Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/35/EU minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid m.b.t. de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden)
Artikel 5 Maatregelen ter voorkoming of vermindering van risico's
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Inwerkingtreding
29-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de risico's ten gevolge van elektromagnetische velden op de arbeidsplaats worden geëlimineerd of tot een minimum beperkt, waarbij hij rekening houdt met de technische vooruitgang en de beschikbaarheid van maatregelen om de productie van elektromagnetische velden aan de bron te beheersen.
De vermindering van de risico's die verbonden zijn aan de blootstelling aan elektromagnetische velden geschiedt met inachtneming van de in artikel 6, lid 2, van Richtlijn 89/391/EEG vermelde algemene preventieprincipes.
2.
Op basis van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling, als blijkt dat de in artikel 3 en de bijlagen II en III bedoelde relevante AN overschreden worden en tenzij uit de overeenkomstig artikel 4, leden 1, 2 en 3, verrichte beoordeling blijkt dat de relevante GWB niet worden overschreden en veiligheidsrisico's kunnen worden uitgesloten, gaat de werkgever over tot de opstelling en uitvoering van een actieplan dat technische en/of organisatorische maatregelen omvat om een blootstelling waarbij de GWB voor effecten op de gezondheid en de GWB voor effecten op de zintuigen worden overschreden te voorkomen; er moet met name rekening worden gehouden met:
- a)
alternatieve werkmethoden die leiden tot lagere blootstelling aan elektromagnetische velden;
- b)
de keuze van arbeidsmiddelen die minder intense elektromagnetische velden uitzenden, rekening houdend met het te verrichten werk;
- c)
technische maatregelen om de emissie van elektromagnetische velden te beperken, waar nodig ook door het gebruik van vergrendeling, afscherming of soortgelijke mechanismen ter bescherming van de gezondheid;
- d)
adequate afbakenings- en toegangsmaatregelen, zoals signaleringen, etiketten, vloermarkeringen, hekken, om de toegang te beperken of te controleren;
- e)
bij blootstelling aan elektrische velden: maatregelen en procedures voor het beheersen van vonkontladingen en contactstromen met behulp van technische middelen en door opleiding van werknemers;
- f)
passende onderhoudsprogramma's voor de arbeidsmiddelen, de werkplek en de systemen op de arbeidsplaats;
- g)
het ontwerp en de indeling van de werkplek en de arbeidsplaats;
- h)
beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling; en
- i)
de beschikbaarheid van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
3.
Op basis van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling gaat de werkgever over tot de opstelling en uitvoering van een actieplan dat technische en/of organisatorische maatregelen bevat om alle risico's voor werknemers met een verhoogd risico alsmede alle risico's ten gevolge van indirecte effecten, als bedoeld in artikel 4, te voorkomen.
4.
Naast het verschaffen van informatie beschreven in artikel 6 van deze richtlijn, past de werkgever krachtens artikel 15 van Richtlijn 89/391/EEG de in dit artikel bedoelde maatregelen aan aan de vereisten voor werknemers met een verhoogd risico en in voorkomend geval aan afzonderlijke risicobeoordelingen, met name voor werknemers die verklaard hebben dat zij actieve of passieve geïmplanteerde medische hulpmiddelen gebruiken, zoals pacemakers, of op het lichaam gedragen medische hulpmiddelen gebruiken, zoals insulinepompen, of voor zwangere werknemers die de werkgever van hun zwangerschap op de hoogte hebben gesteld.
5.
Op basis van de in artikel 4 bedoelde risicobeoordeling worden werkplekken waar werknemers met waarschijnlijkheid worden blootgesteld aan elektromagnetische velden die de AN overschrijden, overeenkomstig de bijlagen II en III en Richtlijn 92/58/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of ezondheidssignalering op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (1) gemarkeerd door middel van passende signaleringen. De betreffende ruimten worden als zodanig aangewezen en voor zover nodig wordt de toegang ertoe beperkt. Indien de toegang tot deze ruimten reeds om andere redenen op passende wijze is beperkt en de werknemers over de met elektromagnetische velden samenhangende risico's zijn geïnformeerd, zijn geen specifieke signaleringen en beperkingen van de toegang in verband met elektromagnetische velden vereist.
6.
Indien artikel 3, lid 3, onder a), van toepassing is, worden specifieke beschermingsmaatregelen genomen, zoals opleiding van werknemers overeenkomstig artikel 6 en het gebruik van technische middelen en persoonlijke bescherming, bijvoorbeeld het aarden van de voorwerpen waarmee gewerkt wordt, het verbinden van werknemers met die voorwerpen (potentiaalvereffening) en in voorkomend geval overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 89/656/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemers (derde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (2), het gebruik van isolerende schoenen, handschoenen en beschermende kleding.
7.
Indien artikel 3, lid 4, onder a), van toepassing is, worden specifieke beschermingsmaatregelen genomen, onder meer betreffende beheersing van bewegingen.
8.
Tenzij voldaan is aan de voorwaarden van hetzij artikel 10, lid 1, onder a) of onder c), hetzij artikel 3, lid 3 of lid 4, worden werknemers niet aan hogere waarden blootgesteld dan de GWB voor effecten op de gezondheid en GWB voor effecten op de zintuigen. Indien de GWB voor effecten op de gezondheid en de GWB voor effecten op de zintuigen ondanks de maatregelen die de werkgever heeft genomen, worden overschreden, neemt de werkgever onmiddellijk maatregelen om de blootstelling terug te brengen tot onder die GWB. De werkgever gaat na en registreert waarom de GWB voor effecten op de gezondheid en de GWB voor effecten op de zintuigen zijn overschreden en wijzigt de beschermings- en preventiemaatregelen op zodanige wijze dat de grenswaarden niet opnieuw worden overschreden. De gewijzigde beschermings- en preventiemaatregelen worden in een passende traceerbare vorm bewaard, om latere raadpleging overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk mogelijk te maken.
9.
Indien artikel 3, leden 3 en 4, van toepassing is, en wanneer de werknemer signaleert dat symptomen van voorbijgaande aard optreden, werkt de werkgever indien nodig de risicobeoordeling en de preventiemaatregelen bij. Symptomen van voorbijgaande aard kunnen het volgende omvatten:
- a)
zintuiglijke gewaarwordingen en effecten in het functioneren van het centraal zenuwstelsel in het hoofd, opgewekt door tijdsafhankelijke magnetische velden; en
- b)
effecten van statische magnetische velden, zoals duizeligheid en misselijkheid.