HR, 22-12-2015, nr. 14/05130
ECLI:NL:HR:2015:3699, Conclusie: Contrair, Conclusie: Contrair
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22-12-2015
- Zaaknummer
14/05130
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:3699, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2452, Contrair
ECLI:NL:PHR:2015:2452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:3699, Contrair
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2016-0029
Uitspraak 22‑12‑2015
Inhoudsindicatie
Falende bewijsklacht diefstal in vereniging d.m.v. braak. ’s Hofs kennelijke oordeel dat verdachte in de door het Hof blijkens de bewijsvoering vastgestelde f&o bewust en nauw heeft samengewerkt met zijn medeverdachten bij het plegen van de inbraak, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Conclusie AG: anders.
Partij(en)
22 december 2015
Strafkamer
nr. S 14/05130
AGE/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 30 september 2014, nummer 22/001066-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. L.E.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring ten aanzien van het "medeplegen" ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 15 oktober 2012 te Barendrecht tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen aan de [a-straat 1] heeft weggenomen een televisie en een horloge en afstandbediening(en) en een dekbed en een laptop en een telefoonlader en een harddisk toebehorende aan [betrokkene 1] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak."
2.3.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 15 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de op 15 oktober 2012 afgelegde verklaring van de aangever [betrokkene 1] , adres: [a-straat 1] , Barendrecht (p. 7-8):
Op 15 oktober 2012 om 08:15 uur heeft mijn vriendin als laatste de woning verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 15 oktober 2012 om 20:10 uur ontdekte ik zelf de inbraak. Ik zag dat op de 1e verdieping aan de voorzijde de voordeur was verbroken met een breekvoorwerp. Tussen bovengenoemde tijdstippen heeft iemand via de voorzijde van de woning zich de toegang verschaft tot de woning. Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage weggenomen goederen, weggenomen. Deze goederen behoren mij geheel in eigendom toe. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
la. Een geschrift, zijnde een als bijlage bij het onder 1 vermelde proces-verbaal gevoegd geschrift met opschrift "Bijlage weggenomen goederen" (p. 10). Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Gestolen goed
Categorie omschrijving : Horloges/klokken
Merktype : Nautica
Gestolen goed
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Televisie, flatscreen, merk Samsung
2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-24 (p. 11). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de op 17 oktober 2012 tegenover de opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van de aangever [betrokkene 1] :
Ik heb thuis goed gekeken en kan u verklaren dat ik het volgende ook nog mis:
- diverse afstandsbedieningen,
- dekbed,
- laptop, merk Compaq, kleur zwart, inclusief oplader,
- telefoonlader,
- kleine harddisk, 320 Gb opslag.
3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-9 (p. 12-14). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 15 oktober 2012 omstreeks 20:20 uur zagen wij op de autosnelweg A13 linkerrijbaan ter hoogte van hectometerpaal 8.0 een vierwielig motorrijtuig van het merk Nissan, type Micra, kleur groen en voorzien van het Nederlands kenteken [AA-00-BB]. Wij hebben het voertuig laten stoppen aan de Brasserskade te Den Haag. De bestuurder van de auto bleek te zijn [betrokkene 2] . De overige drie inzittenden waren [betrokkene 3] , [verdachte] en [betrokkene 4] . Wij zagen 2 koevoeten en werkhandschoenen liggen op de grond achter de bestuurdersstoel. Voor de bijrijdersstoel lagen 2 zaklampen en een muts. Op de achterbank van het voertuig lag onder een laken een zwarte flatscreen van het merk Samsung. In de sporttas in de kofferbak zat een zwarte laptop met bijbehorende voedingskabels.
4. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-2 (p. 19). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de op 15 oktober 2012 tegenover een opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [betrokkene 5] , wonende aan de [a-straat 2] te Barendrecht:
Op 15 oktober 2012 omstreeks 19:45 uur hoorde ik een harde knal of klap, volgens mij afkomstig uit de woning van de buren op nr. 1.
