni 2015. Hij wijst erop dat het hof in de bewijsmotivering heeft opgemerkt dat de verdachte heeft verklaard dat hij de onder 1 genoemde personen in juni 2015 met de auto uit Frankrijk heeft opgehaald, maar dat niet duidelijk wordt aan de inhoud van welk bewijsmiddel het hof dit heeft ontleend.
9. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat hij – kort gezegd - in de periode 1 mei tot en met 22 juni 2015 in Nederland en Griekenland en Frankrijk (telkens) terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakte de personen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Frankrijk en België en Nederland en uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland (of een andere in de bewezenverklaring genoemde of omschreven staat) of die anderen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was.
10. De bewijsmiddelen houden in verband met het onder 1 bewezenverklaarde (onder meer) in dat de paspoorten van de in de bewezenverklaring genoemde personen zijn aangetroffen in een schoolkluisje van [betrokkene 5] en dat deze paspoorten op 21 september 2015 door de Vreemdelingen Politie op zijn gehaald bij deze school (bewijsmiddel 1). In deze paspoorten stonden vervalste Griekse verblijfsvergunningen (bewijsmiddelen 2-6). Tot deze paspoorten behoort het paspoort van [slachtoffer 3] , geboortedatum [geboortedatum] 2014 (bewijsmiddel 6). De verdachte heeft deze pasporten aan zijn vriendin in bewaring gegeven (bewijsmiddelen 9 en 10). Daaruit kan worden afgeleid dat het onder 1 bewezenverklaarde feit zich tussen 14 augustus 2014 en 21 september 2015 moet hebben afgespeeld. Uit de (overige) bewijsmiddelen (11 t/m 15) die op dit feit betrekking hebben kan evenwel niet worden afgeleid dat het onder 1 bewezenverklaarde feit zich in de periode van 1 mei 2015 tot en met 22 juni 2015 heeft afgespeeld.
11. In de bewijsoverwegingen inzake feit 1 heeft het hof overwogen dat de verdachte heeft bekend dat hij [het gezin] in juni 2015 met de auto heeft opgehaald uit Frankrijk. Met de steller van het middel meen ik dat het hof niet (met voldoende precisie) het wettige bewijsmiddel heeft aangeduid waaraan dit redengevende feit (inclusief de nadere tijdsbepaling) is ontleend.1.Ik merk daarbij op dat de verdachte in eerste aanleg en in hoger beroep blijkens de processen-verbaal van de terechtzittingen op 22 januari 2018 (eerste aanleg) en 29 september 2020 (hoger beroep) wel heeft verklaard over het ophalen van [het gezin] uit Frankrijk, maar niet heeft verklaard wanneer dit plaatsvond.
12. De eerste deelklacht slaagt. De vraag is evenwel of dat tot cassatie dient te leiden.
13. Daarbij stel ik voorop dat de verbalisanten in het ‘proces-verbaal zevende verhoor verdachte’ waarvan een deel als bewijsmiddel 14 is opgenomen het volgende hebben opgemerkt: ‘Uit de opgevraagde gegevens van DHL blijkt dat er vanuit Athene door [betrokkene 6] een pakketje is verzonden naar Beiroet in Libanon. Deze is op 05-05-2015 in ontvangst genomen door [slachtoffer 3] . Op 11-06-2015 begint de reis van [het gezin] naar Nederland. Nu verklaard [slachtoffer 1] dat hij een pakketje in ontvangst heeft genomen met daarin verblijfsdocumenten.’ Daarop stellen verbalisanten de vraag: ‘Is dit niet allemaal te toevallig?’ Verdachte antwoordt daarop: ‘Ja dat klopt’ en geeft aan dat hij verbalisanten heeft verteld dat ‘de advocaat het pakket met de verblijfsvergunningen heeft geregeld en dat [betrokkene 6] deze heeft opgestuurd naar [slachtoffer 1] in Beiroet’.
14. In deze passage (die het hof kennelijk abusievelijk niet in het bewijsmiddel heeft opgenomen) zijn data vermeld waaruit kan worden afgeleid dat zowel de gedraging die cruciaal is geweest in het kader van de behulpzaamheid bij het zich verschaffen van toegang tot en verblijf in Nederland (het opsturen van valse Griekse verblijfsvergunningen) als de reis zelf (bij een normale reisduur) in de bewezenverklaarde periode hebben plaatsgevonden. In de bewijsmiddelen ligt voorts een beperking besloten van de periode waarin het onder 1 tenlastegelegde feit zich heeft afgespeeld (tussen 14 augustus 2014 en 21 september 2015) die, indien tenlastegelegd, naar het mij voorkomt aan de eis van art. 261, eerste lid, Sv zou voldoen.
15. In het licht van een en ander meen ik dat het belang van de verdachte niet vergt dat de bestreden uitspraak vanwege het slagen van deze deelklacht wordt vernietigd.2.Ik wijs er daarbij nog op dat in hoger beroep niet het verweer is gevoerd dat de onder 1 tenlastegelegde gedragingen niet in de bewezenverklaarde periode hebben plaatsgevonden.
