Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied
Artikel 8 Ketenbenadering
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2008
- Bronpublicatie:
21-12-2005, Trb. 2005, 312 (uitgifte: 23-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 184 (uitgifte: 22-09-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampvoorbereiding
Vervoersrecht / Zeevervoer
Openbare orde en veiligheid (V)
1.
Dit Artikel doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de Permanente Commissie en de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit in het Scheldegebied en de bevoegdheden van de havenautoriteiten in hun havengebied.
2.
Teneinde de ketenbenadering te ontwikkelen en in praktijk te brengen, en onverminderd Artikel 5, vijfde lid, treedt de Permanente Commissie in overleg met de havenautoriteiten, en sluit zij daarmee overeenkomsten. Op basis daarvan maakt de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit werkafspraken met de havenkapiteinsdiensten respectievelijk de havenmeesters en met de nautische dienstverleners.
3.
Bij het uitoefenen van haar bevoegdheden op grond van Artikel 6 neemt de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit de door de individuele havenautoriteiten opgestelde verkeersplanning als uitgangspunt, en toetst zij deze aan de randvoorwaarden van het gemeenschappelijk nautisch beheer met het oog op een veilig en vlot scheepvaartverkeer in het gehele Scheldegebied.
4.
De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit en de havenautoriteiten organiseren hun samenwerking derwijze dat de geïntegreerde verkeersafwikkeling binnen de ketenbenadering optimaal in praktijk wordt gebracht.
5.
In geval van conflicten inzake de prioritering van de scheepvaart naar of van de onderscheiden havens of in geval de door de havenautoriteiten opgestelde verkeersplanning niet te verenigen is met een veilige en vlotte afwikkeling van de scheepvaart, beslist de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit op basis van een havenneutrale benadering.
6.
Met inachtneming van de voorgaande leden treedt de Permanente Commissie in nauw overleg met de havenautoriteiten teneinde de overleg- en samenwerkingsstructuur in het kader van de ketenbenadering vast te stellen en deze neer te leggen in de overeenkomsten bedoeld in het tweede lid.