Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/35/EU minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid m.b.t. de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Inwerkingtreding
29-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) (twintigste bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) en tot intrekking van Richtlijn 2004/40/EG
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 153, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Ingevolge het Verdrag kunnen het Europees Parlement en de Raad door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vaststellen om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, teneinde een betere bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers te waarborgen. In deze richtlijnen moet vermeden worden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen daardoor zou kunnen worden belemmerd.
- (2)
In artikel 31, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is bepaald dat iedere werknemer recht heeft op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden.
- (3)
Na de inwerkingtreding van Richtlijn 2004/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden) (achttiende individuele richtlijn als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (3) zijn door belanghebbenden, met name binnen de medische wereld, ernstige bedenkingen geuit over de mogelijke gevolgen van de tenuitvoerlegging van die richtlijn voor de toepassing van medische procedures op basis van medische beeldvorming. Tevens werd bezorgdheid geuit over de gevolgen van de richtlijn voor bepaalde industriële activiteiten.
- (4)
De Commissie heeft de door de belanghebbenden aangedragen argumenten aandachtig bestudeerd en na enkele raadplegingen heeft zij besloten enkele bepalingen van Richtlijn 2004/40/EG grondig te heroverwegen op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie afkomstig van internationaal erkende deskundigen.
- (5)
Richtlijn 2004/40/EG is gewijzigd bij Richtlijn 2008/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), waarmee de omzettingstermijn voor Richtlijn 2004/40/EG met vier jaar is verlengd, en vervolgens bij Richtlijn 2012/11/EU van het Europees Parlement en de Raad (5), waarmee die omzettingstermijn is verlengd tot en met 31 oktober 2013. Dit moest de Commissie in de gelegenheid stellen een nieuw voorstel in te dienen en de medewetgevers in de gelegenheid stellen een nieuwe richtlijn vast te stellen op basis van recenter en degelijker bewijsmateriaal.
- (6)
Richtlijn 2004/40/EG moet worden ingetrokken en er moeten passender en evenrediger maatregelen worden ingevoerd ter bescherming van werknemers tegen de aan elektromagnetische velden verbonden risico's. Die richtlijn had geen betrekking op de effecten op lange termijn, waaronder mogelijke kankerverwekkende effecten, van blootstelling aan tijdsafhankelijke elektrische, magnetische en elektromagnetische velden, waarvoor op dit moment geen sluitend wetenschappelijk bewijs bestaat dat er een causaal verband bestaat. De ze richtlijn heeft betrekking op alle bekende directe biofysische effecten en indirecte door elektromagnetische velden veroorzaakte effecten, teneinde niet alleen de gezondheid en de veiligheid van elke werknemer afzonderlijk te waarborgen, maar ook voor alle werknemers in de Unie een als minimum te beschouwen basisbescherming te bieden, waarbij eventuele concurrentievervalsing wordt vermeden.
- (7)
Deze richtlijn heeft geen betrekking op veronderstelde effecten op lange termijn van blootstelling aan elektromagnetische velden, aangezien er op dit moment geen sluitend wetenschappelijk bewijs bestaat van een causaal verband. Mocht er echter een dergelijk sluitend wetenschappelijk bewijs worden geleverd, dan moet de Commissie overwegen hoe die effecten het beste kunnen worden aangepakt en moet zij het Europees Parlement en de Raad op de hoogte houden door middel van het verslag over de praktische toepassing van deze richtlijn. Daarbij moet de Commissie, behalve met de toegespitste informatie die zij ontvangt van de lidstaten, ook rekening houden met het meest recente onderzoek op dit gebied en met de daaruit voortvloeiende nieuwe wetenschappelijke inzichten.
- (8)
Minimumvoorschriften dienen te worden vastgelegd, waarbij de lidstaten de keuze wordt gelaten gunstiger bepalingen voor de bescherming van werknemers te handhaven of aan te nemen, met name als het gaat om het vastleggen van lagere waarden voor de actieniveaus (AN) of de grenswaarden voor blootstelling aan elektromagnetische velden (GWB). De uitvoering van deze richtlijn mag echter niet als rechtvaardiging dienen voor enigerlei verlaging van het in de lidstaten reeds bestaande beschermingsniveau.
- (9)
Het systeem ter bescherming tegen elektromagnetische velden moet beperkt blijven tot een omschrijving, zonder overbodige details, van de te verwezenlijken doelstellingen, de in acht te nemen beginselen en de toe te passen basisgrootheden, teneinde de lidstaten in staat te stellen de minimumvoorschriften op equivalente wijze toe te passen.
- (10)
Voor de bescherming van werknemers die aan elektromagnetische velden worden blootgesteld, moet een doeltreffende en doelmatige risicobeoordeling worden uitgevoerd. Deze verplichting moet echter in verhouding staan tot de daadwerkelijke situatie op de werkplek. Daarom moet een beschermingssysteem worden ontworpen dat verschillende risico's op een eenvoudige, geclassificeerde en begrijpelijke manier groepeert. Derhalve kan de verwijzing naar een aantal indicatoren en standaardsituaties in praktische handleidingen de werkgevers van pas komen bij het voldoen aan hun verplichtingen.
- (11)
De ongewenste effecten op het menselijk lichaam zijn afhankelijk van de frequentie van het elektromagnetische veld of de straling waaraan het lichaam wordt blootgesteld. Derhalve moeten systemen voor de beperking van de blootstelling steunen op blootstellingspatronen en frequentieafhankelijk zijn om aan elektromagnetische velden blootgestelde werknemers adequaat te beschermen.
- (12)
Het niveau van blootstelling aan elektromagnetische velden kan doeltreffender worden verminderd door reeds bij het ontwerpen van werkplekken voor preventie te zorgen en arbeidsmiddelen, -procedés en -methoden zodanig te kiezen dat risico's bij voorrang aan de bron worden bestreden. Maatregelen met betrekking tot arbeidsmiddelen en -methoden leveren derhalve een bijdrage aan de bescherming van de betrokken werknemers. Wel moet dubbel werk met betrekking tot de beoordelingen worden voorkomen in gevallen waarin de arbeidsmiddelen voldoen aan de relevante vereisten in het recht van de Unie inzake producten waarin stringentere veiligheidsniveaus zijn vastgesteld dan die waarin deze richtlijn voorziet. Hierdoor is het in een groot aantal gevallen mogelijk te volstaan met een vereenvoudigde beoordeling.
- (13)
Het is van belang dat werkgevers de situatie aanpassen aan de technische vooruitgang en de wetenschappelijke kennis inzake de risico's in verband met blootstelling aan elektromagnetische velden, teneinde de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers te verbeteren.
- (14)
Aangezien deze richtlijn een bijzondere richtlijn is in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (6), is Richtlijn 89/931/EEG van toepassing op het gebied van de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden, onverminderd meer stringente en/of meer specifieke bepalingen in deze richtlijn.
- (15)
De in deze richtlijn vastgestelde natuurkundige grootheden, GWB en AN zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling (ICNIRP) en moeten worden bezien in overeenstemming met de concepten van de ICNIRP, tenzij deze richtlijn anders bepaalt.
- (16)
Om ervoor te zorgen dat deze richtlijn bijgewerkt blijft, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van zuiver technische wijzigingen in de bijlagen, om de vaststelling te weergeven van verordeningen en richtlijnen op het gebied van technische harmonisatie en normalisatie, technische vooruitgang, wijzigingen in de meest relevante normen of specificaties en nieuwe wetenschappelijke gegevens met betrekking tot risico's in verband met elektromagnetische velden, en om de AN aan te passen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
- (17)
Indien zuiver technische wijzigingen in de bijlagen nodig blijken, dient de Commissie nauw samen te werken met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, ingesteld bij het besluit van de Raad van 22 juli 2003 (7).
- (18)
In uitzonderingsgevallen waarin dwingende redenen van urgentie, zoals mogelijke onmiddellijke risico's voor de gezondheid en veiligheid van werknemers ten gevolge van hun blootstelling aan elektromagnetische velden, dat vereisen, moet de mogelijkheid worden geboden om de spoedprocedure op door de Commissie vastgestelde gedelegeerde handelingen toe te passen.
- (19)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28 september 2011 over toelichtende stukken (8) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd.
- (20)
Een systeem dat GWB en AN omvat, moet, voor zover van toepassing, worden beschouwd als een hulpmiddel om te voorzien in een hoog niveau van bescherming tegen de schadelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheidsrisico's die het gevolg kunnen zijn van blootstelling aan elektromagnetische velden. Een dergelijk systeem kan echter op gespannen voet staan met de specifieke omstandigheden van bepaalde activiteiten, zoals het gebruik van magnetische resonantie in de medische sector. Er moet derhalve met deze specifieke omstandigheden rekening worden gehouden.
- (21)
Gezien het eigen karakter van de strijdkrachten en teneinde een doeltreffende inzet en onderlinge samenwerking mogelijk te maken, onder meer bij gezamenlijke internationale militaire oefeningen, moeten de lidstaten gelijkwaardige of meer specifieke beschermingssystemen kunnen toepassen, bijvoorbeeld internationaal overeengekomen normen zoals die van de NAVO, mits schadelijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheidsrisico's worden voorkomen.
- (22)
Van werkgevers dient te worden verlangd dat zij er zorg voor dragen dat risico's in verband met elektromagnetische velden op het werk worden uitgebannen of tot een minimum worden beperkt. Niettemin kan het voorkomen dat in specifieke gevallen en in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden de in deze richtlijn vastgestelde GWB slechts tijdelijk worden overschreden. De werkgever dient dan de noodzakelijke maatregelen te nemen om te zorgen dat de GWB zo snel mogelijk weer in acht worden genomen.
- (23)
Een systeem dat een hoog beschermingsniveau waarborgt met betrekking tot de schadelijke gevolgen voor de gezondheid en de veiligheidsrisico's van blootstelling aan elektromagnetische velden moet naar behoren rekening houden met specifieke groepen werknemers met een verhoogd risico en moet storingen van of effecten op het functioneren van medische hulpmiddelen, zoals metalen prothesen, pacemakers en defibrillators, cochlea-implantaten en andere implantaten of op het lichaam gedragen medische hulpmiddelen, vermijden. Storingen, met name bij pacemakers, kunnen optreden bij niveaus die onder de AN liggen en daarom moeten daarvoor passende voorzorgs- en beschermingsmaatregelen worden getroffen,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 43 van 15.2.2012, blz. 47.
Standpunt van het Europees Parlement van 11 juni 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 juni 2013.
PB L 159 van 30.4.2004, blz. 1.
PB L 114 van 26.4.2008, blz. 88.
PB L 110 van 24.4.2012, blz. 1.
PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.
PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1.
PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.