16. De eerste deelklacht leidt niet tot cassatie.
17. De tweede deelklacht betreft feit 2. De steller van het middel wijst erop dat de bewijsmiddelen inzake de bewezenverklaarde periode van feit 2 wel een datum bevatten. Bewijsmiddel 17, een verklaring van de verdachte, plaatst het ophalen van de gesmokkelde persoon op 21 januari 2016 op ‘ongeveer een jaar geleden. Het was net na de kerst ongeveer’. Niet evident zou evenwel zijn dat het feit daadwerkelijk in de bewezenverklaarde periode, die liep van 1 september 2014 tot en met 5 januari 2015, is gepleegd. In dat verband voert de steller van het middel aan dat 6 januari ook net na kerst is en 7 januari ook. En dat de gesmokkelde persoon zijn gegevens volgens de bewijsoverwegingen in maart of april 2014 naar de verdachte heeft gestuurd.
18. Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard – kort gezegd – dat hij in de periode 1 september 2014 tot en met 5 januari 2015 in Nederland en Griekenland en Spanje terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakte [slachtoffer 6] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Spanje en Frankrijk en België en Nederland en uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland (of een andere in de bewezenverklaring genoemde of omschreven staat) of die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was.
19. De bewijsmiddelen houden in verband met het onder 2 bewezenverklaarde (onder meer) in dat het paspoort van [slachtoffer 6] is aangetroffen in een schoolkluisje van [betrokkene 5] en dat dit paspoort op 21 september 2015 door de Vreemdelingen Politie is opgehaald bij deze school (bewijsmiddel 1). In dit paspoort stond een vervalste Griekse verblijfsvergunning (bewijsmiddel 7). De politie heeft op de telefoon van de verdachte een afbeelding aangetroffen van een Griekse verblijfsvergunning. Deze verblijfsvergunning stond op naam van [slachtoffer 6] , was afgegeven in Athene op 22 september 2014 en geldig tot 9 augustus 2016 (bewijsmiddel 8). De verdachte heeft in zijn vierde verhoor bij de politie op de vraag waar hij [slachtoffer 6] van kende geantwoord: ‘Ik heb hem opgehaald in Spanje (…) Ongeveer 1 jaar geleden. Het was net na de kerst ongeveer (…) Ik ben samen met een vriend naar Barcelona gereden om [slachtoffer 6] op te halen.(... ) Ik heb [slachtoffer 6] in mijn Audi naar het AZC in Ter Apel gebracht (…)’ (bewijsmiddel 17). Het proces-verbaal waarin dit verhoor is neergelegd is op 21 januari 2016 gesloten. Uit de verklaring van [slachtoffer 6] volgt (onder meer) dat hij naar de hoofdstad van Ecuador is gevlogen, dat hij daar 2 dagen heeft verbleven, vervolgens naar Madrid is gevlogen en na een aantal uren is doorgevlogen naar Barcelona. Vanuit Barcelona is hij met de auto naar Nederland gereden. In Nederland heeft hij 2 a 3 dagen bij een man verbleven in [plaats] . Daarna is hij doorgegaan naar het AZC. [slachtoffer 6] verklaart ook dat het contact met de verdachte via Viber verliep en dat hij ‘steeds’ contact had met de verdachte (bewijsmiddel 18).
20. Het hof heeft – meen ik - uit de verklaring van de verdachte dat hij [slachtoffer 6] ongeveer een jaar geleden, net na de kerst, heeft opgehaald uit Spanje, in combinatie met de verklaring van [slachtoffer 6] over het verloop van zijn reis vanaf, zo begrijp ik, Beiroet, terugrekenend af kunnen leiden dat het feit in de bewezenverklaarde periode heeft plaatsgevonden. Daaraan doet niet af dat [slachtoffer 6] zijn gegevens in maart of april 2014 naar de verdachte heeft gestuurd, en er derhalve ook toen al contact was. Ook de (valse) datum van afgifte van de (valse) Griekse verblijfsvergunning ondersteunt dat het feit binnen de bewezenverklaarde periode is begaan. Ik wijs er daarbij nog op dat in hoger beroep (ook) niet het verweer is gevoerd dat de onder 2 tenlastegelegde gedragingen niet in de bewezenverklaarde periode hebben plaatsgevonden.
21. De tweede deelklacht faalt.
22. De derde deelklacht betreft feit 3. De steller van het middel klaagt dat het hof ‘helemaal in het midden (heeft) gelaten waarom het de bewezen verklaarde gedragingen in de ten laste gelegde periode plaatst’. Noch de bewijsmiddelen, noch de bewijsmotivering zou daarover duidelijkheid verschaffen.
