Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/156
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf voor dementerende, die ook aan depressie lijdt. Volstaat een geneeskundige verklaring gebaseerd op onderzoek door een specialist ouderengeneeskunde of had het onderzoek (ook) door een psychiater moeten worden verricht (art. 1 lid 6 Wet Bopz)?
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:71
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/04724
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:71, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2019
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf voor dementerende, die ook aan depressie lijdt. Volstaat een geneeskundige verklaring gebaseerd op onderzoek door een specialist ouderengeneeskunde of had het onderzoek (ook) door een psychiater moeten worden verricht (art. 1 lid 6 Wet Bopz)?
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
In deze Bopz-zaak wordt geklaagd dat betrokkene is gediagnosticeerd met dementie en een depressie, maar dat uit de geneeskundige verklaringen niet blijkt dat zij, behalve door de specialist ouderengeneeskunde, ook is onderzocht door een psychiater. De arts ouderengeneeskunde kan niet beschouwd worden als ‘medical expert’ op het gebied van psychiatrie. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.