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL26WF 2012050465-19 (p. 23). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
In het voertuig met kenteken [AA-00-BB] is aangetroffen een TV van het merk Samsung, een horloge van het merk Nautica en een externe harde schijf van het merk Samsung. Op deze externe harde schijf zijn foto's aangetroffen van een voertuig met kenteken [CC-00-DD] , welke gemaakt zijn in december 2009. Ten tijde van het maken van deze foto's stond het voertuig op naam van [betrokkene 1] .
6. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-22 (p. 34). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
In de auto met kenteken [AA-00-BB] werden diverse goederen en documenten aangetroffen. Van inbeslagname is een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt onder nummer 2012506422-21.
7. Een proces-verbaal van inbeslagname van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-21 (p. 35-43). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Categorie omschrijving : Computer/bijz. electr.app.
Object : navigatiesysteem
Merk/type : Tom Tom Go 500
Categorie omschrijving : Automaat
Object : Telefoon
Aantal/eenheid : 1 stuk
Merk/type : Nokia
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieap (telefoon)
Aantal/eenheid : 1 stuk
Merk/type : Nokia 2330c-2
Categorie omschrijving : Kleding en schoeisel
Object : beddengoed
Kleur : wit
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Afstandsbediening
Aantal/eenheid : 1 stuk
Merk/type : Samsung
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Afstandsbediening
Aantal/eenheid : 1 stuk
Merk/type : UPC
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Afstandsbediening
Aantal/eenheid : 2 stuks
Kleur : wit
Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Afstandsbediening
Aantal/eenheid : 1 stuk
Merk/type : DK Remote Control
8. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-20 (p. 55-59). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de op 17 oktober 2012 afgelegde verklaring van de medeverdachte [betrokkene 2] :
Er lagen twee koevoets in mijn auto.
9. Een proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 8 november 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-3 (p. 67-68). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Werktuig spoor
Spoor : 59699
Sin : AACJ5964NL
Soort : Breekijzer
Bijzonderheden : Tegendrukpunt breekijzer
Wijze veiligstellen : Sil
Tijdstip veiligstellen : 16/10/2012 om 13:26 uur
Plaats veiligstellen : Circa 20 cm onder het deurbeslag (cilinderschild)
Kras / moet : moet
Werktuig spoor
Spoor : 60344
Sin : AAFIO53ONL
Soort : Verf
Type : Rood
Bijzonderheden : vermoedelijk breekijzer
Wijze veiligstellen : Folie
Tijdstip veiligstellen : 16/10/2012 om 13:35 uur
Plaats veiligstellen : Slotplaten voordeur
10. Een proces-verbaal van vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d. 18 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17 2012506422 (p. 69-71). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Sporen:
[1] Een afvorming van werktuigsporen, afgevormd bij het sporenonderzoek op 16 oktober 2012, n.a.v. een woninginbraak te Barendrecht, [a-straat 1] , BVH nummer PL 172012506422, gemerkt met SIN-nummer AACJS964NL,
Werktuig:
[A] Een rood breekijzer, aangetroffen in de auto van verdachten op 15 oktober 2012, BVH nummer PL 172012506422 en gemerkt met SIN-nummer AAEV8164NL.
CONCLUSIE:
Het (afgevormde) werktuigspoor [1] is veroorzaakt met breekijzer [A].
11. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 oktober 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012406422-38 (p. 72-73). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
In het navigatiesysteem, merk Tom Tom, type G0500, inbeslaggenomen op 15 oktober 2012 zag ik dat er tussen de recente bestemmingen de locatie Barendrecht aanwezig was. Ik zag dat het systeem de kruising Jaagpad, 2e Barendrechtseweg en de Buitenlandsebaan aangaf.
12. Een proces-verbaal van uitkijken camerabeelden d.d. 1 november 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-44 (p. 87-97). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Te zien is dat er op de opgenomen beelden te 19:30:02 een Nissan Micra over de Henry Dunantlaan te Barendrecht rijdt en op de rotonde in de richting van de Berlagedreef rijdt. Hierna is te zien dat de Nissan Micra over de Berlagedreef verder zijn weg vervolgt en uit het zicht van de camera verdwijnt.
Bij het passeren van de rotonde is te zien dat de Nissan Micra zwaar beladen is en dat de auto aan de achterzijde in de achtervering hangt.