23. Ten laste van de verdachte is onder 3 bewezenverklaard – kort gezegd – dat hij in de periode 1 september 2014 tot en met 1 december 2014 in Nederland en Griekenland terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte maakte, [slachtoffer 7] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland (of een andere in de bewezenverklaring genoemde of omschreven staat) of die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
24. Onder de bewijsmiddelen is een verklaring opgenomen van [slachtoffer 7] , die onder meer inhoudt dat hij ‘vervolgens met de taxi van Damascus naar Beiroet in Libanon (is) gegaan. De gehele reis duurde 6 uur. (…) Dezelfde dag dat ik in Beiroet aankwam ben ik met het vliegtuig vertrokken naar Turkije. Ik ben toen geland op het vliegveld van Istanbul. Ik had destijds een ticket van Beiroet naar Ecuador met verschillende tussen landingen (…) Toen ik aankwam in Istanbul ben ik uitgestapt en mocht ik voor 2 uur op de luchthaven verblijven. Daarna ben ik doorgereisd naar Brazilië hier ben ik in het vliegtuig blijven zitten. Vanuit hier ben ik doorgereisd naar Argentinië, Lima en vervolgens Ecuador. In Ecuador ben ik 15 dagen gebleven (…).Bij de tweede keer dat ik het had geprobeerd kreeg ik een stempel van KLM in mijn paspoort. Ik ben toen vervolgens weer terug gegaan naar het hotel en ben hier voor nog een keer 20 dagen verbleven. (…) Vervolgens is de E-ticket via Curaçao naar Amsterdam met als eindbestemming Istanbul geboekt en ben ik naar Amsterdam gevlogen zoals ik dit eerder heb verteld’ (bewijsmiddel 21). Uit de (overige) bewijsmiddelen (16, 19, 20) die op dit feit betrekking hebben kan niet worden afgeleid dat het feit zich in de periode van 1 september 2014 tot en met 1 december 2014 heeft afgespeeld.
25. De derde deelklacht slaagt. De vraag is evenwel of dit tot cassatie dient te leiden.
26. In het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende bevindingen ten aanzien van opgevraagde informatie t.b.v. [slachtoffer 7] waarvan een deel als bewijsmiddel 19 is opgenomen, heeft de verbalisant gerelateerd dat bij raadplegen BPS (basis politie systeem) naar voren kwam dat [slachtoffer 7] zich op 24 oktober 2014 heeft gemeld bij een doorlaatpost op Schiphol en dat hij aldaar asiel heeft aangevraagd. De verbalisant heeft op 4 november 2015 het dossier van [slachtoffer 7] opgevraagd bij de afdeling ‘Claims Identificatie & Artikel 4’ op Schiphol. Hij relateert dat uit het dossier naar voren kwam dat op de passagierslijst m.b.t. vluchtnummer OR366 met de aankomstdatum 24 oktober 2014 de naam [slachtoffer 7] staat en dat deze vlucht was vertrokken vanuit Curaçao Airport Hato op 23 oktober 2014. In de verklaring van [slachtoffer 7] waarvan een deel als bewijsmiddel 21 is opgenomen hebben de verbalisanten opgemerkt dat uit hun registratiesysteem is gebleken dat [slachtoffer 7] op 24 oktober 2014 met een vliegtuig uit Curaçao is aangekomen op Schiphol.
27. Uit deze passages (die het hof kennelijk abusievelijk niet in de bewijsmiddelen 19 en 21 heeft opgenomen) kan, terugrekenend, worden afgeleid dat de reis van [slachtoffer 7] zich in de bewezenverklaarde periode heeft afgespeeld. Uit de verklaring van [slachtoffer 7] kan voorts worden afgeleid dat de valse Griekse verblijfsvergunning naar hem is opgestuurd terwijl hij in Ecuador was, dat [slachtoffer 7] het visum toen zelf in zijn Syrische paspoort heeft geplakt, en dat hij in die periode via Viber instructies kreeg van de verdachte. Een en ander in aanmerking genomen meen ik dat uitgaand van de datum van aankomst die uit de in voorgaand randnummer vermelde gegevens volgt, uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de bewezenverklaarde gedragingen zich in de bewezenverklaarde periode hebben afgespeeld. Ik neem daarbij in aanmerking dat in hoger beroep niet het verweer is gevoerd dat de onder 3 tenlastegelegde gedragingen niet in de bewezenverklaarde periode hebben plaatsgevonden. In dat licht meen ik dat het belang van de verdachte niet vergt dat de bestreden uitspraak vanwege het slagen van deze deelklacht wordt vernietigd.3.
