Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/53
Art. 81 lid 1 RO. Goederenrecht. Eigendomsverkrijging van een perceel grond door verjaring? Art. 3:105 BW. Bezit of houderschap? Art. 3:107 BW; art. 3:108 BW.
HR 14-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2304
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/00674
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2304, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Goederenrecht. Eigendomsverkrijging van een perceel grond door verjaring? Art. 3:105 BW. Bezit of houderschap? Art. 3:107 BW; art. 3:108 BW.
Partij(en)
[verzoekster], in Sint Maarten, verzoekster tot cassatie, advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
tegen
Gezamenlijke erfgenamen van [A], in Sint Maarten, verweerders in cassatie, niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en de erven [verzoekster].
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.L. Valk:
1. Inleiding en samenvatting
1.1.
In deze Caribische zaak uit Sint-Maarten is in cassatie uitsluitend de vraag aan de orde of [verzoekster] door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.