Verder is te zien dat te 19:48:05 een auto aan komt rijden over de Berlagedreef. Te zien is dat dit voertuig parkeert in een parkeervak schuin voor de woning aan de [a-straat 1] te Barendrecht. Vervolgens is op de beelden te zien dat te 19:51:20 uur bij de woning met verlichting wordt geschenen.
Te 19:55:42 is te zien dat van dezelfde auto welke geparkeerd staat voor de woning aan de [a-straat 1] de verlichting aan gaat en gelijk weer uit gaat. Te 19:56:14 uur gaat wederom de verlichting van de auto aan en rijdt de auto weg in de richting van de rotonde aan de Henry Dunantlaan te Barendrecht. Vervolgens is te zien dat de auto de rotonde op rijdt in de richting van de rijksweg A-15. Deze auto betreft een Nissan Micra die eveneens zwaar beladen is en aan de achterzijde in de achtervering hangt. Deze auto is dezelfde auto die eerder te 19:30:02 was te zien op de rotonde en in de richting van de Berlagedreef reed.
13. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 december 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-45 (p. 98-99). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als de op 17 december 2012 afgelegde verklaring van de medeverdachte [betrokkene 2] :
A: Een zwarte Nokia en een Nokia met een beetje beige, die zijn van mij. Ja dat zijn ze.
V: Telefoons worden getoond (Imei-nummer [001] en Imei-nummer [002] )
14. Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek historische verkeersgegevens d.d. 28 december 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. 2012506422, met bijlage (p. 100-102). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Van het toestel met Imei-nummer [002] stonden op 15 oktober 2012 van 19:31 uur tot en met 19:55 uur zeven telefonische contacten geregistreerd waarbij de volgende cell-id's (zendmasten) werden gebruikt:
Cell-id 24134: Carnisseweg, Barendrecht
Cell-id 15087: Vioolhof 13, 2992 GL Barendrecht.
Van het toestel met Imeinummer [001] stond op 15 oktober 2012 om 19:51 een telefonisch contact geregistreerd waarbij de navolgende cell-id (zendmast) werd gebruikt:
Cell-id 48151: Groningseweg, 2994 LC Barendrecht.
15. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-69, met bijlage (p. 120-123). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
IMEInummer [001] straalt op 15 oktober 2012 om 19:09:39 uur een zendmast aan die is opgesteld aan de Delftweg 224 te Rotterdam welke in de directe omgeving van de Rijksweg A-13 staat. Om 19:23:22 uur wordt een zendmast aangestraald welke staat opgesteld aan de Akkeroord 3 te Rotterdam welke in de directe omgeving van de Rijksweg A-16 staat. Om 19:51:10 uur wordt een zendmast aangestraald die staat opgesteld aan de Groningseweg te Barendrecht. Deze locatie is in de directe nabijheid van de woning aan de Berlagedreef waar omstreeks dat tijdstip wordt ingebroken. Uit opgenomen bewakingsbeelden valt te zien dat er omstreeks dit tijdstip vermoedelijk met zaklampen de woning aan de Berlagedreef wordt beschenen. Te 20:10:13 uur wordt de zendmast aan de Ceintuurbaan te Rotterdam aangestraald welke in de directe omgeving van de Rijksweg A-20 staat.
Tevens blijkt uit deze analyse dat verdachte [betrokkene 2] vermoedelijk met de auto over de Rijksweg A-13 en Rijksweg A-16 naar Barendrecht rijdt. Op het moment dat de verdachte [betrokkene 2] , vermoedelijk in Barendrecht is, werd er ingebroken in de woning aan de [a-straat 1] te Barendrecht. Na de inbraak rijdt de verdachte [betrokkene 2] , vermoedelijk via de Rijksweg A-20, terug naar Delft waar hij op de Rijksweg A-13 omstreeks 20:20 uur door de politie wordt gecontroleerd.
16. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-72 (p. 130-131). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Bij de insluitingsfouillering van de verdachte [verdachte] werd een GSM telefoon met het IMEI-nummer [003] aangetroffen en inbeslaggenomen. Om 18:31:57 uur werd er een telefonisch contact geregistreerd waarbij de telefoon met dit IMEI-nummer een zendmast aanstraalde welke staat opgesteld aan de Lisztstraat 1-110 te Delft.
17. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-75 (p. 135-136). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Uit de analyse van de zendmastgegevens is het niet aannemelijk dat de verdachte [betrokkene 2] in Rotterdam een afspraak heeft gehad met [betrokkene 4] (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 4] ) om daar spullen te kopen, vervolgens te gaan eten op de Binnenweg te Rotterdam en de andere verdachten (het hof begrijpt: verdachte en medeverdachte [betrokkene 3] ) op te pikken. Uit de opgevraagde gegevens van ANWB routeplanner blijkt dat de rit tussen de Delftweg te Rotterdam en de Akkersoord te Rotterdam ongeveer 20 minuten duurt. De verdachte (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 2] ) heeft die afstand in ongeveer 14 minuten afgelegd.
Verder blijkt dat de telefoons die bij de verdachte [betrokkene 2] in gebruik zijn, tussen het aanstralen van de zendmast aan de Akkersoord te Rotterdam te 19:23:22 uur en het aanstralen van de zendmast aan de Ceintuurbaan te Rotterdam te 20:10:13 uur alleen zendmasten aanstraalt in de gemeente Barendrecht. Tussen de genoemde tijdstippen is het niet aannemelijk dat de verdachte (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 2] ) in Rotterdam een afspraak heeft gehad met [betrokkene 4] (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 4] ) om daar spullen te kopen, vervolgens te gaan eten op de Binnenweg te Rotterdam en de andere verdachten (het hof begrijpt: verdachte en medeverdachte [betrokkene 3] ) op te pikken. Verdere analyse toont aan dat de telefoons die bij
[betrokkene 2] in gebruik zijn tussen het aanstralen van de zendmast aan de Carnisseweg te Barendrecht te 19:53:36 uur en het aanstralen van de zendmast aan de Ceintuurbaan te Rotterdam te 20:10:13 uur geen verdere zendmasten aanstraalt. Uit de opgevraagde gegevens van de ANWB routeplanner, blijkt dat de rit tussen de Carnisseweg te Barendrecht en de Ceintuurbaan te Rotterdam ongeveer 22 minuten duurt. De verdachte (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 2] ) heeft deze afstand in ongeveer 16,5 minuten afgelegd. Na het aanstralen van de zendmast aan de Ceintuurbaan te Rotterdam te 20:10:13 uur wordt de auto van de verdachte [betrokkene 2] te 20:20 uur door personeel van de KLPD gezien op de Rijksweg A-13 ter hoogte van hectometerpaal 8,0. Hierdoor is het niet aannemelijk dat de verdachte (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 2] ) in Rotterdam een afspraak heeft gehad met [betrokkene 4] (het hof begrijpt: medeverdachte [betrokkene 4] ) om daar spullen te kopen, vervolgens te gaan eten op de Binnenweg te Rotterdam en de andere verdachten (het hof begrijpt: verdachte en medeverdachte [betrokkene 3] ) op te pikken.
18. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-78 (p. 141-142). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
De verdachte [verdachte] heeft in zijn verhoren aangegeven dat hij in Rotterdam was en dat hij daar opgepikt is door de verdachte [betrokkene 2] . De verdachte [betrokkene 3] heeft verklaard dat hij samen met [verdachte] in Rotterdam was opgepikt door verdachte [betrokkene 2] . De verdachte [betrokkene 4] heeft verklaard dat ze alle drie tegelijk bij de verdachte [betrokkene 2] waren ingestapt. Uit de opgevraagde telefoongegevens van de telefoon die bij de insluitingsfouillering van de verdachte [verdachte] werd inbeslaggenomen is gebleken dat er te 18:31:57 uur telefonisch contact is en daarbij een zendmast wordt aangestraald in Delft aan de Lisztstraat. Te 20:20 uur bleek bij een controle door personeel van de politie van het KLPD dat de verdachte [verdachte] in de auto van de verdachte [betrokkene 2] zat. Uit onderzoek is gebleken dat het niet aannemelijk is dat de verdachte [betrokkene 2] in Rotterdam is geweest om de verdachten op te pikken. Hierdoor is het ook niet aannemelijk dat de verdachte [verdachte] in Rotterdam is geweest.
19. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-80 (p. 146-147). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Uit de opgevraagde gegevens uit de routeplanner van de ANWB en de daaraan gekoppelde benodigde reistijd is het niet aannemelijk dat de verdachte [betrokkene 2] een andere route dan de snelste route heeft gevolgd (volgens de ANWB routeplanner 29 minuten) en komen de tijden van het aanstralen van de zendmasten en rijtijdgegevens nagenoeg overeen. Hierdoor is het niet aannemelijk dat de verdachte [betrokkene 2] zoals hij verklaard heeft gegeten, gestolen spullen heeft gekocht in Rotterdam en vervolgens de andere verdachten in Rotterdam heeft opgepikt. Uit de analyse van de bewakingscamera en het vermoedelijke tijdstip van controle door personeel van het KLPD bedraagt de reistijd ongeveer 24 minuten.
19a. Een geschrift, zijnde een als bijlage bij het onder 19 vermelde proces-verbaal gevoegd geschrift (p. 151-153), inhoudende een afdruk van de door de politie opgevraagde ANWB Routeplannergegevens voor de 29 minuten durende route vanaf de Berlagedreef in Barendrecht naar de Brasserskade te Den Haag.
19b. Een geschrift, zijnde een als bijlage bij het onder 19 vermelde proces-verbaal gevoegd geschrift (p. 154-156), inhoudende een afdruk van de door de politie opgevraagde ANWB Routeplannergegevens voor de 36 minuten durende route vanaf de Berlagedreef in Barendrecht naar de Brasserskade te Den Haag, via de binnenstad van Rotterdam.
20. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17J0 2012506422-83 met bijlagen (p. 157-160). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
De fotoafdruk van de beelden van de camera waarop vermoedelijk een Nissan Micra te zien is die op 15 oktober 2012 om 19:30:02 uur over de rotonde Henry Dunantlaan in de richting van de [a-straat 1] rijdt werd vergeleken met de genomen foto van de inbeslaggenomen Nissan Micra met het kenteken [AA-00-BB] . Bij dit vergelijk is te zien dat de auto afgebeeld op de fotoafdruk van de beelden een grote gelijkenis toont met de auto welke staat afgebeeld op de fotoafdruk van de inbeslaggenomen auto.
21. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 16 september 2014 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik was op 15 oktober 2012 samen met [betrokkene 4] en [betrokkene 3] in Rotterdam aan de Nieuwe Binnenweg, om de verjaardag van [betrokkene 4] te vieren. Het was avond, de precieze tijd weet ik niet meer. We waren heel kort in Rotterdam, we kwamen [betrokkene 2] daar tegen en hij heeft ons een lift aangeboden naar Delft. Bij Delft-Zuid werden we aangehouden. We zaten met zijn vieren in de auto, ik zat op de passagiersstoel, [betrokkene 4] en [betrokkene 3] zaten achterin. U vraagt mij waar ik overdag was. Ik was in Delft. Het was al donker toen we in Rotterdam waren. We hebben een enkele reis voor de trein gekocht en we zijn lopend naar het restaurant gegaan. Ik weet niet meer welk restaurant het was, dat is te lang geleden. We zijn niet lang in Rotterdam gebleven, we hebben alleen gegeten. Daarna wilden we teruggaan met de trein, maar toen kwamen we [betrokkene 2] tegen. Hij toeterde naar ons toen we buiten liepen, hij herkende ons kennelijk. De gestolen spullen lagen toen al in de auto, maar ik heb er niets over gezegd, [betrokkene 2] is zelf verantwoordelijk voor wat hij in zijn auto heeft liggen, wij kregen alleen een lift. Ik was blij dat ik een lift kreeg en geen kaartje voor de trein terug hoefde te kopen."