28. De derde deelklacht leidt niet tot cassatie. Daarmee leidt het eerste middel niet tot cassatie.
Bespreking van het tweede middel
29. Het tweede middel bevat de klacht dat het hof onder 1, 2 en 3 bewezen heeft verklaard dat de verdachte van het plegen van die feiten een beroep of gewoonte heeft gemaakt, terwijl het bestaan van dat beroep of die gewoonte niet uit de inhoud van enig bewijsmiddel en evenmin uit enige bewijsoverweging zou kunnen worden afgeleid. Aangevoerd wordt dat de verdachte in totaal 8 personen behulpzaam zou zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en dat 5 van deze 8 personen tot hetzelfde huishouden behoorden, waarvan één alles in één keer met de verdachte regelde en alle documenten voor deze personen in één keer ontving. Deze personen ondernamen de reis van begin tot eind samen en zij worden ook tezamen in hetzelfde ten laste gelegde feit genoemd. Dit reisgenootschap dient volgens de steller van het middel als één feit te worden aangemerkt. De steller van het middel vestigt er voorts de aandacht op dat de periode waarbinnen de feiten 1, 2 en 3 zijn begaan aanvangt op 1 september 2014 en eindigt op 22 juni 2015. De totale periode waarbinnen de feiten zijn begaan bedraagt daarmee bijna tien maanden. Iets dat in een periode van bijna tien maanden drie keer is gebeurd zou – zonder nadere motivering – niet kunnen worden aangemerkt als een gewoonte.
30. De onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten zijn strafbaar gesteld in art. 197a, eerste en tweede lid, Sr.4.Artikel 197a, vierde lid, Sr bepaalt: ‘Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of in vereniging wordt begaan door meerdere personen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd’.5.
31. Uw Raad heeft in een arrest van 13 september 2022 overwegingen gewijd aan de betekenis van het bestanddeel ‘het maken van een beroep of gewoonte’.6.Het ging in die zaak om het misdrijf van art. 326a Sr. De betreffende overwegingen houden in:
‘4.1 Het cassatiemiddel is onder meer gericht tegen de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 02-810677-11 onder 1 subsidiair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 02-666500-12 primair tenlastegelegde en klaagt over de bewijsvoering van ‘het maken van een beroep of een gewoonte’ van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren.
4.2.1 Artikel 326a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) luidt:
“Hij die een beroep of een gewoonte maakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
4.2.2 De tenlastelegging van de onder 4.1 genoemde feiten is toegesneden op artikel 326a Sr (flessentrekkerij). Daarom moet worden aangenomen dat het in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende begrip ‘het maken van een beroep of een gewoonte’ is gebruikt in de betekenis die dit begrip heeft in artikel 326a Sr.
4.2.3 Of een meervoud aan de in artikel 326a Sr bedoelde gedragingen - het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren - kan worden aangemerkt als het maken van een ‘gewoonte’, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze gedragingen zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. Daarbij geldt niet de eis dat de gedragingen zich met een bepaalde minimumfrequentie hebben voorgedaan. (Vgl. HR 23 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1702.)
4.2.4 Uit de wetsgeschiedenis van artikel 326a Sr volgt dat voor de bewezenverklaring van het maken van een ‘beroep’ - anders dan voor de bewezenverklaring van het maken van een ‘gewoonte’ geldt - niet is vereist dat sprake is van een meervoud van de in artikel 326a Sr bedoelde gedragingen. Deze wetsgeschiedenis houdt namelijk het volgende in:
“Mitsdien zou de ondergeteekende in het voorgestelde artikel ook van het maken van een beroep willen blijven spreken. Temeer, omdat hiervoor meer dan één handeling niet noodzakelijk vereischt is. Reeds één handeling kan onder omstandigheden als bij wijze van beroep verricht worden aangemerkt. (...)
Den eisch, dat de dader van het koopen enz. een beroep of een gewoonte heeft gemaakt, zou de ondergeteekende willen handhaven. Wie één keer goederen koopt met het oogmerk die niet te betalen, zal in het stelsel der wetsvoordracht, indien althans van een beroepsdaad geen sprake is, nog niet strafbaar zijn.”
(Kamerstukken II 1927/28, 60, nr. 1, p. 3-4.)
Voor het maken van een ‘beroep’ zal wel moeten vaststaan dat het handelen van de verdachte erop was gericht met het herhaaldelijk kopen zonder te betalen zich een bron van inkomsten te verschaffen en zich daarbij te presenteren als een professioneel deelnemer aan het economisch verkeer.
4.2.5 De rechter hoeft, bij een op artikel 326a Sr toegesneden tenlastelegging, geen keuze te maken tussen de alternatieven ‘(het maken van) een beroep’ en ‘(het maken van) een gewoonte’, omdat deze keuze niet van belang is voor de strafrechtelijke betekenis van het bewezenverklaarde (vgl. HR 6 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0898).’
32. De overwegingen in het arrest van 13 september 2022 zien op het misdrijf van art. 326a Sr (flessentrekkerij). Uw Raad verwijst in die overwegingen evenwel naar een arrest van 23 november 2021 dat ziet op gewoontewitwassen. Daaruit, en uit de overwegingen in beide arresten, valt af te leiden dat Uw Raad ‘het maken van een gewoonte’ als bestanddeel en als wettelijke strafverzwaringsgrond in beginsel overal op dezelfde wijze wil uitleggen.7.Bij het bestanddeel ‘beroep’ is dat minder duidelijk; Uw Raad verwijst bij dat bestanddeel specifiek naar de wetsgeschiedenis van art. 326a Sr. Behoudens aanwijzingen voor het tegendeel mag naar het mij voorkomt worden aangenomen dat bij misdrijven of strafverzwaringsgronden van latere datum waar het samenstel ‘beroep of gewoonte’ in voorkomt op (de interpretatie van) art. 326a Sr is voortgebouwd en dat ook daar bij het ‘maken van een beroep’ als bestanddeel of wettelijke strafverzwaringsgrond het zich verschaffen van een bron van inkomsten centraal staat.
