Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling GLB 2023
Artikel 18 Eco-activiteiten categorie hoofdteelt
Geldend
Geldend van 06-11-2024 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-06-2024
- Bronpublicatie:
03-11-2024, Stcrt. 2024, 32483 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: WJZ/52473102)
- Inwerkingtreding
06-11-2024, terugwerkend tot: 01-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-11-2024, Stcrt. 2024, 32483 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: WJZ/52473102)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
De Eco-activiteiten in de categorie hoofdteelt zijn:
- a.
een rustgewas, onder de volgende voorwaarde:
de landbouwer teelt uitsluitend een of meerdere gewassen uit de gewassenlijst ‘rustgewassen eco-regeling’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdteelt met een zichtbare bedekking;
- b.
- c.
een stikstofbindend gewasonder de volgende voorwaarde:
de landbouwer teelt uitsluitend één of meerdere gewassen uit de gewassenlijst ‘stikstofbindende gewassen’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdteelt met een zichtbare bedekking of teelt een gewas uit de gewassenlijst 'stikstofbindende gewassen’ als bedoeld in bijlage 1 in combinatie met graan, waarbij het aandeel van stikstofbindende gewassen meer dan 50% is.
- d.
een meerjarige teelt, vanaf het tweede jaar, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer teelt een gewas uit de gewassenlijst ‘meerjarige gewassen’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdteelt met een zichtbare bedekking; en
- 2°
het gewas is in het voorgaande jaar als hoofdteelt geteeld en staat aaneengesloten op het perceel.
- e.
langjarig grasland, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer houdt blijvend grasland in stand op het perceel in de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- 2°
op het perceel is vanaf 1 januari 2023 uitsluitend lichte grondbewerking toegepast; en
- 3°
uitsluitend pleksgewijze toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en biociden is toegestaan, op maximaal 10 procent van de oppervlakte van het betreffende perceel blijvend grasland.
- f.
kruidenrijk grasland, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer teelt:
- a.
gras, kruidachtige voedergewassen en vlinderbloemigen uit de gewassenlijst ‘stikstofbindend gewas’ als bedoeld in bijlage 1, op het perceel, waarbij van 1 juni tot 1 oktober en voor het jaar 2024 van 15 juli tot 1 oktober minimaal 25 procent van het perceel uit duidelijk zichtbare kruidachtige voedergewassen en vlinderbloemigen en minimaal 25 procent uit gras bestaat, tenzij de landbouwer als gevolg van een contract voor agrarisch natuurbeheer op basis van de subsidieregelingen ANLb beheerspakket 3 ‘plasdras voor weidevogels’ uitvoert waardoor hij tijdelijk niet kan voldoen aan de zichtbare bedekking; of
- b.
gras, kruidachtige voedergewassen en vlinderbloemigen uit de gewassenlijst ‘stikstofbindend gewas’ als bedoeld in bijlage 1, waarbij van 1 juni tot 1 oktober en voor het jaar 2024 van 15 juli tot 1 oktober minimaal 25 procent uit duidelijk zichtbare kruidachtige voedergewassen en vlinderbloemigen en minimaal 25 procent uit gras bestaat, op de grasstroken tussen de fruitbomen of -struiken of de boomkwekerijgewassen, op minimaal 30 procent van de oppervlakte van de grasstroken; en
- 2°
gras, kruidachtige voedergewassen en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig verdeeld over het perceel.
- g.
een natte teelt, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer teelt een gewas uit de gewassenlijst ‘natte teelten’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdgewas met een zichtbare bedekking;
- 2°
de teelt vindt plaats op areaal dat tussen 2015 en 2022 werd aangemerkt als landbouwareaal; en
- 3°
de landbouwer oogst het gewas ten minste eenmaal per kalenderjaar.
- h.
een vroeg ras rooigewas 1 september, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer teelt een gewas uit de gewassenlijst ‘vroeg ras rooigewas 1 september’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdteelt met een zichtbare bedekking;
- 2°
de landbouwer oogst het aangegeven vroeg ras rooigewas vóór 1 september van het aanvraagjaar; en
- 3°
de landbouwer voert het gewas en de gewasresten af van het perceel of werkt de gewasresten onder vóór 1 september van het aanvraagjaar.
- i.
een vroeg ras rooigewas 1 november, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
de landbouwer teelt een gewas uit de gewassenlijst ‘vroeg ras rooigewas 1 november’ als bedoeld in bijlage 1 als hoofdteelt met een zichtbare bedekking; en
- 2°
de landbouwer oogst het aangegeven vroeg ras rooigewas vóór 1 november van het aanvraagjaar.
- j.
grasklaver, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
van 1 april tot 1 juli bestaat minimaal 25 procent van het perceel uit gras en minimaal 25 procent uit klaver, met een zichtbare bedekking van grasklaver; en
- 2°
gras en klaver zijn gelijkmatig verdeeld over het perceel.
- k.
strokenteelt, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
het perceel landbouwgrond bestaat uit minimaal vijf stroken;
- 2°
de stroken zijn minimaal drie en maximaal 27 meter breed;
- 3°
de landbouwer teelt een combinatie van minimaal vijf gewassen, met uitzondering van blijvend grasland, als hoofdteelt met een zichtbare bedekking, waarvan tenminste twee productieve gewassen en één rustgewas uit de gewassenlijst ‘rustgewassen eco-regeling’ als bedoeld in bijlage 1; en
- 4°
een strook met struiken en bomen waaronder boslandbouw is toegestaan.