Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/914
Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 26 oktober 2010, NJ 2010/586 en HR 19 september 2017, NJ 2017/400 m.b.t. betrekken van niet tlgd. feit bij strafoplegging. Het hof heeft i.h.b. gewicht toegekend aan de omstandigheid dat verdachte niettegenstaande een eerdere veroordeling zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, terwijl deze veroordeling t.t.v. het bewezenverklaarde feit nog niet onherroepelijk was. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
HR 14-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1250
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C. Caminada
- Zaaknummer
20/01254
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1250, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2021
Essentie
Strafmotivering. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 26 oktober 2010, NJ 2010/586 en HR 19 september 2017, NJ 2017/400 m.b.t. betrekken van niet tlgd. feit bij strafoplegging. Het hof heeft i.h.b. gewicht toegekend aan de omstandigheid dat verdachte niettegenstaande een eerdere veroordeling zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, terwijl deze veroordeling t.t.v. het bewezenverklaarde feit nog niet onherroepelijk was. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/01254
Datum 14 september 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.