33. Het hof heeft in het bestreden arrest overwogen dat een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a Sr erop duidt ‘dat verdachte zich vaker en met enige regelmaat schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel’. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de afzonderlijke mensensmokkelfeiten bewezen kunnen worden en dat op basis van de bewijsmiddelen bovendien bewezen kan worden – gelet op de duur, het aantal personen, de steeds dezelfde gebruikte modus operandi en de professionele aanpak – dat de verdachte hier een beroep of gewoonte van gemaakt heeft. Het hof heeft hierin mee genomen ‘de verklaring van medeverdachte [betrokkene 1] waaruit blijkt dat verdachte aan hem heeft verteld dat hij zich bezighield met Griekse verblijfsvergunningen die in Syrische paspoorten werden geplakt en dat mensen dan via Ecuador moesten reizen’.
34. Het hof heeft naar het mij voorkomt uit de bewijsmiddelen kunnen afleiden dat de verdachte van mensensmokkel een beroep of gewoonte heeft gemaakt. Ik neem daarbij ten aanzien van de ‘gewoonte’ inzake het aantal gedragingen in aanmerking dat het hof onder 1, 2, en 3 feiten bewezen heeft verklaard die ten aanzien van verschillende personen zijn gepleegd. Wat het tijdsbestek betreft waarbinnen de drie feiten zich hebben afgespeeld, wijs ik erop dat elk van de bewezenverklaarde feiten een eigen voorbereiding en uitvoering kende die geruime tijd in beslag nam en in verschillende gedragingen bestond. De aard van de gedragingen kenmerkt zich, zoals het hof heeft overwogen, door eenzelfde modus operandi en een professionele aanpak. Uit de bewijsmiddelen volgt onder meer dat de verdachte met de gesmokkelde personen steeds contact onderhield via Viber, dat hij hen (via Viber) adviseerde over de wijze van smokkel, dat de gesmokkelde personen (op zijn advies) steeds via Zuid-Amerika naar Europa zijn gevlogen en dat zij allen in het bezit waren van een (valse) Griekse verblijfsvergunning.
35. Inzake het een ‘beroep’ maken van de bewezenverklaarde misdrijven merk ik op dat het hof dit, behalve uit de professionele aanpak, heeft kunnen afleiden uit de door het hof genoemde verklaring van medeverdachte [betrokkene 1] , de verklaring van verdachte dat hij aan ‘het hele gedoe met [slachtoffer 1] ’ € 1000 heeft overgehouden (bewijsmiddel 12), de verklaring van [slachtoffer 1] (bewijsmiddel 15), de verklaring van [slachtoffer 6] die (onder meer) inhoudt dat de hele reis hem € 7500 heeft gekost en dat dit bedrag met verdachte was afgesproken (bewijsmiddel 18) en de verklaring van [slachtoffer 7] die (onder meer) inhoudt dat met verdachte was afgesproken dat hij 10.000 dollar zou betalen voor de hele reis naar Nederland (bewijsmiddel 21).
36. Aan de begrijpelijkheid van ’s hofs oordeel doet niet af dat de in de bewezenverklaring van feit 1 vermelde personen gelijktijdig reisden of dat het contact met de verdachte via één van hen is verlopen. Ik wijs er daarbij op dat uit ’s hofs overwegingen volgt dat het aantal gesmokkelde personen slechts één van de factoren is die hebben bijgedragen aan het oordeel dat sprake is van ‘het maken van een beroep of gewoonte’ en dat het hof dit aantal zowel in de context van de gewoonte (als een relevante omstandigheid) als in de context van het beroep (als wijzend op professionaliteit en een bron van inkomsten) in aanmerking heeft kunnen nemen.
37. Het tweede middel faalt.
Bespreking van het derde middel
38. Het derde middel bevat de klacht dat het hof onder 6 bewezen heeft verklaard dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit onder meer de verdachte en welke organisatie het plegen van mensensmokkel tot oogmerk had, terwijl niet uit de inhoud van enig bewijsmiddel en evenmin uit enige bewijsoverweging kan worden afgeleid dat de verdachte heeft behoord tot deze of enige andere organisatie. Het middel bevat voorts de klacht dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte wist dat het oogmerk van de organisatie in algemene zin was gericht op het plegen van misdrijven, althans dat hij opzettelijk een bijdrage leverde aan de misdrijven waarvan de organisatie het plegen tot oogmerk had.