2.4.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"De raadsman van de verdachte heeft namens de verdachte vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat er geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de aanwezigheid en de rol van de verdachte bij de diefstal te bewijzen. Er zou sprake zijn van een aannemelijk alternatief scenario. Volgens de verdediging is het zeer wel mogelijk dat, zoals de verdachte en twee medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] hebben verklaard, zij een lift hebben gekregen van de derde medeverdachte, [betrokkene 2] , en dat zij pas nadat de inbraak had plaatsgevonden door hem met diens auto zijn opgepikt. [betrokkene 2] is daarbij vanaf Barendrecht, langs de Ahoy en door de Maastunnel, richting de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam gereden, alwaar de andere drie zijn ingestapt.
Het hof verwerpt dit verweer. Het hof gaat daarbij uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
Op 15 oktober 2012 tussen 19:30 en 19:50 uur heeft de woninginbraak aan de [a-straat 1] te Barendrecht plaatsgevonden. Om 19:56 uur is de auto van medeverdachte [betrokkene 2] op een rotonde in Barendrecht vastgelegd op camerabeelden. Om 20:20 uur, 24 minuten later, wordt diezelfde auto rijdend gezien, door de politie ter hoogte van hectometerpaal 8.0 binnen de gemeente Den Haag en vervolgens gecontroleerd op de Brasserskade te Den Haag.
In de auto worden de gestolen spullen en alle vier de verdachten aangetroffen.
Ook gaat het hof uit van het volgende. Volgens de ANWB routeplanner duurt de snelste route van de Berlagedreef in Barendrecht naar de Brasserskade te Den Haag, te weten via de ring rond Rotterdam, 29 minuten bij een normale rijsnelheid. Voor de route zoals deze door raadsman is aangevoerd, te weten door de binnenstad van Rotterdam, staat echter volgens de ANWB Routeplanner een tijd van 36 minuten bij normale snelheid en zonder stoppen.
Uitdraaien van beide routes bevinden zich in het dossier. Het hof acht het onmogelijk dat de medeverdachte [betrokkene 2] laatstgenoemde route in een tijdsbestek van 24 minuten heeft afgelegd, zelfs als hij daarbij veel harder heeft gereden dan ter plaatse is toegestaan. Het tijdsbestek past echter wel heel goed bij de genoemde snelste route vanaf de rotonde te Barendrecht naar de plaats waar de auto is gecontroleerd. Onder die omstandigheden staat het voor het hof vast dat de verdachte en medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] gedurende de hele route in de auto hebben gezeten en aanwezig zijn geweest bij de diefstal.
Nu de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 16 september 2014 en inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - dat hij met [betrokkene 3] en [betrokkene 4] in Rotterdam was en vanaf daar een lift heeft gekregen van [betrokkene 2] , rechtstreeks wordt tegengesproken door de geschriften inhoudende uitdraaien van de ANWB routeplanner, moet deze verklaring worden bestempeld als leugenachtig en afgelegd met de bedoeling om de waarheid te bemantelen. Het hof doet deze verklaring meewerken aan het bewijs van het tenlastegelegde."
2.5.
Het Hof heeft bewezenverklaard dat, kort gezegd, de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging met anderen plegen van een inbraak. Het kennelijke oordeel van het Hof dat de verdachte in de door het Hof blijkens de bewijsvoering vastgestelde feiten en omstandigheden bewust en nauw heeft samengewerkt met zijn medeverdachten bij het plegen van de inbraak, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte en de medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] bij de diefstal aanwezig zijn geweest en gedurende de hele route van de plaats van de woninginbraak naar de plaats waar de auto is gecontroleerd hebben gezeten in de auto, waarin voor de bijrijdersstoel waarop de verdachte zat inbrekerswerktuig lag en op de achterbank onder een laken de gestolen flatscreen lag, terwijl de verdachte een verklaring heeft afgelegd die door het Hof niet onbegrijpelijk is aangemerkt als een kennelijk leugenachtige verklaring met de bedoeling om de waarheid te bemantelen dat hij als mededader betrokken is geweest bij de inbraak.
2.6.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2015.
