Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.6.3.0:Verhandeling
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.6.3.0
Verhandeling
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS449928:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Leenen 1993, p. 420.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In beroepsgroepen van deskundigen kunnen eigen opvattingen heersen over de aan een deskundigenadvies te stellen eisen, die al dan niet kunnen stroken met juridische opvattingen. Leenen vermeldt dat artsen en juristen tijdens een conferentie over de arts als medisch deskundige in 1993 gezamenlijk van mening waren dat de medisch deskundige alleen mag oordelen op grond van en binnen de grenzen van de medisch-professionele standaard en dat het deskundigenbericht moet zijn gebaseerd op de stand van de wetenschap en niet verder mag reiken dan naar de stand van de wetenschap kan worden gefundeerd.1 Normering van de professionele standaard in een beroepsgroep vindt onder andere plaats in tuchtrechtspraak, waarin het belang van een goede beroepsuitoefening centraal staat. Door de samenstelling van een tuchtcollege kunnen gedragingen van een deskundige tuchtrechtelijk mede worden beoordeeld met gebruik van kennis en ervaring op het vakgebied van de deskundige. Uitspraken van tuchtrechters bevatten dan ook wel eens aanwijzingen over de betekenis die op het desbetreffende vakgebied toekomt aan de verplichting van een deskundige om de opdracht naar beste weten te vervullen. Deze zijn van invloed op de betekenis ervan in het civiele procesrecht. Hierna wordt met behulp van uitspraken van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg en het College van Beroep voor het bedrijfsleven ingegaan op enkele aandachtspunten.