39. Van een ‘organisatie’ als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake als het gaat om een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.8.Van ‘deelneming’ aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is niet vereist dat vast komt te staan dat de betrokkene heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor de betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijker rol vervulden dan de betrokkene. Voor ‘deelneming’ in de zin van artikel 140 Sr is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De betrokkene hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.9.
40. Het hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte in de periode van 19 september 2014 tot en met 19 januari 2016 heeft deelgenomen aan een organisatie die (onder meer) bestond uit verdachte en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] en/of één of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk mensensmokkel. .
41. De bewijsmiddelen houden in verband met de betrokkenheid van de verdachte onder meer de uitwerking van een tapgesprek in (bewijsmiddel 27). Daaruit volgt dat de verdachte op 3 december 2014 door de medeverdachte [betrokkene 1] is gebeld en dat de verdachte heeft gezegd dat hij aan de hand van een Syrisch paspoort ‘voor hem GRIEKSE verblijfsvergunning (kan) regelen, een officiële en hij ermee vertrekken .. over de zee varen/verlaten’. [betrokkene 1] zegt vervolgens ‘Je regelt voor hem de verblijfsvergunning, wat je wilt doen, doe het maar, maar het geld wordt niet gegeven/uitbetaald, pas op het moment van aankomst, weet je wel’. Uit de uitwerking van een later telefoongesprek tussen de verdachte en [betrokkene 1] op diezelfde dag blijkt dat de verdachte heeft gezegd ‘Wat ik je wou zeggen, wat je familie betreft in GRIEKENLAND (…) De verblijfsvergunning die ik voor hem maak/regel, hij betaalt het geld niet pas op het moment van aankomst, maar op het moment dat hij dat krijgt, maar jij wilt dat hij aankomt’. [betrokkene 1] vraagt vervolgens wat de verblijfsvergunning kost, waarop de verdachte antwoordt ‘MOALEM (Chef/Baas/Meester), deze verblijfsvergunning kost 2700’ (bewijsmiddel 28). Uit het achtste verhoor van de verdachte bij de politie volgt dat verbalisanten aan de verdachte hebben voorgehouden dat hij tegen [betrokkene 1] heeft gezegd dat hij ‘de mensen van Budapest zal vragen of zij het geld daar kunnen ontvangen’ en dat hij hem heeft gevraagd of hij ‘het geld dan wel aan ze kan geven’. Op de vraag waarom hij aan de mensen in Boedapest ging vragen of ze het geld daar konden ontvangen heeft de verdachte geantwoord dat [betrokkene 1] aan hem vroeg of hij iemand kende die geld uit Boedapest naar Nederland kon brengen. De verdachte verklaart dat hij hem toen een telefoonnummer heeft gegeven van iemand in Boedapest. En dat [betrokkene 1] hem later heeft gezegd dat hij als hij dat kon regelen 50 euro zou ontvangen. Verderop in het verhoor verklaart de verdachte dat hij drie keer via Western Union geld heeft overgemaakt. En hij verklaart verder dat hij soms 100, 150, 200 kreeg van [betrokkene 1] als hij hem een telefoonnummer doorgaf van iemand die voor hem kon overboeken via het HAWALA systeem. De verdachte verklaarde ‘Ik hielp [betrokkene 1] met deze geldoverboekingen’ (bewijsmiddel 55).10.
42. Het hof heeft in de bewijsoverwegingen bij dit feit inzake de rol van de verdachte vastgesteld dat hij de medeverdachte [betrokkene 1] hielp met geldoverboekingen en dat de verdachte ook heeft bekend dat hij hierbij geholpen heeft. In het verhoor waarin de rol van de verdachte bij de geldoverboekingen wordt besproken komen ook ‘de mensen’ in Boedapest aan de orde, aan wie de verdachte iets zal vragen en aan wie [betrokkene 1] klaarblijkelijk geld kan geven. In een tapgesprek noemt de verdachte [betrokkene 1] ‘Moalem’ hetgeen vertaald is als ‘Chef/Baas/Meester’. Uit een en ander heeft het hof kennelijk afgeleid en kunnen afleiden dat de verdachte behoorde tot een organisatie waarvan naast hem in ieder geval [betrokkene 1] deel uitmaakte.
43. Voor zover de steller van het middel in de toelichting aanvoert dat het hof uit de tapgesprekken die het in de bewijsoverwegingen noemt en de overige bewijsmiddelen niet heeft kunnen afleiden dat de verdachte ‘zich ergens bij heeft aangesloten of heeft willen aansluiten’ merk ik op dat van behoren tot een samenwerkingsverband niet slechts sprake kan zijn als (uit de bewijsmiddelen volgt dat) de verdachte zich (bewust) bij een (bestaande) organisatie (waarvan hij de samenstelling kent) heeft aangesloten of willen aansluiten. Waar het bij deze eis om gaat is dat de verdachte – objectief - deel moet hebben uitgemaakt van het (duurzaam en gestructureerd) samenwerkingsverband.
