Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/619
Vordering tot oplegging ISD-maatregel niet in strijd met de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers (Stcrt. 2013, 35071).
HR 23-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:953
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/05611
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:368, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2016
- Wetingang
Art. 38m Sr; art. 79 RO; Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers (Stcrt. 2013, 35061)
Essentie
De Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers (Stcrt. 2013, 35071) vermeldt een aantal eisen waaraan moet zijn voldaan, voordat de ISD-maatregel kan worden gevorderd, waaronder de eis dat over een periode van vijf jaren processen-verbaal zijn opgemaakt tegen de verdachte voor meer dan tien misdrijffeiten, waarvan ten minste één misdrijf in de laatste twaalf maanden voorafgaand aan het laatste misdrijffeit. De verdachte hoeft ter zake van die misdrijffeiten ten tijde van de vordering tot oplegging van de ISD-maatregel niet onherroepelijk te zijn veroordeeld. Het OM kon dan ook de oplegging van de ISD-maatregel vorderen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.