Conclusie 13‑10‑2015
Inhoudsindicatie
Falende bewijsklacht diefstal in vereniging d.m.v. braak. ’s Hofs kennelijke oordeel dat verdachte in de door het Hof blijkens de bewijsvoering vastgestelde f&o bewust en nauw heeft samengewerkt met zijn medeverdachten bij het plegen van de inbraak, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Conclusie AG: anders.
Nr. 14/05130 Zitting: 13 oktober 2015 | Mr. Vellinga Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Verdachte is door het Gerechtshof te Den Haag wegens diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
2. Namens verdachte heeft mr. L.E.G. van der Hut, advocaat te Den Haag, één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel houdt in dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
4. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
“hij op 15 oktober 2012 te Barendrecht tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen aan de [a-straat 1] heeft weggenomen een televisie en een horloge en afstandbediening(en) en een dekbed en een laptop en een telefoonlader en een harddisk en toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.”
5. Met betrekking tot het bewijs heeft het Hof overwogen:
“Nadere bewijsmotivering
De raadsman van de verdachte heeft namens de verdachte vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat er geen wettig en' overtuigend bewijs aanwezig is om de aanwezigheid en de rol van de verdachte bij de diefstal te bewijzen. Er zou sprake zijn van een aannemelijk alternatief scenario. Volgens de verdediging is het zeer wel mogelijk dat, zoals de verdachte en twee medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] hebben verklaard, zij een lift hebben gekregen van de derde medeverdachte, [betrokkene 2], en dat zij pas nadat de inbraak had plaatsgevonden door hem met diens auto zijn opgepikt. [betrokkene 2] is daarbij vanaf Barendrecht, langs de Ahoy en door de Maastunnel, richting de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam gereden, alwaar de andere drie zijn ingestapt.
Het hof verwerpt dit verweer. Het hof gaat daarbij uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
Op 15 oktober 2012 tussen 19:30 en 19:50 uur heeft de woninginbraak aan de [a-straat 1] te Barendrecht plaatsgevonden. Om 19:56 uur is de auto van medeverdachte [betrokkene 2] op een rotonde in Barendrecht vastgelegd op camerabeelden. Om 20:20 uur, 24 minuten later, wordt diezelfde auto rijdend gezien, door de politie ter hoogte van hectometerpaal 8.0 binnen de gemeente Den Haag en vervolgens gecontroleerd op de Brasserskade te Den Haag.
In de auto worden de gestolen spullen en alle vier de verdachten aangetroffen.
Ook gaat het hof uit van het volgende. Volgens de ANWB- routeplanner duurt de snelste route van de Berlagedreef in Barendrecht naar de Brasserskade te Den Haag, te weten via de ring rond Rotterdam, 29 minuten bij een normale rijsnelheid. Voor de route zoals deze door raadsman is aangevoerd, te weten door de binnenstad van Rotterdam, staat echter volgens de ANWB Routeplanner een tijd van 36 minuten bij normale snelheid en zonder stoppen.
Uitdraaien van beide routes bevinden zich in het dossier. Het hof acht het onmogelijk dat de medeverdachte [betrokkene 2] laatstgenoemde route in een tijdsbestek van 24 minuten heeft afgelegd, zelfs als hij daarbij veel harder heeft gereden dan ter plaatse is toegestaan. Het tijdsbestek past echter wel heel goed bij de genoemde snelste route vanaf de rotonde te Barendrecht naar de plaats waar de auto is gecontroleerd. Onder die omstandigheden staat het voor het hof vast dat de verdachte en medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] gedurende de hele route in de auto hebben gezeten en aanwezig zijn geweest bij de diefstal.
Nu de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 16 september 2014 en inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - dat hij met [betrokkene 3] en [betrokkene 4] in Rotterdam was en vanaf daar een lift heeft gekregen van [betrokkene 2], rechtstreeks wordt tegengesproken door de geschriften inhoudende uitdraaien van de ANWB routeplanner, moet deze verklaring worden bestempeld als leugenachtig en afgelegd met de bedoeling om de waarheid te bemantelen. Het hof doet deze verklaring meewerken aan het bewijs van het tenlastegelegde.”