44. Mede in aanmerking genomen dat een organisatie uit twee personen kan bestaan en dat niet vereist is dat de verdachte bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie meen ik dat het hof de bewezenverklaring voor zover inhoudend dat de verdachte heeft behoord tot de in de bewezenverklaring omschreven ‘organisatie’ uit de bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden. Daaraan doet niet af dat uit de bewijsvoering niet volgt dat de verdachte met andere tot de criminele organisatie behorende personen dan [betrokkene 1] heeft samengewerkt.11.Ik wijs in dit verband nog op de opmerking van verbalisanten dat de verdachte tegen [betrokkene 1] heeft gezegd dat hij de mensen in Boedapest zal vragen of zij het geld daar kunnen ontvangen en dat hij aan [betrokkene 1] heeft gevraagd of hij het geld dan wel aan hun kan geven. Ik wijs er voorts op dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte met [betrokkene 1] contact heeft gehad over een valse Griekse verblijfsvergunning, en hem in dat gesprek Moalem (Chef/Baas/Meester) noemt. Het hof heeft uit een en ander kennelijk afgeleid en kunnen afleiden dat de verdachte wist dat meer mensen deel uitmaakten van het samenwerkingsverband.
45. Het hof heeft al met al uit de bewijsmiddelen kunnen afleiden dat de verdachte heeft behoord tot de in de bewezenverklaring omschreven organisatie.
46. De eerste deelklacht faalt.
47. In verband met de klacht dat dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte wist dat het oogmerk van de organisatie in algemene zin was gericht op het plegen van misdrijven, althans dat hij opzettelijk een bijdrage leverde aan de misdrijven waarvan de organisatie het plegen tot oogmerk had, merk ik het volgende op. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte op 3 december 2014 tegen [betrokkene 1] heeft gezegd dat hij aan de hand van een Syrisch paspoort voor hem een Griekse verblijfsvergunning kan regelen (bewijsmiddel 27). De verdachte en [betrokkene 1] praten die dag voorts over de kosten van de verblijfsvergunning en het moment van betalen (bewijsmiddel 28).
48. Het hof heeft uit deze bewijsmiddelen kennelijk afgeleid en kunnen afleiden dat de verdachte in zijn algemeenheid wist (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven, in het bijzonder mensensmokkel, tot oogmerk had. Het hof heeft aan dat oordeel uitdrukking gegeven met de overweging dat de verdachte ‘het oogmerk had om deel uit te maken van deze organisatie die als oogmerk had het plegen van mensensmokkel’. In deze overweging ligt, meen ik, de vaststelling van het vereiste onvoorwaardelijk opzet besloten.
49. De tweede deelklacht faalt.
50. In de toelichting op het middel wijst de steller erop dat het hof heeft overwogen dat het op basis van onder meer de tapgesprekken vaststelt ‘dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij door deze hulp bij de overboekingen de mensensmokkel ondersteunde en dat hij ook het oogmerk had om deel uit te maken van deze organisatie die als oogmerk had het plegen van mensensmokkel’. Door als ondergrens van de deelneming te formuleren dat de verdachte ‘redelijkerwijs moest vermoeden’ dat hij mensensmokkel ondersteunde, zou het hof de mogelijkheid hebben opengelaten dat een niet opzettelijke bijdrage als deelneming bewezen is verklaard. Nu voor het bewijs van deelneming volgens de steller van het middel niet alleen vereist is dat de verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie een crimineel oogmerk heeft maar ook dat hij met zijn bijdrage opzettelijk een aandeel heeft in de verwezenlijking van dat oogmerk, dan wel opzettelijk de verwezenlijking van dat oogmerk ondersteunt, zou het hof met deze culpoze deelnemingsvariant de lat mogelijk te laag hebben gelegd.
51. Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr kan – zo bleek - slechts sprake zijn als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Dat heeft het hof niet miskend, getuige de eerste alinea onder het kopje ‘Feit 6’. De verdachte dient in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Dat de verdachte dat wist, heeft het hof tot uitdrukking gebracht met de overweging dat hij het oogmerk had om deel uit te maken van deze organisatie die als oogmerk had het plegen van mensensmokkel. Tegen die achtergrond begrijp ik ’s hofs overwegingen aldus dat de hulp van de verdachte bij de geldoverboekingen naar ’s hofs oordeel het ondersteunen van gedragingen die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het criminele oogmerk opleverde. En dat ’s hofs overweging voor zover inhoudend dat hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij door de hulp bij overboekingen de mensensmokkel (zelf) ondersteunde min of meer ten overvloede is opgenomen.
52. In aanmerking genomen dat het bij de overboekingen ging om geld dat – zo begrijp ik - door te smokkelen of gesmokkelde personen reeds betaald was, en het overboeken de mensensmokkel zelf (zo bezien) niet rechtstreeks ondersteunde, terwijl het tegelijk wel een gedraging is die het vereiste (rechtstreeks) verband houdt met de verwezenlijking van het oogmerk tot het plegen van misdrijven, meen ik dat ’s hofs bewijsoverwegingen niet onbegrijpelijk zijn. Ik wijs er daarbij nog op dat ‘winstbejag’ geen bestanddeel is van de delictsomschrijving van mensensmokkel in art. 197a, eerste lid, Sr.
53. Ook de in de toelichting verwoorde deelklacht faalt.
54. Het derde middel faalt.
55. Slotsom
56. De drie middelen leiden niet tot cassatie; in ieder geval het tweede en derde middel kunnen worden afgedaan met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende formulering. Ambtshalve wijs ik erop dat Uw Raad meer dan twee jaar na het instellen van het cassatieberoep uitspraak doet; dat dient tot strafvermindering te leiden.
57. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan aan de hand van de gebruikelijke maatstaf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 07‑03‑2023
Vgl. HR 7 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1005, NJ 2016/430 m.nt. Van Kempen, rov. 2.5.3. Inzake de toereikendheid en betrouwbaarheid van het bewijs van de bewezenverklaarde gedragingen roept de klacht geen vragen op. Zie in dit verband ook de conclusie van A-G Bleichrodt voor HR 2 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:892 (art. 81 RO), randnummers 20-23.
Vgl. HR 7 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1005, NJ 2016/430 m.nt. Van Kempen, rov. 2.5.3. Aan de toereikendheid en betrouwbaarheid van de genoemde passages kan naar het mij voorkomt in redelijkheid geen twijfel bestaan.
Zie de Wet van 22 december 2005, Stb. 2006, 24, in werking getreden op 1 februari 2006. De maximale gevangenisstraf is na de bewezenverklaarde feiten nog verhoogd van vier naar zes jaren, zie de Wet van 25 mei 2016, Stb. 2016, 240, in werking getreden op 1 juli 2016.
Deze strafverzwaringsgrond is als derde lid in art. 197a Sr ingevoegd door de Wet van 7 oktober 1996, Stb. 1996, 505, in werking getreden op 15 november 1996 (Stb. 1996, 523). Zij is tot vierde lid vernummerd door de Wet van 9 december 2004, Stb. 2004, 645, in werking getreden op 1 januari 2005 (Stb. 2004, 90). Daarbij is de redactie ook enigszins aangepast.
HR 13 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1199, NJ 2022/385 m.nt. Jörg.
Vgl. in dit verband ook F.C.W. de Graaf, Meervoudige aansprakelijkstelling. Een analyse van rechtsfiguren die aansprakelijkstelling voor meer dan één strafbaar feit normeren, Den Haag: BJU 2018, p. 122 e.v., die de ‘gewoontedelicten’ in samenhang bespreekt.
Dat kan ook een rechtspersoon zijn, vgl. HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378, NJ 2018/169.. Van het vereiste samenwerkingsverband is evenwel geen sprake als de rechtspersoon met de natuurlijke persoon moet worden vereenzelvigd, zo kan uit deze uitspraak worden afgeleid.
HR 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969, NJ 2022/361 m.nt. Jörg, rov. 2.4.2 en 2.4.3.
Het hof heeft ook ‘het door rechter-commissaris mr. H.T. Pos in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2017, nummer RC 15/648’ tot het bewijs gebezigd (bewijsmiddel 45) . Dit proces-verbaal houdt onder meer in dat de verdachte heeft verklaard dat het klopt dat hij samenwerkte met [betrokkene 1] en dat [betrokkene 1] de leiding had. En dat hij van [betrokkene 1] hoorde dat er mensen in Italië waren die naar Denemarken wilden. Hij zou die mensen naar de auto brengen. Dit proces-verbaal heb ik in het dossier van de verdachte niet aangetroffen, wel in het dossier van de medeverdachte [betrokkene 1] , in wiens zaak ik vandaag eveneens concludeer. Uit dat dossier blijkt dat deze verklaring niet een door de verdachte, maar een door de medeverdachte [betrokkene 2] afgelegde verklaring betreft. Nu het hof in de nadere bewijsoverweging in verband met de rol van de verdachte (alleen) heeft vastgesteld dat hij medeverdachte [betrokkene 1] hielp met geldoverboekingen, ga ik ervanuit dat deze kennelijke misslag bij de uitwerking van de bewijsmiddelen niet van invloed is geweest op het bewijsoordeel van het hof. In aanmerking nemend dat de steller van het middel niet over deze misslag klaagt, laat ik dit verder rusten.
Vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134, NJ 2008, 72. Zie ook de conclusie van A-G Bleichrodt voor HR 12 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1750 (art. 81 RO), randnummer 38. Ik wijs er in dit verband nog op dat het hof in de bewezenverklaring ‘en/of’ tussen alle daarin genoemde personen heeft laten staan. De bewezenverklaring houdt derhalve ook de mogelijkheid in dat het samenwerkingsverband alleen uit de verdachte en [betrokkene 1] bestond.