Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/35/EU minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid m.b.t. de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden)
Bijlage I Natuurkundige grootheden met betrekking tot de blootstelling aan elektromagnetische velden
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Inwerkingtreding
29-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 179 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/35/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
De volgende natuurkundige grootheden worden gebruikt om de blootstelling aan elektromagnetische velden te beschrijven:
De elektrische veldsterkte (E) is een vectorgrootheid die overeenkomt met de kracht die op een geladen deeltje, ongeacht de beweging daarvan in de ruimte, wordt uitgeoefend. Zij wordt uitgedrukt in volt per meter (Vm-1). Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het elektrische veld in de omgeving E en het elektrische veld dat in het lichaam E (in situ) aanwezig is als gevolg van blootstelling aan het elektrische veld in de omgeving.
Elektrische stromen in extremiteiten (IL) zijn stromen in de extremiteiten van een persoon die wordt blootgesteld aan elektromagnetische velden met een frequentie van 10 MHz tot en met 110 MHz als gevolg van contact met een object in een elektromagnetisch veld of het vloeien van capacitieve stromen, opgewekt in het blootgestelde lichaam. Zij worden uitgedrukt in ampère (A).
Contactstroom (IC) is een stroom die optreedt wanneer een persoon in contact komt met een voorwerp in een elektromagnetisch veld. Zij wordt uitgedrukt in ampère (A). Een stationaire contactstroom treedt op wanneer een persoon in voortdurend contact is met een voorwerp in een elektromagnetisch veld. Tijdens het tot stand brengen van dat contact kan een vonkontlading optreden met bijbehorende transiënte stromen.
Elektrische lading (Q) is een passende grootheid die wordt gebruikt voor vonkontlading; zij wordt uitgedrukt in coulomb (C).
De magnetische veldsterkte (H) is een vectorgrootheid die, naast de magnetische fluxdichtheid, dient voor de beschrijving van een magnetisch veld op elk punt in de ruimte. Zij wordt uitgedrukt in ampère per meter (Am-1).
De magnetische fluxdichtheid (B) is een vectorgrootheid die een op bewegende ladingen inwerkende kracht veroorzaakt. Zij wordt uitgedrukt in tesla (T). In de lege ruimte en in biologische materialen kunnen de magnetische fluxdichtheid en de magnetische veldsterkte in elkaar worden omgerekend met de equivalentie van een magnetische veldsterkte van H = 1 Am-1 aan een magnetische fluxdichtheid van B = 4π 10–7 T (ongeveer 1,25 microtesla).
De vermogensdichtheid (S) is een passende grootheid voor gebruik bij zeer hoge frequenties, wanneer de doordringingsdiepte in het lichaam gering is. Zij is het loodrecht op een oppervlak vallende uitgezonden vermogen, gedeeld door de grootte van het oppervlak. Zij wordt uitgedrukt in watt per vierkante meter (Wm-2).
De specifieke energieabsorptie (SA) is energie die wordt geabsorbeerd per massaeenheid biologisch weefsel. Zij wordt uitgedrukt in joule per kilogram (Jkg-1). In deze richtlijn wordt deze grootheid gebruikt om grenzen vast te stellen voor de effecten van gepulste microgolfstraling.
Het specifieke energieabsorptietempo (SAT), gemiddeld over het gehele lichaam of over lichaamsdelen, is het tempo waarin de energie per massaeenheid biologisch materiaal wordt geabsorbeerd. Het wordt uitgedrukt in watt per kilogram (Wkg-1). Het SAT voor het gehele lichaam is een algemeen aanvaarde grootheid voor het relateren van schadelijke thermische effecten aan de blootstelling aan radiofrequente velden (RF). Naast het gemiddelde SAT voor het gehele lichaam zijn lokale SAT-waarden noodzakelijk voor het evalueren en beperken van te grote energieafzetting in kleine delen van het lichaam als gevolg van bijzondere blootstellingomstandigheden. Voorbeelden van dergelijke omstandigheden zijn: personen die aan RF in het lage MHz-gebied worden blootgesteld (bv. van diëlektrische verwarmingstoestellen) en personen die aan het nabije veld van een antenne worden blootgesteld.
Van deze grootheden kunnen de magnetische fluxdichtheid (B), de contactstroom (IC), de elektrische stromen in extremiteiten (IL), de elektrische veldsterkte (E), de magnetische veldsterkte (H) en de vermogensdichtheid (S) direct worden gemeten.