6. In zijn arrest van 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 overwoog de Hoge Raad met betrekking tot het bewijs van het medeplegen:
“3.2.1 De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat geldt in vergelijkbare zin indien het medeplegen - bijvoorbeeld in de vorm van "in vereniging" - een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving.
Dat de kwalificatie medeplegen gerechtvaardigd moet zijn, is mede van belang omdat het in dit verband vaak gaat om de vraag: medeplegen dan wel medeplichtigheid aan een strafbaar feit. Medeplichtigheid is alleen strafbaar in geval van misdrijf. Verder kent medeplichtigheid een beduidend lager strafmaximum (art. 49, eerste lid, Sr). Medeplegen daarentegen levert regelmatig een wettelijke strafverzwaringsgrond op (zie bijvoorbeeld art. 311, eerste lid onder 4, Sr). Waar het verwijt bij medeplegen zich concentreert op het gewicht van de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte, is het kernverwijt bij medeplichtigheid "het bevorderen en/of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf" (vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO2629, NJ 2011/341). Voor het gewicht van de rol van de medepleger in de zin van art. 47 Sr kan ook worden gewezen op art. 141, eerste lid, Sr. Het daar strafbaar gestelde "in vereniging plegen" van geweld eist dat de verdachte "een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld" heeft geleverd, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn geweest. (Vgl. bijvoorbeeld HR 2 juli 2013, ECLI:NL:HR: 2013:132, NJ 2013/407).
3.2.2. Een en ander brengt mee dat indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering - dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging - dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Daarbij verdient overigens opmerking dat aan het zich niet distantiëren op zichzelf geen grote betekenis toekomt. Het gaat er immers om dat de verdachte een wezenlijke bijdrage moet hebben geleverd aan het delict. In dit verband valt te wijzen op bijvoorbeeld HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK3356, NJ 2010/193 waarin ten aanzien van het medeplegen van een vernieling werd overwogen "dat het louter aanwezig zijn bij en zich niet distantiëren van een door een ander gepleegde vernieling, alsmede het louter instemmen met die vernieling, ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien daarvoor onvoldoende zijn", alsmede HR 3 juni 2014, ECLI:NL: HR:2014:1307 inzake diefstal door twee of meer verenigde personen waarin onvoldoende werd bevonden de enkele vaststelling "dat de verdachte een vluchtmogelijkheid heeft gefaciliteerd en dat het niet anders kan zijn dan dat over het verschaffen van deze vluchtmogelijkheid van te voren door de verdachte en zijn mededaders afspraken zijn gemaakt".”
7. Het Hof heeft niet meer vastgesteld dan dat verdachte en medeverdachten [betrokkene 3] en [betrokkene 4] gedurende de hele route in de auto hebben gezeten en aanwezig zijn geweest bij de diefstal. Uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan niet enige intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte worden afgeleid, laat staan een bijdrage die van voldoende gewicht is voor het aannemen van medeplegen.
8. Het Hof heeft overwogen dat verdachtes verklaring, kort gezegd inhoudende dat hij in Rotterdam was en daar van [betrokkene 2] een lift heeft gekregen, moet worden bestempeld als leugenachtig en is afgelegd met de bedoeling om de waarheid te bemantelen. Het Hof heeft de leugenachtigheid van deze verklaring doen meewerken aan het bewijs van het tenlastegelegde maar motiveert niet waarom daaruit in het licht van de inhoud van de overige bewijsmiddelen een intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte kan worden afgeleid, die van voldoende gewicht is voor het aannemen van medeplegen. Kennelijk en gelet op de inhoud van de leugenachtige verklaring niet onbegrijpelijk heeft het Hof uit die verklaring in samenhang met de inhoud van de overige bewijsmiddelen niet meer afgeleid dan dat verdachte aanwezig was bij de diefstal. Voor het bewijs van het tenlastegelegde plegen van diefstal met braak in vereniging is dat, zoals gezegd, niet voldoende.
9. Het vorenstaande brengt mee dat hetgeen overigens nog in de toelichting op het middel te berde is gebracht buiten bespreking kan blijven.
10. Het middel slaagt.
11. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
12. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG