Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.6.3.2
5.6.3.2 Tuchtrechtspraak van registeraccountants
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS442536:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
CBB 3 april 2003, LJN AF7159; CBB 5 februari 2004, LJN CBB 21 september 2004, LJN AR3157; CBB 29 maart 2007, LJN BA2960.
CBB 21 september 2004, LJN AR3157. In vergelijkbare zin in een tuchtzaak tegen een notaris die in opdracht van de rechter een deskundigenadvies had uitgebracht: Hof Amsterdam 12 juli 2007, LJN BA9617.
Op grond van art. 11 GBR-1994 moet een mededeling van een registeraccountant die als zodanig optreedt, een deugdelijke grondslag hebben. Het CBB betrekt art. 11 GBR-1994 in de uitleg van art. 5 GBR-1994 ten aanzien van een registeraccountant die niet als zodanig optreedt. Zie Joling 2005, p. 99.
CBB 2 februari 2007, LJN AZ9443, vervolg van CBB 21 september 2004, LJN AR3157.
CBB 22 mei 2003, LJN AG0153; CBB 29 april 2004, LJN A09538.
CBB 9 januari 2001, LJN AA9501.
Pheijffer & Kuijl 1997, p. 85.
De tuchtrechtspraak ten aanzien van registeraccountants heeft 'ten doel het weren en beteugelen van misslagen van registeraccountants in de uitoefening van hun beroep en van inbreuken op verordeningen van de Orde en op de eer van de stand der registeraccountants' (art. 33 Wet op de Registeraccountants). Bevoegd is in eerste aanleg één van de Raden van Tucht en in hoger beroep het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). De gedragsregels waren voorheen neergelegd in de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Registeraccountants 1994 (GBR-1994) en sinds 1 januari 2007 in de Verordening gedragscode voor registeraccountants (VGC). Alle registeraccountants zijn verplicht tot integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag (art. A-100.4 VGC). Van de hoedanigheid waarin een registeraccountant optreedt, hangt af aan welke gedragsregels hij daarnaast is gebonden. In de VGC worden, naast de algemene gedragsregels, afzonderlijke gedragsregels onderscheiden voor de openbaar accountant, de interne accountant of overheidsaccountant, en de accountant in business.
Onder de GBR-1994 heeft het CBB zich herhaaldelijk uitgelaten over de verplichtingen van een registeraccountant die optreedt als deskundige in opdracht van de rechter of (een) partij(en). Het CBB acht relevant of de registeraccountant die een deskundigenadvies uitbrengt, daartoe werkzaamheden verricht die specifiek op het terrein van de accountancy liggen (in de VGC: 'een aan assurance verwante opdracht') of wiens gedragingen tot de conclusie leiden dat hij als openbaar accountant is opgetreden.1 Is een registeraccountant als deskundige niet in de hoedanigheid van openbaar accountant opgetreden, dan gelden volgens het CBB minder vergaande zorgvuldigheidseisen dan in gevallen waarin sprake is geweest van een optreden als openbaar accountant. In de opvatting van het CBB is slechts in uitzonderlijke gevallen plaats voor tuchtrechtelijk ingrijpen indien een deskundige niet is opgetreden als openbaar accountant, omdat een tuchtprocedure in beginsel niet is bedoeld om de inhoud en/of de wijze van totstandkoming van een deskundigenadvies direct of indirect ter discussie te stellen. Daartoe is de civiele procedure waarin het deskundigenadvies wordt uitgebracht de geëigende weg.2 Het CBB toetst of de registeraccountant die als deskundige niet in de hoedanigheid van openbaar accountant is opgetreden, zich heeft onthouden 'van al hetgeen schadelijk is voor de eer van de stand der registeraccountants' (art. 5 GBR-1994), in de bewoordingen van de VGC: 'Professioneel gedrag. De registeraccountant houdt zich aan de voor hem relevante wet- en regelgeving en onthoudt zich van handelen dat het accountantsberoep in diskrediet brengt' (art. A-100.4 aanhef en onder e VGC). Volgens het CBB mag een mededeling van een registeraccountant als deskundige niet zozeer een deugdelijke grondslag ontberen dat sprake is van een schending van art. 5 GBR-1994.3 Het deskundigenadvies van een registeraccountant dat niet in zijn hoedanigheid van openbaar accountant is uitgebracht, moet volgens het CBB zo worden opgesteld, dat de rechter adequaat wordt voorgelicht over de punten waarvoor zijn deskundigheid kennelijk is vereist en waarover de rechter zelf niet meent te beschikken. Dit betekent dat de door de accountant in het deskundigenadvies gehanteerde uitgangspunten en de wijze waarop hij tot zijn zienswijze met betrekking tot de aan hem voorgelegde punten is gekomen voor partijen en de rechter transparant en inzichtelijk moeten zijn.4 Over de uitkomst van zijn werkzaamheden behoort de deskundige slechts mededelingen te doen voor zover zijn deskundigheid en de door hem verrichte werkzaamheden daarvoor een deugdelijke grondslag vormen. Ook behoort hij er zorg voor te dragen dat zijn mededelingen een duidelijk beeld geven van de uitkomst van zijn werkzaamheden.5 Een deskundigenadvies, uitgebracht in opdracht van de rechter, is niet onjuist op de grond dat andere deskundigen met andere inzichten en deskundigheid mogelijk niet tot dezelfde bevindingen en conclusies komen.6 Het CBB stelt niet de door Pheijffer en Kuijl bepleite eis dat de deskundige bekend is met de rechten, plichten en bevoegdheden van de diverse procesdeelnemers en het bewijsrecht beheerst.7